Mariavt schreef:Even off-topic. DWW, ik zie onder jouw postings die website staan. Luister jij ook wel eens naar ds.Cabaret? Die man was scherp, maar sprak altijd zo goed van de Heere, ik luister graag preken van hem. en die link van de woeste weg staat ook in mijn favorieten op het internet.
Ik luister hem bij tijden ook graag. Wat ik van hem vind, kan je op zijn webpage lezen.
Een enkele kanttekening omtrent ds. T. Cabaret
Persoonlijk heb ik altijd veel achting voor deze predikant gehad. Ik mag zeker geloven dat hij een kind en een geroepen knecht Gods was. De vijandschap van de nette vrome godsdienst is hem daarom dan ook in zijn leven niet bespaard gebleven. Wat hebben zeer velen deze man vertrapt en verguisd. De Heere heeft het allemaal willen gebruiken om hem te louteren, en hem daarmee buiten de legerplaats van de kerkelijke troep te willen zetten. Maar, wee degenen die hier allemaal aan hebben mee gedaan. Deze bekwame prediker heeft in zijn leven veel verdrukking geleden, omwille van het geboren Kindeke Jezus, in de beestenstal van zijn arme zondige ziel. Over deze verdrukkingen verteld hij enige dingen in de memoires die hij op band heeft ingesproken, nadat hij geveld was geworden door een hartinfarct. In deze dierbare herinneringen verteld hij ook over zijn bekering, over zijn roeping tot het predikambt, over hoe hij voor het curatorium moest verschijnen, over de oorlogstijd, over zijn tijd als predikant binnen Ger. Gemeenten, over de scheuring binnen de Ger. Gem. in 1953, over zijn haat tegen het heersende godsdienstig farizeïsme, maar ook over zijn liefde tot God en Zijn lieve volk, en nog vele andere dingen meer. Zeer nuttig om eens te beluisteren en te herluisteren, voor hen die van deze dingen maar weinig of nooit gehoord hebben. Helaas was ook deze predikant geboren én gestorven in de heersende leerdwalingen. Hij heeft zelfs nog aan de voeten van ds. G.H. Kersten mogen zitten, waarvan ik ook mag geloven dat hij genade mocht kennen. Ds. T. Cabaret stelde in zijn prediking daarom ook, in de lijn van zijn leermeester, de wedergeboorte / levendmaking helaas te vroeg in zijn prediking. Hij leerde niet de rechtvaardiging van de goddeloze dode zondaar, zoals bijv. ds. J.P. Paauwe vanuit de lijn der reformatie wél leerde, maar de rechtvaardiging van de wedergeboren zondaar. Ds. Cabaret heeft zijn leerdwaling helaas nooit ingezien, en deed daarom vanuit een bepaalde blindheid omtrent dit punt helaas weleens lelijke uitspraken over de prediking van ds. Paauwe die wél degelijk oog had voor deze heersende dwalingen. Wat hebben die vervloekte ROOMSE leerdwalingen op het erf der kerk niet te weeg gebracht, lezer? Kromme on-Bijbelse uitspraken, die meestentijds uit het gezelschapsleven van het begin van de vorige eeuw voortkwamen als, met een geopenbaarde Middelaar de dood nog in moeten gaan, waren hem dan ook niet vreemd. Met deze uitspraak bedoelde hij : ‘Christus gezien te hebben vanuit een heenwijzing uit het Goddelijke Woord als een mogelijkheid tot zalig worden, maar Hem nog niet geschonken te hebben gekregen door het zaligmakende geloof.’ Hier is hij in zijn leven nooit vanaf geweken. Ook hij preekte eigenlijk meer de bevinding der heiligen, die toch menigmaal zeer dierbaar was om te beluisteren, voor hen die schier geen geestelijk eten meer hebben. Teunis Cabaret was geen groot theoloog, evenmin als zijn leermeester ds. G.H. Kersten. Toch had hij een zuivere zielsbevinding, en zeer veel licht van de Heere ontvangen in de uitleg van Gods Woord. Deze man had iets profetisch. Met name blonk hij uit in de verklaring van het Hooglied en de Openbaringen van Johannes, waar heden ten dage helaas zeer weinig uit gepreekt wordt. Daartoe hebben we ook willen besluiten om deze preken toch te willen plaatsen, ondanks de leerdwalingen die hem aankleefden. Zijn standpunt omtrent dat de kerk niet meer als institutie, maar alleen als het Lichaam van Christus beschouwt kan en mag worden, deel ik van harte. Dat is de Kerk met een grote K. Voor ds. Cabaret waren kerkgebouwen daarom niet meer dan een beschutting tegen regen en wind. Zijn standpunt dat er hier op aarde geen Heilig Avondmaal meer bediend kon worden, deel ik echter niet. Johannes Van der Poel zei weleens: “Wie zijn gemeente het gebroken Lichaam van Christus onthoudt, die houdt zijn gemeente voor honden.” Ds. Cabaret zei in dit verband heel vaak dat de honden aangingen en de kinderen bleven zitten. Beslist geen onwaarheid in zijn en onze hedendaagse tijd, maar toch beslist geen excuus om deze instelling Gods terzijde te schuiven. Ds. Cabaret bedoelde dit uiteraard niet als verachting van het heilig sacrament, maar om het laaghangende oordeel Gods over de kerk niet te verzwaren. Hij had daar zijn redenen voor. Teunis Cabaret wist als een eenzame alleenstaande strijder wél wat het was om met de Christus Jezus buiten de legerplaats verdrukkingen te lijden. Op kerkelijk gebied was hij werkelijk een eenling. Voor dezulken heb ik eigenlijk altijd de meeste achting gehad. Velen spreken van het geloof in de Heere Jezus, maar weten van geen kruis wat hen om Zijnentwil is opgelegd geworden. Vele rechtzinnige predikanten beminnen bijv. de leer van dr. H.F. Kohlbrugge, maar schuwen in hun ambtelijke leven, het kruis van Kohlbrugge. Hiervan was ds. T. Cabaret geen vreemdeling, hoewel hij anders leerde als Kohlbrugge. Het is ook bekend dat enkelen van Gods volk stiekem zijn banden beluisterden, en bang waren dat hun kerkenraad er achter zou komen. Door zijn profetisch onderwijs heeft ds. Cabaret velen van dit huichelachtige volk van God, toch mogen vertroosten. Hij had gaven tot onderwijs, maar ook retorische gaven, die velen boeiden. De nette vrome kerkgangers hebben van hem gezegd, dat hij menigmaal zeer platfloers was in zijn uitspraken. Maar, zulke dingen worden altijd gezegd door lieden die de donder der wet in hun helwaardige zielen nog nimmer geestelijk hebben voelen branden. Geliefde lezer, wanneer God Zijn gebod geestelijk inbrengt in de ziel van een verkoren zondaar, en daar de zonden levend maakt in het hart van die zondaar, dan kermt die zondaar het onder de prediking des Woords uit : “Dominee preek nog maar even door, want u kunt me het half niet zo zwart en slecht voorstellen, als hoe het innerlijk bij me gesteld is!” Voor dezulken had ds. Cabaret nog een woord van vertroosting. Toch hebben velen van Gods volk hem zeer bemind, omwille van de geestelijke bevinding die hij brengen mocht, maar ook om zijn geschonken genade en de gave waarmee hij zijn prediking brengen mocht. Ook zijn prediking heeft de Heere willen gebruiken tot de eer en roem van Zijn Naam, en tot de uitbreiding van zijn heerlijk Koninkrijk.
D.J. Kleen