(Cursivering van mij - H.) En dus constateer jij iets anders dan Kieviet? Ik denk het niet, maar het kan zijn dat de definiering van de natuurlijke mens, die die verlossing zoekt anders is? Of ga jij er ook van uit dat het de eigen schuld is van de mens dat hij van God is afgedwaald, en er dus een schuldbelijdenis past als je tot God nadert?Oorspronkelijk gepost door Kaw
Waarom spreekt de schrift dan niet duidelijk over een weg tot Christus, zoals tegenwoordig in de prediking gepromoot wordt?
Het enige wat ik lees is dat mensen tot Jezus kwamen met het idee dat er bij Hem verlossing te vinden was of dat Jezus mensen onwederstandelijk riep om Hem te volgen.
Na Jezus waren de discipelen ook niet bezig met de weg tot Christus, maar met het verkondigen van het evangelie, omdat ze wisten dat daar de kracht tot behoud in lag voor iedereen die God in eeuwigheid geroepen had tot het heil.
Terecht benadrukt Majorca dat alle oudvaders de schuld van de mens in zijn naderen tot God aan de orde laten komen.
Waarschijnlijk zou Kieviet je op Psalm 130 wijzen, en op de indeling van de Romeinenbrief, maar dat stond al in het artikelMooi verhaal wat heel goed in het straatje past van de volgtijdlijkheidsdrijvers. Helaas zie ik ook mensen roepen dat het heel Bijbelse praat is. Nu vraag ik natuurlijk naar de bekende weg, maar waar staat dat dan?
De HC geeft bij antwoord 2 (Drie stukken. Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn Ten andere: hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost worde En ten derde: hoe ik Gode voor zulke verlossing zal dankbaar zijn)
Mattheus 11 vers 28 vv: 28 Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen.
30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.
Efeze 5 vers 8: Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts.
Johannes 9 vers 41 Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde.
1 Joh 1 vers 9 en 10: 9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons.