Geplaatst: 29 sep 2004, 10:04
Nu we toch op dit punt in de discussie zijn aanbeland (wervingskracht van de kerk), is het misschien goed om het artikel van prof. van de Beek in het ND van vandaag erin te betrekken:
Aantrekkelijke kerk, cultuur en evangelicalen
door dr. A. van der Beek
Het artikel 'Een aantrekkelijke kerk - maar voor wie?' van dr. A. van de Beek in het Nederlands Dagblad van 28 augustus heeft nogal wat reacties opgeroepen. Dr. Van de Beek vindt het goed dat die reacties gekomen zijn, want het artikel was bedoeld om gelezen en ter harte genomen te worden.
In zijn reactie gaat hij niet afzonderlijk in op alles wat in de discussie ter sprake is gekomen, maar richt hij zich op drie facetten die als een rode draad door de reacties lopen: de bedoeling van zijn betoog, de relatie naar de cultuur en de evangelicalen.
De kern van mijn betoog is niet gericht op de vormen. Het gaat mij niet om een pleidooi voor een ouderwetse kerkdienst of liederen uit de achttiende eeuw. Het gaat mij er juist om die discussie te overstijgen. Men is in de kerk veel te veel bezig zich te bezinnen op de vormen, op communicatie. Mijn zorg is veeleer dat de geloofsinhoud op de achtergrond raakt.
Het ontbreekt veel mensen in de kerk aan gedegen Schriftkennis en nog meer aan een geloofsleer die leeskader is voor de Schrift. Dat wil niet zeggen dat de geloofsleer over de Schrift wordt heen gelegd, maar zonder zo'n leeskader kan de Schrift ook niet meer verrassend zijn: dat er staat wat we nog nooit hadden gedacht. Het gaat mij om verdieping.
Daarbij moeten ook de contrasten, aanvechtingen en oordelen van de Schrift ter sprake komen. Ik preek ook liever over 'Komt allen tot mij die vermoeid en belast zijn' dan over 'Ik heb u nooit gekend' nadat de deur is gesloten. Maar het is niet de vraag wat ik fijn vind, maar wat de boodschap is die van Godswege tot ons komt. De Bijbel is vol troost en loflied, maar nooit zonder aanvechting en oordeel.
Het gaat mij dus voor alles om diepgang, en die ontstaat en bestaat uit het gehoorzaam luisteren naar de hele Schrift. Die houding is de aantrekkelijke houding van de kerk voor de Here.
Vormen
Hoe dat vervolgens verwoord wordt en met welk muziekgenre daarop gereageerd wordt, is mijn zorg niet. Het gaat mij niet om het genre, maar om wat daarin gezegd, gezongen en beleden wordt. Hebben de gospelsongs dezelfde diepte als de psalmen? Spreken zij oordeel en genade, aanvechting en troost uit? Wat mij in de discussie opvalt, is dat die voor velen gaat over de vormen.
Dat laat zich verstaan. Velen in de kerk zijn bezig met de vormen. Daartegen richtte mijn artikel zich inderdaad. Maar niet tegen de concrete vormen als zodanig, maar tegen die concentratie op vormen. Het gaat om een boodschap die verkondigd wordt. Het gaat om wat wij gehoord hebben en willen doorvertellen. Het gaat om wat God ons geschonken heeft. Het gaat om het contrast tussen wat we gehoord hebben van ons voorgeslacht en de concrete wereld waarin we leven. Wie daardoor werkelijk geraakt is, verdiept zich niet in de vraag hoe het overkomt, maar spreekt waarvan het hart vol is.
Cultuur
Verschillende reacties stellen dat ik te negatief ben over de cultuur. Nu kunnen we een uitvoerige analyse gaan maken wat 'cultuur' betekent, maar daar schieten we niet veel mee op. Het gaat om de concrete cultuur waarin we leven. Cultuur in het algemeen bestaat niet. Het gaat nu om expressies van de dominante cultuur in Nederland. Die vraagt van kerkmensen zich op een bepaalde manier te gedragen en te uiten. Die vraagt het niet alleen van buiten af, maar die vraagt het vooral door alles wat in christenen zelf geïnternaliseerd is. We hebben zelf een houding van politiek correct christelijk spreken ontwikkeld. Het is de habitus van een vriendelijk christendom. Deze culturele habitus bepaalt de manier van preken, catechiseren, pastoraat, evangelisatie.
Het is de vraag of zo de volheid van het Woord van God nog ter sprake kan komen. Er zijn aspecten die overeenkomen met wat er leeft in de cultuur. Eeuwen christendom hebben de Nederlandse samenleving niet onberoerd gelaten. Die invloed is trouwens snel aan het tanen. Maar ze bestaat. Dat is ook niet ter discussie. De vraag is alleen of we daarbij moeten aanknopen, of zonder aarzelen tegen de stroom op de hele Schrift moeten laten uitspreken en ons als kerk daarop allereerst richten. De verwerkte aspecten komen vanzelf wel aan de orde. Maar wat we niet hebben opgenomen: de Geest die ontmaskert over zonde, gerechtigheid en oordeel, kost meer moeite om onder de aandacht te krijgen.
