Pagina 2 van 2

Geplaatst: 04 sep 2007, 15:59
door lebaoth
memento schreef:Een oude versie van de SV digitaal lijkt me niet zo heel nuttig. Inhoudelijk zal er niet zo veel veranderd zijn.

Oude Nederlandse vertalingen digitaal beschikbaar hebben, zoals de Delftse en Deux-aas (of hoe je dat ook schrijven mag) lijkt me voor vergelijkingen juist wél weer interessant.
Pfft, jij bent een bèta zeker? :roll:

Natuurlijk is er inhoudelijk niet zoveel veranderd, dat is ook heel het punt niet. Voor taalkundige doeleinden is het erg nuttig, en verder kun je letterkundige werken aan de hand van citaten veel beter plaatsen.

Zie Van der Sijs' oproep in Trouw:

Podium, donderdag 21 juni 2007

Zet de Statenbijbel uit 1637 op internet

Nicoline van der Sijs lid hoofdredactie Etymologisch woordenboek van het Nederlands, Instituut voor Nederlandse Lexicologie Leiden

Van de Statenbijbel uit 1637 is nog geen digitale versie beschikbaar. Dat belemmert historisch taalonderzoek.

Ieder zichzelf respecterend land zorgt ervoor dat de belangrijkste, vormende teksten voor zijn staatsburgers beschikbaar en toegankelijk zijn. Het belang van de Statenvertaling van de Bijbel – en wel de oorspronkelijke editie uit 1637 – staat buiten kijf. Deze vertaling is door de commissie-Van Oostrom uitverkoren tot een van de ’vensters’ op het verleden die tezamen de historische canon van Nederland vormen.

De taalkundige, cultuurhistorische en religieuze waarde van die bijbelvertaling is onschatbaar. De invloed die deze tekst heeft gehad op de Nederlandse taal, cultuur en het religieuze gedachtegoed is eveneens onschatbaar.

Maar die invloed zou wel geschat kúnnen en zelfs móéten worden. Dat kan echter alleen als de tekst van de Statenvertaling digitaal beschikbaar en doorzoekbaar is.

Ter illustratie: als historisch-taalkundige heb ik het idee dat de invloed van het Duits op de Nederlandse protestantse bijbelvertalingen veel groter is dan tot dusverre werd aangenomen. Dat idee zou ik willen toetsen. Daarvoor moeten de Nederlandse en de Duitse bijbeltekst – die als voorbeeld heeft gediend voor de Nederlandse vertaling – met elkaar worden vergeleken. Wil men dat enigszins systematisch doen, dan zal men de mogelijkheden die de computer tegenwoordig biedt, moeten benutten – en daarvoor moet de tekst digitaal beschikbaar zijn.

De meeste mensen met wie ik spreek over mijn ideeën voor onderzoek, gaan er blindelings van uit dat de tekst van de Statenvertaling voor iedereen beschikbaar ’ergens’ op internet staat. Dat is niet helemaal onjuist: inderdaad heeft het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) plaatjes, foto’s van de pagina’s van de oorspronkelijke tekst van de Statenvertaling, geplaatst op http://www.bijbelgenootschap.nl/digibi.

Maar daarmee kun je geen onderzoek verrichten. Je kunt niet door de plaatjes heen zoeken naar woorden of begrippen. Je kunt zelfs de tekst niet gemakkelijk lezen, als je niet gewend bent aan het 17de-eeuwse drukwerk en taalgebruik. Er bestaan bovendien verschillende websites met digitale versies van de Statenvertaling, maar daarbij gaat het om 19de/20ste-eeuwse edities van de tekst. Het taalgebruik daarvan is, vergeleken bij de editie uit 1637, stilzwijgend en zonder enige verantwoording ingrijpend herzien en aangepast.

Ik heb allerlei instanties benaderd met het verzoek steun te bieden bij het digitaliseren van de oorspronkelijke editie van de Statenvertaling uit 1637. Iedereen ziet het belang ervan in, maar niemand voelt zich geroepen: het is (te) veel werk (‘een heidens karwei’ volgens één instantie), te duur, er zijn andere prioriteiten, et cetera. Legitieme redenen ongetwijfeld, maar het gevolg is dat er niets gebeurt.

Daarom heb ik besloten om zelf de hand aan de ploeg te slaan en niet langer te wachten totdat een instantie het licht ziet. Ik zal, met ondersteuning van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie in Leiden, het NBG en de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl), het project ’Digitalisering Statenvertaling 1637’ gaan coördineren.

In de goede traditie van de bijbelvertalingen doe ik een beroep op vrijwilligers – dominees, al dan niet gepensioneerde leraren, neerlandici, taal- of letterkundigen, mensen die enige ervaring hebben met oudere Nederlandse teksten. Wij zullen aantonen dat het met goede wil en noeste vlijt ook zonder overheidssteun moet lukken de bijbeltekst van 1637 binnen een half jaar digitaal beschikbaar te stellen, vooralsnog zonder de uiterst interessante kanttekeningen.

Ik ga ervan uit dat instanties zo enthousiast zullen worden over de digitale bijbeltekst, dat zij vervolgens niet alleen de digitalisering van de kanttekeningen, maar ook die van de ’van nieus [...] oversiene’ tweede druk uit 1657 zullen ondersteunen. Daarna liggen nog te wachten de Liesveltbijbel, de Deux-Aesbijbel, de Mortierbijbel... Kortom: er is werk aan de winkel.



