Ik ben dit weekend begonnen aan een boekje van Godwin, op aandringen van mijn schoonmoeder. Ik zeg het eerlijk.
Het was een vriend van Philpot en dat maakte het voor mij niet aantrekkelijker op.
Maar ik ben toch gaan lezen.
Het eerste waar ik aan moest wennen is de ik-gerichtheid in het boekje. Ik ben niet zo gewend dat iemand zichzelf centraal zet wanneer hij het tot eer van God bedoelt. Het gaat over hijzelf en wat hij beleefd heeft.
Niet lang daarna zegt hij onomwonden dat het evangelie alleen is voor het bekommerd gemaakte volk en dat alleen dat volk gedoopt mag worden.
Nou zou je zeggen: Dat moet voor Kaw de druppel zijn, maar dat was het niet, want wat hij ook deed is God alle eer geven. Hij beschreef hoe hij bij zijn vrouw bleef aandringen om zich toch aub verlost te laten worden door het bloed van Jezus Christus. Niet bepaald een kenmerk van het praktische hypercalvinisme. Deze Persoon is trouwens sowiezo niet bepaald een verborgen persoon in dit boek. Daarnaast beschreef hij hoe God zo ongelooflijk trouw bleef, ondanks zijn zonden. Ook de dankbaarheid en de lof van zijn kant wanneer hij weer de goedheid van God mocht smaken was niet van de lucht. Om het af te maken vond ik het mooi en heel herkenbaar dat hij zijn antwoorden bij God zocht en zo ook altijd kreeg.
Waar ik ook blij mee was is dat hij wel zijn enorme indrukwekkende ellendekennis beschreef, maar het niet zijn lezers oplegte. Hij getuigde er enkel van. Ook stelde hij geen eisen aan de bevinding. Het was gewoon 1 groot loflied op God en een getuigenis over de liefde die God voor hem gehad heeft. Ik ben op dit moment nog maar op bladz. 50, maar tot dit moment valt het me enorm mee. We mogen dogmatisch misschien verschillen, maar ik voel me zeker geestelijk verbonden met deze man.