Tiberius schreef:jakobmarin schreef:eilander schreef:Op zich is het niet onlogisch dat een Calvinist zich op Calvijn beroept. Er is denk ik ook geen reformator die zo gedegen en uitvoerig de dogmatiek op schrift heeft gezet. En er is er ook geen die zo'n groot stempel op de gereformeerde kerken na die tijd heeft gedrukt. Dus ik voel nog niet zo de neiging om wat Calvijn schreef, te relativeren.
Welke reformatoren bedoel je eigenlijk die anders dachten over de onderwerpen die je net aanhaalt?
Bijv. Melanchton en Bullinger (en hun nazaten).
Melanchton had ook zijn invloed op de HC (waar amper over uitverkiezing en niet over verwerping wordt gesproken) en in de latere discussies veel contra Gomarus en pro Arminius geciteerd wordt.
In de NGB wordt wordt er ook slechts summier over gesproken, in artikel 16.
Echter, omdat dit artikel onder vuur kwam te liggen, zijn de DL opgesteld.
jakobmarin schreef:eilander schreef:Met de uitspraak van Kierkegaard ontdoe je het leerstuk van de uitverkiezing van alle troost die daarin ligt. Als dat je uit het hart gegrepen is....
Nou, zoveel troost heb ik in deze discussie nog niet gezien....
Ik bedoel natuurlijk deze haast wiskundige discussie, zoals ik ook aangeef.
Je moet ook niet uit de discussies troost halen, maar uit het leerstuk zelf. En als dat aangevallen wordt, ga je verdedigen, vanwege de troost die het geeft, die je ook anderen gunt.
Alléén als je
nadat je, aangedreven door het besef dat de weg die je nu zonder Jezus gaat naar de verdoemenis leidt, een verlangen hebt gekregen naar meer van Jezus Christus,
[lijdzaamheid / volharding / standvastigheid] hebt, dat wil zeggen:
blijft in het met je gemoed, dus met verstand en emotie, uitsluitend Jezus volgen (het geloof),
kun je uit de uitverkiezing je troost halen:
Johannes 16
8 En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel:
9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;
10 En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien;
11 En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
Markus 1
40 En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieën, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.
41 En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit, en raakte hem aan, en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd!
42 En als Hij dit gezegd had, ging de melaatsheid terstond van hem, en hij werd gereinigd.
Openbaring 3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Kolossenzen 1:
21 En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend,
22 In het lichaam Zijns vleses, door den dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen;
23 Indien gij maar blijft in het geloof, gefondeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hope des Evangelies, dat gij gehoord hebt, hetwelk gepredikt is onder al de kreature, die onder den hemel is; van hetwelk ik Paulus een dienaar geworden ben;
24 Die mij nu verblijde in mijn lijden voor u, en vervulle in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente;
25 Welker dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods;
26 Namelijk de verborgenheid, die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen;
27 Aan wie God heeft willen bekend maken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid;
28 Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus;
29 Waartoe ik ook arbeide, strijdende naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht.
Hebreeën 10
35 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
36 Want gij hebt [lijdzaamheid / volharding / standvastigheid] van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen;
37 Want: Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven.
38 Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
39 Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.
2 Korinthe 1
6 Doch hetzij dat wij verdrukt worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid, die gewrocht wordt in de lijdzaamheid van hetzelfde lijden, hetwelk wij ook lijden; hetzij dat wij vertroost worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid;
7 En onze hoop van u is vast, als die weten, dat, gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden, gij ook alzo gemeenschap hebt aan de vertroosting.