Re: Gods liefde
Geplaatst: 21 feb 2009, 12:29
Toon mij waar in de bijbel dergelijke beweringen staan, en ik zal het met je eens zijn.Intussen citeer je wel werkjes die in jouw straatje passen
Toon mij waar in de bijbel dergelijke beweringen staan, en ik zal het met je eens zijn.Intussen citeer je wel werkjes die in jouw straatje passen
Niet alle zondaars, wel alle zondaars die het Evangelie horen:Alexander CD schreef:Waar in de schrift biedt God alle zondaars genade aan?
Alexander CD,Alexander CD schreef:En in de traditie van de reformatie is Gods woord altijd een kloppend geheel geweest, en schijnbare tegenstellingen moeten verzoend worden, je kunt niet het ene woord uit de bijbel teniet doen met een andere tekst.
Afdwaling van de bijbelse waarheid begint met kleine afwijkingen van het woord, zoals dat God iedereen nodigt, terwijl in de bijbel het evangelie klink als een eis tot bekering.
Ik haal dit gedeelte uit Johannes 6 nog even naar voren:Hiertoe hebben wij een woord in Joh. 6:32, waar Christus tot een gemengde schare een vergelijking tussen zichzelf maakt en het manna dat rond Israëls tenten viel in de woestijn, als Hij zegt: "Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel." Gelijk het enkele regenen van het manna rond het leger genoemd wordt een "geven" daarvan (vs. 31), voordat het was verzameld of genuttigd, zo wordt de eigenlijke openbaring en aanbieding van Christus genoemd een "geven" van Hem, alvorens Hij wordt aangenomen en in Hem wordt geloofd (gelijk de kundige Calvijn deze plaats verklaart).
Van de gift van Christus aan het verloren menselijke geslacht lezen wij eveneens in 1 Joh. 5 : 11:, En dit is de getuigenis, dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft: en dit leven is in Zijn Zoon." Wij erkennen, dat dit geven in deze tekstwoorden niet is een in meer of minder mate in bezit stellen. Maar het is een geven bij wijze van machtiging en aanbieding, waarop iemand met een gegrond recht er bezit van mag nemen. En degenen aan wie dit aanbod wordt gedaan, zijn niet de uitverkorenen, maar is het verloren menselijke geslacht. Want het getuigenis Gods in deze woorden kan niet anders zijn dan een machtiging aan allen, die in de Zoon geloven. Maar het kan niet zulk een machtiging zijn als "dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen heeft gegeven;" want het begiftigen van een zeker getal uitverkorenen kan nooit een machtiging zijn aan alle mensen om zich Hem toe te eigenen.
Zulks zal verder blijken, als wij in aanmerking nemen, dat de grote zonde van ongeloof bestaat in niet te geloven dit getuigenis Gods. "Die niet gelooft, heeft God tot een leugenaar gemaakt" zegt de apostel (vs 10), "omdat hij niet geloofd heeft het getuigenis dat God van Zijn Zoon gegeven heeft", en dan vervolgt hij (vs. 11): "En dit is zijn getuigenis, dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft enz." Nu zijn wij van mening, dat het verwerpen van het getuigenis Gods een rechtstreeks niet geloven van dit aanbod is. Waarvan? Dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen gegeven heeft? Gewisselijk neen, want dit geloven de meest verstokte ongelovigen, als Judas en anderen. En dit. hun geloof vermeerdert hun angst en wroeging. Of zouden zij, door dit te geloven, verzegelen dat God waarachtig is? Neen, ondanks dit alles volharden zij er in, om God tot een leugenaar te maken, door niet te geloven dit getuigenis Gods, dat God aan het gevallen mensdom, en aan hemzelf in het bijzonder, het eeuwige leven gegeven heeft, bij wijze van machtiging, zodat zij, zowel als anderen, gemachtigd en genodigd worden, en dat van een ieder tot wien dit getuigenis komt, geëist wordt, dit door het geloof. aan te nemen of het te omhelzen.
Door dit gegeven en aangeboden middel niet aan te nemen met toepassing en toeëigening, voor zichzelf, trotseren zij Gods getuigenis en verzekering. En alzo worden zij rechtvaardig en naar verdienste het verderf deelachtig, als zij zien dat de gerechtigheid, zaligheid en het koninkrijk Gods zo nabij. hen gebracht was in de vrije aanbieding van het Evangelie, terwijl zij het niet wilden aannemen.
