Luther schreef:Graag wil ik aan jullie het volgende voorleggen.
Onlangs had ik met enkele vrienden een gesprek over het Heilig Avondmaal. Op een gegeven moment werd de stelling geponeerd: "Als je als belijdend lid niet deelneemt aan het Heilig Avondmaal dan belijdt je openlijk voor de gemeente dat je Christus niet kent." (Overigens werd daarbij direct gezegd: Uiteraard zegt dat niets over het innerlijk leven, maar dat is dan wel de belijdenis die je zonder woorden uitspreekt.)
Hoe denken jullie daarover?
Het probleem begint al bij het belijdenis doen.
Tegenwoordig wordt er bij het belijdenis doen meer ingestemd met de leer, dan dat we belijdenis van ons persoonlijk geloof in Christus doen.
Een fijne bijkomstigheid is dat we niet meer naar cathechesatie hoeven.
Dus het is vaak (helaas) zo dat je wel belijdenis heb gedaan, maar nog niet deel kan nemen aan het Heilig Avondmaal.
Ken je Christus dan? Nee! Er is m.i. geen ander antwoord mogelijk.
Natuurlijk ken je Christus wel, je hoort van Hem, leest van hem, maar je kent hem als het ware van een foto.
Maar wanneer je Hem in het echt mag zien, zie je ook jezelf.
En wanneer je jezelf ziet verdwijnt elke kracht en elke lust om te leven.
Want in het Licht van Christus blijft er van mij niets over!
En daarin zit nu ook het wonder van het H.A.
God weet dat wij van onszelf krachteloos en machteloos zijn en heeft daarom het H.A. ingesteld tot Hij komt.
Hij wil ons door het Avondmaal sterken zoals Hij Elia sterkte;
Sta op, eet, want de weg zou te veel voor u zijn.
Ikzelf ben weleens getroffen door het feit dat zoveel mensen blijven zitten.
Ik kan zelf niet meer leven, ik heb kracht nodig, kracht die God mij door Zijn genade wil geven.
Hij heeft mij tot een persoonlijk geloof geroepen en heb daardoor ervaren dat ik geheel afhankelijk van Hem ben.
Al die mensen die blijven zitten zijn blijkbaar veel sterker dan ik en redden het nog zelf.
I.p. zeg je daarmee dat je Gods genade brood niet nodig heb...
Ik weet dat het voor sommigen heel moeilijk ligt, die ook graag zouden willen, maar niet durven.
Maar wanneer je door genade mag weten geborgen te zijn achter Zijn bloed (en echt, dat is de enige veilige plek!) Laat God dan ook zien dat je Zijn genade brood niet veracht.
Hij heeft de tafel gedekt en ook uw naamkaartje klaargezet op tafel.
Laat u uw Vader wachten?