entiteitxx schreef:freek schreef:Tiberius schreef:Bert Mulder schreef:
Verschrikkelijk!
Wees nuchter, Bert.
Waarschijnlijk is daar gewoon Johannes 3 : 1 - 15 gelezen, dan sla je vanzelf vers 16 over.
Nee.
En dat noem je ook niet overslaan.
Zonderling schreef:maar de vraag is wel of hier geen laster in het spel is.
:roll:
Neemt niet weg dat ik op grond van bepaalde ervaringen de thuis-leespraktijk verafschuw. Maar ik ga geen dingen rondvertellen die niet waar zijn.
Dat zal vast een goede grond zijn.
Er zijn mensen die vanuit hun conscientie geen ruimte krijgen om naar een kerk te gaan. Of je niet of wel naar de kerk dient te gaan kun je nog over redetwisten, maar je geweten geweld aandoen is altijd verkeerd. Persoonlijk heb ik wel veel respect voor deze mensen vooral om hun geloofsleven en toewijding. Beetje minder vind ik dat ze zich vaak totaal buiten de wereld plaatsen.
Nou. toch wel vreemd
Hoe is het mogelijk, at men graag bij de naam christen genoemd wilt worden, maar niet Zijn kruis op willen nemen. En niet Hem gehoorzaam zijn. Om enkele teksten te noemen, en je mag ze gerust liefelingsteksten van mij noemen:
Ten eerste:
Heb 10:25:
En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten,27) gelijk sommigen de gewoonte hebben,28) maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
Hand. 2:42:
En zij waren volhardende in88) de leer der apostelen, en in de gemeenschap,89) en in de breking90) des broods, en in de gebeden.91)
Zijn zij heiliger dan de kerk te Korinthe, of is de kerk tegewoordig nog slechter dan de Apostel Paulus beschrijft (en ze vierden nog wel des Heeren Heilig Avondmaal!!!!):
17 Dit nu, hetgeen39) ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar41) tot erger samenkomt.
18 Want eerstelijk, als gij samenkomt in de Gemeente,42) zo hoor ik, dat er scheuringen zijn onder44) u; en ik geloof het ten45) dele;
19 Want er moeten ook46) ketterijen47) onder u zijn,48) opdat degenen, die oprecht zijn,49) openbaar mogen50) worden onder u.
20 Als gij dan bijeen samenkomt, dat51) is niet des52) Heeren avondmaal eten.
21 Want in het eten neemt53) een iegelijk te voren55) zijn eigen avondmaal;56) en deze is hongerig57), en de andere is dronken.
22 Hebt gij dan geen huizen, om er te eten en te drinken? Of veracht gij de59) Gemeente Gods, en beschaamt gij60) degenen, die niet hebben? Wat zal ik u zeggen? Zal ik u prijzen? In dezen prijs ik61) u niet.
23 Want ik heb62) van den Heere63) ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb,64) dat de Heere Jezus65) in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam;
24 En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
25 Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis.
26 Want zo dikwijls als gij dit brood zult67) eten, en dezen drinkbeker zult68) drinken, zo verkondigt den69) dood des Heeren, totdat Hij komt.70)
27 Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan72) het lichaam en bloed des Heeren.
28 Maar de mens beproeve zichzelven,73) en ete alzo74) van het brood75), en drinke van den drinkbeker.76)
29 Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel,77) niet onderscheidende het78) lichaam des Heeren.
30 Daarom zijn onder79) u vele zwakken en kranken, en velen slapen.80)
31 Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden81) wij niet geoordeeld worden.82)
32 Maar als wij83) geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden.
33 Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten,84) verwacht elkander.85)
34 Doch zo iemand hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een oordeel87) samenkomt. De overige dingen88) nu zal ik verordenen, als ik zal gekomen zijn.
en nog sprak hij hen aan als broeders!
Nee, dit noemt hij hen:
Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden5) in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats,7) beide hun en onzen Heere;
en nog meer, hij dankt ook God nog voor die gemeente:
Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus;
Hebben die thuislezers dan iets, dat ze niet ontvangen hebben?
Leren we niet dit in onze geliefde Nederlandse Geloofsbelijdenis:
Artikel 28. Dat een iegelijk schuldig is zich bij de Kerk te voegen.
Wij geloven, aangezien deze heilige vergadering is een verzameling dergenen die zalig worden, en dat buiten haar geen zaligheid is, dat niemand, van wat staat of kwaliteit hij zij, zich behoort op zichzelven te houden, om op zijn eigen persoon te staan; maar dat zij allen schuldig zijn zichzelven daarbij te voegen en daarmede te verenigen; onderhoudende de enigheid der Kerk, zich onderwerpende aan haar onderwijzing en tucht, den hals buigende onder het juk van Jezus Christus, en dienende de opbouwing der broederen, naar de gaven die hun God verleend heeft, als onderlinge lidmaten van één zelfde lichaam. En opdat dit te beter zou kunnen onderhouden worden, zo is het ambt* aller gelovigen, volgens het Woord Gods, zich af te scheiden van degenen die niet van de Kerk zijn, en zich te voegen tot deze vergadering, het zij op wat plaats dat God ze gesteld heeft; ook al ware het zo, dat de magistraten en plakkaten der prinsen daartegen waren, en dat de dood of enige lichamelijke straf daaraan hing. Daarom, al degenen die zich van haar afscheiden of niet daarbij voegen, die doen tegen de ordinantie Gods.
* ambt betekent hier plicht.
Dus lezen we dat, volgens het getuigenis van de Schrift en onze belijdenis, als ze niet met waarachtig berouw de zonde van thuislezer zijn nalaten, en zich niet bij de kerk van Christus, hetwelk toch zijn Lichaam is, aansluiten, dan zullen ze voor eeuwig verdoemt worden. Want buiten Christus, Zijn Woord, en Zijn Kerk is geen zaligheid. En het behaagt God door middelen te werken. Zoals we ook in de Romeinenbrief lezen:
13 Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen,22) in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben?23) En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?24)
15 En hoe zullen zij prediken,25) indien zij niet gezonden worden?26) Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten27) dergenen, die vrede verkondigen,28) dergenen, die het goede verkondigen!
16 Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest;29) want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd?30)
17 Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.31)
Dus werkt God in de dwaasheid der prediking. In de geinstitueerde kerk. Hoewel die maar een zeer zwak type is van de Kerk. En hoewel die kerk hier op aarde is samengesteld van aarde vaten, ook de kerkeraad. Van dezelfde beweging als ook de thuislezers. Dus net als de thuislezers, ook zondaren.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.