Naar onze mening bestaat de grote beklemming en moeilijkheid van een ontwaakte consciëntie niet in het geloven, dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen heeft gegeven, maar in het geloof in Christus of het aannemen van Hem, zoals Hij ons in het Evangelie wordt aangeboden, met bijzondere toepassing voor onszelf, hetwelk in de Schrift genoemd wordt een eten van het vlees en drinken van het bloed van de. Zoon des mensen.
En toch, totdat deze. grote moeilijkheid in meer of mindere mate is overwonnen, kan nooit van iemand gezegd worden, dat hij in Christus gelooft, of Hem tot zijn behoud aanneemt en op Hem vertrouwt.
Dat daadwerkelijk omhelzen of aannemen van Christus moet noodzakelijk veronderstellen een geven van Christus, en dit geven kan er zijn, en is er ook, terwijl in de meeste gevallen geen aannemen gevonden wordt; maar er kan geen aannemen van Christus tot zaligheid zijn, zo daar geen openbaring van Christus tot zaligheid is in het Evangelie, dat machtiging verleent om Hem aan te nemen, (Rom. 10 : 14); en voorts de krachtdadige werking des Heiligen Geestes, die de zondaar overreedt en bekwaamt om Hem te omhelzen op deze machtiging en aanbieding. Gods Geest zegt (Joh. 3 : 27): "Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij".
Zo ook zegt Rutherfort in zijn boek "Christus stervende en zondaars tot zich trekkende": "De verworpenen hebben een even oprechte volmacht om te geloven als de uitverkorenen."
Is er volgens dit tekstgedeelte verschil in de aanbieding aan hen die zullen geloven en aan hen die NIET zullen geloven? Nee.32 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel, maar Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel.
33 Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft.
34 Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood.
35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet.
37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
Zonderling dan moet je net even doorlezen.Zonderling schreef:Alexander CD,Alexander CD schreef:En in de traditie van de reformatie is Gods woord altijd een kloppend geheel geweest, en schijnbare tegenstellingen moeten verzoend worden, je kunt niet het ene woord uit de bijbel teniet doen met een andere tekst.
Afdwaling van de bijbelse waarheid begint met kleine afwijkingen van het woord, zoals dat God iedereen nodigt, terwijl in de bijbel het evangelie klink als een eis tot bekering.
Deze nodiging gaat altijd vergezeld van de eis tot bekering.
Waar we het over eens zijn:
- Er is een eis tot bekering en deze eis klinkt tot allen.
- Een bepaalde mate van de kennis van ellende gaat in orde aan de vergeving vooraf.
Maar bij jou bespeur ik dat de bekering vooraf als een voorwaarde gaat fungeren voor het Evangelie. Alleen zij worden genodigd die zich reeds bekeerd hébben. Maar zo is het niet: Een ellendige zondaar kán zich helemaal niet bekeren. Daarom: de eis van bekering geldt en deze eis maakt de zondaar alleen maar ellendiger. En juist zulken zullen het Evangelie van Gods genade nodig hebben. En zij hebben dat nodig zónder dat zij iets kunnen meebrengen, geen enkele vorm van bekering, maar enkel zonden. En daarom is het Evangelie ook zo wonderlijk, omdat het Evangelie niets eist, maar enkel belooft.
Dan nog niets over de nodiging en de gift van Christus aan het menselijk geslacht tot nodiging. En dit op grond van Zijn algenoegzaamheid. M.i. staan hier genoeg bewijsplaatsen uit de Bijbel, dus gelieve dit te weerleggen vanuit de Schrift.Ik haal dit gedeelte uit Johannes 6 nog even naar voren:Hiertoe hebben wij een woord in Joh. 6:32, waar Christus tot een gemengde schare een vergelijking tussen zichzelf maakt en het manna dat rond Israëls tenten viel in de woestijn, als Hij zegt: "Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel." Gelijk het enkele regenen van het manna rond het leger genoemd wordt een "geven" daarvan (vs. 31), voordat het was verzameld of genuttigd, zo wordt de eigenlijke openbaring en aanbieding van Christus genoemd een "geven" van Hem, alvorens Hij wordt aangenomen en in Hem wordt geloofd (gelijk de kundige Calvijn deze plaats verklaart).
