Leerling schreef:Gods kinderen zitten niet allemaal aan het Avondmaal.
Dat lees ik hier niet vaak.
Wie mogen er aangaan?
1. Niet de vrome zelfbehagers, maar die zichzelf mishagen, vanwege hun zonden. Dit is al dadelijk een vertroostende
boodschap. Wat voor ons eerder een reden van afblijven kon schijnen, zie dat is nu van ’s Heeren wege een drangreden om
aan te gaan. Een natuurlijk mens kent deze gesteldheid niet; recht een walg aan zichzelf te hebben vanwege de zonden, dat
is nooit mogelijk, tenzij er hartveranderende genade werkzaam is. Bij elke Avondmaalsbediening moet hij zeggen: ‘O wat
heb ik het voor de Heere sinds de laatste, vorige Avondmaal er toch weer verschrikkelijk afgebracht.
2. Maar er wordt iets bijgevoegd: een nochtans. En dit nochtans is de eigenlijke zaak van de zaak. Ja, want, hoe groot mijn
ellende ook zij, in Christus is nog meer kracht tot behoudenis. Tegenover mijn ongerechtigheid staat hier de gerechtigheid
van Christus. Daar rust de ziel op. En vandaar dit nochtans. Dit is hier het centrale punt. Hoezeer……..nochtans.
U leest niet in het formulier of u gewisselijk gelooft, dat alle uw zonden vergeven zijn; maar of u de gewisse belofte Gods
gelooft…. Er staat niet, dat dit een verzekerd geloof moet zijn. Wel komt het aan op het geloof, waarmee die gewisse
beloften Gods worden aangenomen; dit nu kan geschieden met een sterk, maar ook met een zwak geloof, met veel
verzekerdheid, maar ook met veel twijfelmoedigheid; met een groot geloof, maar ook met een klein geloof; de zaak is, dat
het maar een waar geloof is, en dat iemand met zal zijn zonden zo ellendig hij is, buiten Jezus niet kan stellen…
Het komt dus aan, op het al dan niet aanwezig zijn van geloof in deze gewisse beloften van God.
En inderdaad, mist u zulk
een geloofsuitgang van de ziel totaal, geheel en al, dan mogen we niet verder aandringen; inderdaad dan zoudt u met uw
toetreden de tafel van de Heere ontheiligen.
bron:
http://www.downloadpreken.com/artikelen/A089.pdf