Crisis
Toch mogen we die kritische aspecten niet laten liggen. Op het moment dat je die over het voetlicht probeert te brengen, springen meteen een heleboel mensen op de ketting. Het is voor mij een signaal dat er iets grondig mis is. De kerk is in crisis, juist omdat ze geen crisis meer veroorzaakt in de bestaande cultuur.
Daarom gaat het er mij allerminst om dat we ons zouden moeten terugtrekken uit de cultuur. We moeten en kunnen met open ogen en open oren de wereld in gaan. Juist een grote gevoeligheid voor de cultuur en de patronen van de samenleving geven het geloof diepgang. De psalmen hadden hun vorm niet gekregen zonder kennis van het onrecht en het streven naar macht. De woorden van Jezus zouden hun scherpte missen, als ze niet gericht waren tegen wat in zijn dagen aan de hand was, op sociaal en op politiek terrein.
Wat ik ervaar van wat er gaande is in globalisering, uitbuiting, belangenstrijd wereldwijd en in de kleinste gemeenschappen, is maar een fractie van wat er werkelijk gebeurt. Maar het is genoeg om mij uiterst kritisch te maken in het besef van Gods geboden en roeping. Juist omdat ik geen wereldvreemde ben, ben ik zo kritisch.
Dat belet me helemaal niet om te genieten van al het goede dat God ons geeft. Dat goede maakt eerder het oordeel nog zwaarder: hoe kunnen we daar zó mee omgaan? En hoe groot is Gods genade die ons ons dagelijks brood blijft schenken.
Evangelicalen
De ene evangelicaal is de andere niet. Dat is duidelijk en daarin had ik helderder moeten zijn. Het ging uiteraard om de these van McGrath dat het protestantisme zal verdwijnen, waarop ik reageerde. Maar er zijn evangelicalen van allerlei soort. Mijn aandacht in het artikel was vooral gericht tegen tendensen in de protestantse kerken om met behulp van elementen uit de evangelische beweging hun diensten en werken aantrekkelijker te maken. Dat lijkt me de verkeerde weg. Er is veelmeer verdieping nodig dan verandering van vorm.
Wat de evangelische gemeenten zelf betreft, is het duidelijk dat zij meer wervingskracht hebben dan traditionele gemeenten. Voor een groot deel mag deze ledenwinst ten koste gaan van bestaande kerken, er is ook een echte groei. Sommige van deze evangelische gemeenten zijn vluchtig, zowel in hun komen en gaan als in hun theologie. Het hangt erg af van de leiders. Aan de andere kant zijn er evangelische gemeenten die juist zoeken naar verdieping en gaan graven naar bronnen. Dan verschilt evangelisch niet veel meer van gereformeerd of zelfs oecumenisch. Er zijn evangelische gemeenten en evangelische voorgangers die gereformeerder zijn dan heel veel gereformeerde predikanten van allerlei denominaties.
Trouw
Als we dit allemaal in ogenschouw nemen wordt het een kwestie van woorden en definities. We kunnen daarover een heel betoog gaan opzetten, maar het is de vraag of dat het eerste belang is. Waar het mij om gaat is, dat de kerk en haar voorgangers het Woord in zijn volle breedte en diepte onderzoeken en verkondigen, zodat Christus verheerlijkt wordt. Hoe het kerkgenootschap genoemd wordt, is niet van belang. Ik vind zelfs de opdeling in denominaties zelf een ramp. Ik heb geen enkele behoefte aan enige competitie tussen evangelischen en gereformeerden. Ik roep alleen op trouw te zijn aan de Schrift, verworteld in de gemeenschap van de kerk van alle eeuwen.
Deze gemeenschap en gehoorzaamheid zal ook de enige wijze van werving zijn. Als het om de kerk als sociologisch fenomeen gaat of om gezelligheid of betrokkenheid van mensen, dan kunnen we beter ophouden. Dan zijn er betere instituties. En de meeste mensen weten dat. Het gaat om de eer van God, in toorn en genade, in macht en mededogen. Als de kerk wat anders wil, worden mensen bekocht. En het zijn dan niet de minsten die zich van de kerk afwenden. Wat moet je met een kerk die haar eerste roeping ontrouw is? We bestaan alleen nog bij de gratie Gods: die trouw blijft, ook als we ontrouw zijn.
Het artikel van dr. Van de Beek was een bekorte versie van de bijdrage in het gelijktijdig verschenen nummer van 'Wapenveld'.