Van de gift van Christus aan het verloren menselijke geslacht lezen wij eveneens in 1 Joh. 5 : 11:, En dit is de getuigenis, dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft: en dit leven is in Zijn Zoon." Wij erkennen, dat dit geven in deze tekstwoorden niet is een in meer of minder mate in bezit stellen. Maar het is een geven bij wijze van machtiging en aanbieding, waarop iemand met een gegrond recht er bezit van mag nemen. En degenen aan wie dit aanbod wordt gedaan, zijn niet de uitverkorenen, maar is het verloren menselijke geslacht. Want het getuigenis Gods in deze woorden kan niet anders zijn dan een machtiging aan allen, die in de Zoon geloven. Maar het kan niet zulk een machtiging zijn als "dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen heeft gegeven;" want het begiftigen van een zeker getal uitverkorenen kan nooit een machtiging zijn aan alle mensen om zich Hem toe te eigenen.
Zulks zal verder blijken, als wij in aanmerking nemen, dat de grote zonde van ongeloof bestaat in niet te geloven dit getuigenis Gods. "Die niet gelooft, heeft God tot een leugenaar gemaakt" zegt de apostel (vs 10), "omdat hij niet geloofd heeft het getuigenis dat God van Zijn Zoon gegeven heeft", en dan vervolgt hij (vs. 11): "En dit is zijn getuigenis, dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft enz." Nu zijn wij van mening, dat het verwerpen van het getuigenis Gods een rechtstreeks niet geloven van dit aanbod is. Waarvan? Dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen gegeven heeft? Gewisselijk neen, want dit geloven de meest verstokte ongelovigen, als Judas en anderen. En dit. hun geloof vermeerdert hun angst en wroeging. Of zouden zij, door dit te geloven, verzegelen dat God waarachtig is? Neen, ondanks dit alles volharden zij er in, om God tot een leugenaar te maken, door niet te geloven dit getuigenis Gods, dat God aan het gevallen mensdom, en aan hemzelf in het bijzonder, het eeuwige leven gegeven heeft, bij wijze van machtiging, zodat zij, zowel als anderen, gemachtigd en genodigd worden, en dat van een ieder tot wien dit getuigenis komt, geëist wordt, dit door het geloof. aan te nemen of het te omhelzen.
Door dit gegeven en aangeboden middel niet aan te nemen met toepassing en toeëigening, voor zichzelf, trotseren zij Gods getuigenis en verzekering. En alzo worden zij rechtvaardig en naar verdienste het verderf deelachtig, als zij zien dat de gerechtigheid, zaligheid en het koninkrijk Gods zo nabij. hen gebracht was in de vrije aanbieding van het Evangelie, terwijl zij het niet wilden aannemen.
Naar onze mening bestaat de grote beklemming en moeilijkheid van een ontwaakte consciëntie niet in het geloven, dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen heeft gegeven, maar in het geloof in Christus of het aannemen van Hem, zoals Hij ons in het Evangelie wordt aangeboden, met bijzondere toepassing voor onszelf, hetwelk in de Schrift genoemd wordt een eten van het vlees en drinken van het bloed van de. Zoon des mensen.
En toch, totdat deze. grote moeilijkheid in meer of mindere mate is overwonnen, kan nooit van iemand gezegd worden, dat hij in Christus gelooft, of Hem tot zijn behoud aanneemt en op Hem vertrouwt.
Dat daadwerkelijk omhelzen of aannemen van Christus moet noodzakelijk veronderstellen een geven van Christus, en dit geven kan er zijn, en is er ook, terwijl in de meeste gevallen geen aannemen gevonden wordt; maar er kan geen aannemen van Christus tot zaligheid zijn, zo daar geen openbaring van Christus tot zaligheid is in het Evangelie, dat machtiging verleent om Hem aan te nemen, (Rom. 10 : 14); en voorts de krachtdadige werking des Heiligen Geestes, die de zondaar overreedt en bekwaamt om Hem te omhelzen op deze machtiging en aanbieding. Gods Geest zegt (Joh. 3 : 27): "Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij".
Zo ook zegt Rutherfort in zijn boek "Christus stervende en zondaars tot zich trekkende": "De verworpenen hebben een even oprechte volmacht om te geloven als de uitverkorenen."Is er volgens dit tekstgedeelte verschil in de aanbieding aan hen die zullen geloven en aan hen die NIET zullen geloven? Nee.32 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel, maar Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel.
33 Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft.
34 Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood.
35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet.
37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
Wat is het verschil? Het ongeloof alsmede de onwederstandelijke trekking (vers 36-37). Maar de nodiging geldt allen (vers 32-35): "geeft u (!) het ware brood uit den hemel". Wie zijn die "u"? Allen die daar waren, zonder enige uitzondering.
