caprice schreef:Een mooi stukje van Alexander Comrie.
Zeker, maar heel anders dan wat je beweerde he. En daar ging het mij om.
caprice schreef:Polemicus schreef:Dat is merkwaardig! Een kind in de wieg gaat werken? Wel de vergelijking vasthouden he!
Afgezien van dat een beeld wel eens mank kan lopen, is dit een zaak die niet meteen bij aanvang gestalte krijgt in de dadelijkheid, maar die kort er na plaats vindt.
Dus we zijn het erover eens dat zo'n beeld geen enkele kracht van argumentatie heeft. Dat bertekent dan, dat je eerst zult moeten aantonen uit de Heilige Schrift dat dit soort ideeën bestaansrecht hebben. Van de Groe zou zeggen: "Ik vertrouw dat dit zeker wel nooit zal gebeuren." Maar niet te snel, laat eens horen. Kan je één tekst noemen die dit rechtstreeks (dus niet door middel van 'schone analogieën') onderbouwt?
caprice schreef:Polemicus schreef:Juist, dus geestelijk leven zonder de kennis van Christus. Dat kind is al lang uit de wieg en volop aan het werk, en nog altijd kent het zijn oudste broer niet. ...
Ik weet niet of je hier de vergelijking van Christus als oudste broer kunt noemen, al wordt wel van Christus gezegd 'dat Hij Zijn broederen in alles gelijk geworden is, uitgenomen de zonde'. De zondaar gaat werken, en hoe harder hoe liever, want hoe eerder dat hij doodgewerkt is.
Ach ja, zo zie je wat ervan komt om maar een beetje losjes op de klank af en wat gemoedelijk te beschrijven. Kan je het mij ook aanwijzen in de bekeringen van Lydia, Timotheus, de stokbewaarder, Paulus, de moordenaar aan het kruis en de kamerling van Candacé? (Ik noem maar even een paar voorbeelden). Zo niet, dat kan het net zo goed ook anders. Of is het misschien niet eens normaal als het gaat zoals je stelt?
caprice schreef:Polemicus schreef:En waar blijft nu de duidelijke taal van de Heilige Schrift: zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, te worden?! Ja, kinderen ...
vervolg:
Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.
De schenking gaat aan de aanneming vooraf.
Dat is juist dat liefelijke, die kinderen Gods, dat is iets teers. In de wedergeboorte wordt dat geloofsvermogen geschonken, maar in de beoefening is er de geloofsdaad. Lees ook de kanttekeningen eens bij deze tekst.
Wel goed lezen graag: geen kindschap Gods zonder aannemen (actus). Dus er is verstrijkt geen tijd tussen de inplanting van het geloofsvermogen (de habitus) en de daad van het geloof (actus). Dus kort en goed: je kunt niet van een waar geloof spreken, als er niet is: het aannemen van Christus. Comrie zou er nog bijvoegen: op het aanbod, maar dat is misschien een beetje teveel van het goede.
caprice schreef:Polemicus schreef:Het klinkt allemaal erg rechtzinnig, maar het komt er dan toch maar op neer, dat het getuigenis van de Heilige Schrift toch racidicaal wordt verdraaid. Want er is geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, ook niet in de vierschaar der consciëntie. En in de vergelijking van de parels zie ik toch echt geen enkel spoor van het verloren gaan onder Gods recht. De koopman ruilt toch immers alles voor Jezus? Ik begrijp dit soort analogieën werkelijk niet. Maar het zal wel een waarheid achter de waarheid zijn. Merkwaardige exegese.
Dit is geen exegese, maar het trekken van een geestelijke lering uit deze gelijkenis. En er ís geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn. Dat beweerde ik ook niet. Want in de wedergeboorte wordt een mens afgesneden van Adam, en ingeplant
ín Christus. Dat dat in het leven nog nader uitgewerkt wordt in de oefeningen des geloofs is nog een andere zaak.
Juist, dan gaan we het nog wat breder trekken. De vergelijking van de parelkoopman staat in de context van vele vergelijkingen:
a. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
b. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid;
c. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zuurdesem, welken een vrouw nam en verborg in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was.
d. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen, en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.
e. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone paarlen zoekt;
f. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt;
Kan je uit één van die gelijkenissen de lering trekken dat God de zondaar, die in Christus is ingelijfd (habitus) en reeds gemeenschap heeft geoefend met Christus door het geloof (actus) en de toevlucht tot Hem heeft genomen, alsnog door God wordt gedagvaard en verloren moet gaan onder Gods recht? Het mag ook met een rechtstreeks schriftbewijs.