Copyright: Trouw

Geplaatst: 04 sep 2007, 19:30
door Zonderling
lebaoth schreef:Beste Zonderling,
hoe kom je erbij dat de tekst maar door één persoon per gedeelte ingevoerd wordt? Natuurlijk gebeurt dat door meerdere mensen, en die gedeelten worden met elkaar vergeleken.
Ik neem aan dat je bedoelt digitaal vergeleken. Ik hoop dat je gelijk hebt. Wanneer dat juist is, dan is dit inderdaad een betrouwbare aanpak. Ik had dit ook zelf genoemd als mogelijk alternatief voor scannen.
Ik heb begrepen dat vooral mensen met historische letterkunde als specialiteit eraan gaan zitten, en die maken over het algemeen niet heel veel fouten met afschrijven, als dat eenmaal mis is gegaan met maar een enkele letter kun je al naar een wetenschappelijke carrière fluiten..
Wanneer Van der Sijs ook zulke sancties toepast...
De artikelen maakten nu sterk de indruk dat gewerkt werd met vrijwilligers, niet met professionele krachten. Op zich is daar niets mis mee, mits mensen het oude schrift beheersen en accuraat zijn. Dubbele invoer met digitale vergelijking maken het werk dan tot een inderdaad betrouwbaar werk.

De uitlatingen van Van der Sijs (zoals dat de opschriften boven de Bijbelboeken en de hoofdstukken in geen enkele tegenwoordige uitgave meer staan, komen echter niet erg deskundig over. Daarom ben ik ook nog niet zo overtuigd dat de geschetste 'dubbele invoer' inderdaad plaatsvindt. Maar we zullen zien.
Fascimile is trouwens superlastig als je moet citeren. Gescande versies van 1637 zijn ook wel te vinden op het intranet van de KB ofzo, maar daarin kun je niet zoeken, knippen en plakken. Ik ben studente Nederlands en ik zou het heerlijk vinden als 'ie in gewone letter digitaal beschikbaar komt. Veel makkelijker met zoeken en citeren. Dat gaat nu ook wel, maar het kost veel meer tijd en mi nogal overbodig.

En scannen geeft veel rompslomp met vlekken ed. Zie bijv deze link, daar is iets uit 1567 gescand. http://www.let.leidenuniv.nl/Dutch/Rena ... /fb029.htm
Deze fascimile is redelijk duidelijk, maar bijvoorbeeld de derde regel geeft al wat moeilijkheden met vlekken. Kun je nagaan hoe dat is met een vel dat dubbelzijdig bedrukt is, dan zijn alle letters doorgedrukt en is het helemaal moeilijk leesbaar. En nogmaals, dit is niet digitaal te doorzoeken, erg lastig!
Op zich mee eens, mijn voorstel was ook slechts om facsimile te gebruiken voor een scan die speciaal voor gothische letters is ontwikkeld. En van 1637 bestaan heel goede exemplaren, zelfs nagenoeg zonder vlekken (zoals ik er zelf één mag bezitten). Ik weet dat er scanners zijn die aangepast kunnen worden aan het lettertype, dus m.i. was die aanpak het onderzoeken waard.
Ursicula hoort wel bij de beste projecten wb de Renaissancetijd, dus ik neem aan dat mw Van der Sijs heus wel geïnformeerd heeft hoe dat gaat met scannen ed
O.k., het lijkt erop dat je weet waar je het over hebt. Wanneer Van der Sijs inderdaad een goede aanpak heeft, zou het kunnen meevallen.

Blijft overigens wel mijn kritiek staan dat haar opmerkingen over het ontbreken van opschriften in hedendaagse uitgaven onterecht zijn en dat de verschillen tussen 1637 en 1657 in principe gewoon bekend zijn via het drukfoutenregister van 1655. Althans als "soll"-positie voor 1657.

Ik houd veel interesse voor de vraag welke wijzigingen in 1657 ten opzichte van 1637 niet in het drukfoutenregister staan, want juist die gevallen komen voor correctie in aanmerking in de hedendaagse uitgaven, zelfs de uitgaven van de GBS. Ik heb ook zelf in het verleden diverse verbeteringen voor de GBS-editie aangedragen (sommige zelfs vanuit de 1637-editie die ik zelf bezit en waar 1657 een fout bleek te hebben) welke ook door de GBS verwerkt zijn. Daarnaast ken ik enkele fouten in alle edities (behalve de originele handschriften van de Statenvertalers), die echter - om niet met de gewoonte te breken - nog niet als fout zijn erkend maar dat wel zijn.

Zoals je ziet heeft dit onderwerp mijn bijzondere belangstelling.

M.vr.gr.,
Zonderling

Geplaatst: 04 sep 2007, 22:05
door refo
Ik heb ook keurige oude boeken. Zonder vlekken. Totdat je ze gaat scannen.....

Geplaatst: 30 okt 2007, 14:13
door Andreas
De uitlatingen van Van der Sijs (zoals dat de opschriften boven de Bijbelboeken en de hoofdstukken in geen enkele tegenwoordige uitgave meer staan, komen echter niet erg deskundig over.
Dat klopt dan aardig. Dr vd Sijs is van oorsprong dan ook geen neerlandicus, maar een slavist.

De link naar de Statenbijbel van 1637 bij het NBG is deze.

Geplaatst: 30 okt 2007, 19:13
door Zonderling
Andreas schreef:
De uitlatingen van Van der Sijs (zoals dat de opschriften boven de Bijbelboeken en de hoofdstukken in geen enkele tegenwoordige uitgave meer staan, komen echter niet erg deskundig over.
Dat klopt dan aardig. Dr vd Sijs is van oorsprong dan ook geen neerlandicus, maar een slavist.

De link naar de Statenbijbel van 1637 bij het NBG is deze.
:?:

Moet je neerlandicus zijn om vast te stellen dat de opschriften boven de hoofdstukken en Bijbelboeken nog steeds in de huidige edities van de Statenvertaling staan (de edities van GBS en Den Hertog)?