Alexander CD, misschien wil je ingaan op wat ik heb aangedragen. En ook op dat "u" uit Johannes 6:32.
Zonderling dan moet je net even doorlezen.Zonderling schreef:Alexander CD,Alexander CD schreef:En in de traditie van de reformatie is Gods woord altijd een kloppend geheel geweest, en schijnbare tegenstellingen moeten verzoend worden, je kunt niet het ene woord uit de bijbel teniet doen met een andere tekst.
Afdwaling van de bijbelse waarheid begint met kleine afwijkingen van het woord, zoals dat God iedereen nodigt, terwijl in de bijbel het evangelie klink als een eis tot bekering.
Deze nodiging gaat altijd vergezeld van de eis tot bekering.
Waar we het over eens zijn:
- Er is een eis tot bekering en deze eis klinkt tot allen.
- Een bepaalde mate van de kennis van ellende gaat in orde aan de vergeving vooraf.
Maar bij jou bespeur ik dat de bekering vooraf als een voorwaarde gaat fungeren voor het Evangelie. Alleen zij worden genodigd die zich reeds bekeerd hébben. Maar zo is het niet: Een ellendige zondaar kán zich helemaal niet bekeren. Daarom: de eis van bekering geldt en deze eis maakt de zondaar alleen maar ellendiger. En juist zulken zullen het Evangelie van Gods genade nodig hebben. En zij hebben dat nodig zónder dat zij iets kunnen meebrengen, geen enkele vorm van bekering, maar enkel zonden. En daarom is het Evangelie ook zo wonderlijk, omdat het Evangelie niets eist, maar enkel belooft.
Dan nog niets over de nodiging en de gift van Christus aan het menselijk geslacht tot nodiging. En dit op grond van Zijn algenoegzaamheid. M.i. staan hier genoeg bewijsplaatsen uit de Bijbel, dus gelieve dit te weerleggen vanuit de Schrift.Ik haal dit gedeelte uit Johannes 6 nog even naar voren:Hiertoe hebben wij een woord in Joh. 6:32, waar Christus tot een gemengde schare een vergelijking tussen zichzelf maakt en het manna dat rond Israëls tenten viel in de woestijn, als Hij zegt: "Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel." Gelijk het enkele regenen van het manna rond het leger genoemd wordt een "geven" daarvan (vs. 31), voordat het was verzameld of genuttigd, zo wordt de eigenlijke openbaring en aanbieding van Christus genoemd een "geven" van Hem, alvorens Hij wordt aangenomen en in Hem wordt geloofd (gelijk de kundige Calvijn deze plaats verklaart).
Van de gift van Christus aan het verloren menselijke geslacht lezen wij eveneens in 1 Joh. 5 : 11:, En dit is de getuigenis, dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft: en dit leven is in Zijn Zoon." Wij erkennen, dat dit geven in deze tekstwoorden niet is een in meer of minder mate in bezit stellen. Maar het is een geven bij wijze van machtiging en aanbieding, waarop iemand met een gegrond recht er bezit van mag nemen. En degenen aan wie dit aanbod wordt gedaan, zijn niet de uitverkorenen, maar is het verloren menselijke geslacht. Want het getuigenis Gods in deze woorden kan niet anders zijn dan een machtiging aan allen, die in de Zoon geloven. Maar het kan niet zulk een machtiging zijn als "dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen heeft gegeven;" want het begiftigen van een zeker getal uitverkorenen kan nooit een machtiging zijn aan alle mensen om zich Hem toe te eigenen.
Zulks zal verder blijken, als wij in aanmerking nemen, dat de grote zonde van ongeloof bestaat in niet te geloven dit getuigenis Gods. "Die niet gelooft, heeft God tot een leugenaar gemaakt" zegt de apostel (vs 10), "omdat hij niet geloofd heeft het getuigenis dat God van Zijn Zoon gegeven heeft", en dan vervolgt hij (vs. 11): "En dit is zijn getuigenis, dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft enz." Nu zijn wij van mening, dat het verwerpen van het getuigenis Gods een rechtstreeks niet geloven van dit aanbod is. Waarvan? Dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen gegeven heeft? Gewisselijk neen, want dit geloven de meest verstokte ongelovigen, als Judas en anderen. En dit. hun geloof vermeerdert hun angst en wroeging. Of zouden zij, door dit te geloven, verzegelen dat God waarachtig is? Neen, ondanks dit alles volharden zij er in, om God tot een leugenaar te maken, door niet te geloven dit getuigenis Gods, dat God aan het gevallen mensdom, en aan hemzelf in het bijzonder, het eeuwige leven gegeven heeft, bij wijze van machtiging, zodat zij, zowel als anderen, gemachtigd en genodigd worden, en dat van een ieder tot wien dit getuigenis komt, geëist wordt, dit door het geloof. aan te nemen of het te omhelzen.
Door dit gegeven en aangeboden middel niet aan te nemen met toepassing en toeëigening, voor zichzelf, trotseren zij Gods getuigenis en verzekering. En alzo worden zij rechtvaardig en naar verdienste het verderf deelachtig, als zij zien dat de gerechtigheid, zaligheid en het koninkrijk Gods zo nabij. hen gebracht was in de vrije aanbieding van het Evangelie, terwijl zij het niet wilden aannemen.
Naar onze mening bestaat de grote beklemming en moeilijkheid van een ontwaakte consciëntie niet in het geloven, dat God het eeuwige leven aan de uitverkorenen heeft gegeven, maar in het geloof in Christus of het aannemen van Hem, zoals Hij ons in het Evangelie wordt aangeboden, met bijzondere toepassing voor onszelf, hetwelk in de Schrift genoemd wordt een eten van het vlees en drinken van het bloed van de. Zoon des mensen.
En toch, totdat deze. grote moeilijkheid in meer of mindere mate is overwonnen, kan nooit van iemand gezegd worden, dat hij in Christus gelooft, of Hem tot zijn behoud aanneemt en op Hem vertrouwt.
Dat daadwerkelijk omhelzen of aannemen van Christus moet noodzakelijk veronderstellen een geven van Christus, en dit geven kan er zijn, en is er ook, terwijl in de meeste gevallen geen aannemen gevonden wordt; maar er kan geen aannemen van Christus tot zaligheid zijn, zo daar geen openbaring van Christus tot zaligheid is in het Evangelie, dat machtiging verleent om Hem aan te nemen, (Rom. 10 : 14); en voorts de krachtdadige werking des Heiligen Geestes, die de zondaar overreedt en bekwaamt om Hem te omhelzen op deze machtiging en aanbieding. Gods Geest zegt (Joh. 3 : 27): "Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij".
Zo ook zegt Rutherfort in zijn boek "Christus stervende en zondaars tot zich trekkende": "De verworpenen hebben een even oprechte volmacht om te geloven als de uitverkorenen."Is er volgens dit tekstgedeelte verschil in de aanbieding aan hen die zullen geloven en aan hen die NIET zullen geloven? Nee.32 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel, maar Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel.
33 Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft.
34 Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood.
35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet.
37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
Wat is het verschil? Het ongeloof alsmede de onwederstandelijke trekking (vers 36-37). Maar de nodiging geldt allen (vers 32-35): "geeft u (!) het ware brood uit den hemel". Wie zijn die "u"? Allen die daar waren, zonder enige uitzondering.
Alexander CD, misschien wil je ingaan op wat ik heb aangedragen. En ook op dat "u" uit Johannes 6:32.
Je voorbeeldje moet je ietwat aanpassen, dan klopt het.Alexander CD schreef:Als ik zegt ik geeft zonderling 100.000 euro en ik doet het niet dan ben ik een leugenaar, God kan niet liegen staat er in de bijbel.
Bovendien als ik het zeg en niet doe is het dan welgemeend? dat zou je niet meer zeggen als je op de 100.000 gehoopt had.
De bijbel klopt wel maar je gedachtegang niet, je houdt geen rekening met de rest van de Bijbel, daarom zegt Paulus ook "ik heb u de ganse raad Gods verkondigd".
Deze gaat niet op; ik kan mij niet herinneren dat er ergens zou staan dat de Heere zegt:"Ik rechtvaardig iedereen".Alexander CD schreef: Als ik zegt ik geeft zonderling 100.000 euro en ik doet het niet dan ben ik een leugenaar, God kan niet liegen staat er in de bijbel.
Precies en dan hangt het af van Alexander CD en niet meer van Memento, dat is idd het welgemeend aanbod en dat heet in de volksmond Arminianisme.memento schreef:Je voorbeeldje moet je ietwat aanpassen, dan klopt het.Alexander CD schreef:Als ik zegt ik geeft zonderling 100.000 euro en ik doet het niet dan ben ik een leugenaar, God kan niet liegen staat er in de bijbel.
Bovendien als ik het zeg en niet doe is het dan welgemeend? dat zou je niet meer zeggen als je op de 100.000 gehoopt had.
De bijbel klopt wel maar je gedachtegang niet, je houdt geen rekening met de rest van de Bijbel, daarom zegt Paulus ook "ik heb u de ganse raad Gods verkondigd".
Als ik zeg: AlexanderCD mag 100.000 EURO bij mij opkomen halen, dan lieg ik niet als AlexanderCD vervolgens om wat voor reden dan ook dat geld niet komt ophalen. Zo ook met God: Hij zegt: Wie bidt, die zal ontvangen. Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Echt waar!
Nee hoor, dat heet nu in de volksmond mainstream calvinisme!Alexander CD schreef:Precies en dan hangt het af van Alexander CD en niet meer van Memento, dat is idd het welgemeend aanbod en dat heet in de volksmond Arminianisme.memento schreef:Je voorbeeldje moet je ietwat aanpassen, dan klopt het.Alexander CD schreef:Als ik zegt ik geeft zonderling 100.000 euro en ik doet het niet dan ben ik een leugenaar, God kan niet liegen staat er in de bijbel.
Bovendien als ik het zeg en niet doe is het dan welgemeend? dat zou je niet meer zeggen als je op de 100.000 gehoopt had.
De bijbel klopt wel maar je gedachtegang niet, je houdt geen rekening met de rest van de Bijbel, daarom zegt Paulus ook "ik heb u de ganse raad Gods verkondigd".
Als ik zeg: AlexanderCD mag 100.000 EURO bij mij opkomen halen, dan lieg ik niet als AlexanderCD vervolgens om wat voor reden dan ook dat geld niet komt ophalen. Zo ook met God: Hij zegt: Wie bidt, die zal ontvangen. Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Echt waar!
Dat zeg ik ook niet, schrijf dat naar Memento.Rochus schreef:Deze gaat niet op; ik kan mij niet herinneren dat er ergens zou staan dat de Heere zegt:"Ik rechtvaardig iedereen".Alexander CD schreef: Als ik zegt ik geeft zonderling 100.000 euro en ik doet het niet dan ben ik een leugenaar, God kan niet liegen staat er in de bijbel.
Ga morgen eens op je gemakje wat werken van Luther en Calvijn lezen. En lees dan ook de DL eens door. Dan zal je zien dat het Arminianisme waarvan je oa mij nu beticht, gewoon is wat onze vaderen altijd geleerd hebben.Alexander CD schreef:Dat zeg ik ook niet, schrijf dat naar Memento.Rochus schreef:Deze gaat niet op; ik kan mij niet herinneren dat er ergens zou staan dat de Heere zegt:"Ik rechtvaardig iedereen".Alexander CD schreef: Als ik zegt ik geeft zonderling 100.000 euro en ik doet het niet dan ben ik een leugenaar, God kan niet liegen staat er in de bijbel.
Freek is het welgemeend aanbod dan iets wat door de mens geweigerd moet worden, of altijd door de mens genegerd wordt?freek schreef:Als hier geen sprake is van een "welmenend aanbod" dan weet ik het niet meer.
Spreuken 1
20 De opperste Wijsheid roept overluid daarbuiten; Zij verheft Haar stem op de straten.
21 Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad;
22 Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?
23 Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.
24 Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte;
25 En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt;
Dan ben ik maar geen Calvinist meer.Nee hoor, dat heet nu in de volksmond mainstream calvinisme!
.Ga morgen eens op je gemakje wat werken van Luther en Calvijn lezen. En lees dan ook de DL eens door. Dan zal je zien dat het Arminianisme waarvan je oa mij nu beticht, gewoon is wat onze vaderen altijd geleerd hebben.
Waarom zie je hierin geen welmenend aanbod van genade?Alexander CD schreef:Freek is het welgemeend aanbod dan iets wat door de mens geweigerd moet worden, of altijd door de mens genegerd wordt?freek schreef:Als hier geen sprake is van een "welmenend aanbod" dan weet ik het niet meer.
Spreuken 1
20 De opperste Wijsheid roept overluid daarbuiten; Zij verheft Haar stem op de straten.
21 Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad;
22 Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?
23 Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.
24 Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte;
25 En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt;
Sorry maar ik lees hier geen welmenend aanbod in, en wil er ook geen andere teksten bijhalen op dit weer mee weg te kunnen strepen zo werkt het niet.