Aanbod van genade en evangelisatie in GG

Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Evangeliebelofte: "Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden"

Als die belofte tot mij als hoorder komt en ik omhels die belofte als rechteloos zondaar, verandert die belofte dan in een verbondsbelofte?

Je noemt het een voordeel als je kan spreken over tweeërlei beloften. Ik niet. Ik ken slechts één belofte en dat is die van het Evangelie en ook slechts één Wet.

Volgens mij wordt je verdacht genoemd als je in de lijn van de Schrift de Doop waardeert als de Besnijdenis. Als kinderen worden gedoopt dan worden ze verbondskinderen krachtens hun doop. Maakt de doop dan zalig? Geenszins! Er staat in ons formulier heel duidelijk: "Overmits in ieder verbond twee delen begrepen zijn" Verstaan we dat? Een eisend en belovend God. Een God die niet om Zijn recht heen kan, en een God die getrouw is. Dat noemen we Gods eigenschappen. God eist en belooft in dat verbond. Hij eist 'geloof en bekering' en belooft de eeuwige zaligheid. Ook onder de OT-bedeling werd alle kinderen besneden en daarom genoemd Ammi (Mijn volk). Daarom halen onze vaderen ook dit Schriftgedeelte aan "(...)want u komt de belofte toe en uw kinderen (...)"

Maar onderscheiden beloften? Nee, niet deze. Wel onderscheiden beloften die van toepassing waren op het gehele volk Israël. Als dit volk zou wandelen in Zijn wegen zou het gezegend worden.
thomas

Bericht door thomas »

Ik krijg nu het gevoel dat de discussie toe gaat naar een welles/nietes. Onze verschillende kerken zijn er nu juist vanwege de verschillen, ook wat betreft de beloften en het aanbod van genade.
Het lijkt me niet zinvol om elkaar er (weer) van proberen te overtuigen waarom een deelnemer aan deze discussie wel of geen gelijk heeft.
Ik zocht een antwoord omtrent de opvattingen over aanbod van genade (en beloften) binnen de GG. Ik geloof dat Zeeuw nu verduidelijkt wat het citaat van ds. Moerkerken inhoudt.
Dat schept in ieder geval bij mij duidelijkheid.

Is er iemand die kan bevestigen (uit GG het liefst natuurlijk) of Zeeuw de opvattingen binnen de GG juist verwoordt? Ik het het gevoel dat ik er dan wel uit ben voor mezelf.

Bedankt.
Thomas.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Thomas,

De opvattingen van de Gereformeerde Gemeenten zijn verwoordt in de leeruitspraken van 1931:

De Generale Synode van Rotterdam sprak uit:

1. Dat het Verbond der Genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid, dat het wezen des verbonds daarom alleen geldt den uitverkoornen Gods en nooit gelden kan het natuurlijk zaad. Dat aard en wezen van het Verbond der
Verlossing en Verbond der Genade één zijn en niet twee. In wezen is het één Verbond.
2. Dat de Heilige Schrift slechts spreekt van twee Verbonden in betrekking tot des menschen eeuwigen staat, namelijk het Verbond der Werken en het Verbond der Genade.
3. Dat wat het wezen des Verbonds betreft, de Heilige Schrift alleen spreekt van twee Hoofden; Adam hoofd van het Verbond der Werken, Christus Hoofd van het Verbond der Genade, volgens Romeinen 5:12 + 19; 1 Korinthe 15:22, enzovoorts.
4. Dat een verbond in zijn wezen twee partijen kent; dat gelijk God met Adam, als vertegenwoordigend hoofd van al zijn zaad, het Verbond der Werken heeft opgericht, alzo met Christus, als het vertegenwoordigend Hoofd van al de Zijnen, het Verbond der Genade is opgericht, terwijl het (subjectief) wordt opgericht met de uitverkoornen, als zij door wedergeboorte en geloof in de tijd in dat verbond worden ingelijfd.
5. Dat het Verbond der Genade van God een bediening heeft ontvangen, een openbaringsvorm, die wisselde en die meerderen omvat dan de uitverkorenen Gods. Deze laatsten echter alleen zijn wezenlijk in het Verbond begrepen.
6. Dat de verantwoordelijkheid van elk mens wortelt in de schepping. Geschapen naar Gods beeld, eist God van de gevallen mens Zijn beeld terug. En die verantwoordelijkheid is groter, naarmate God met hem meer bemoeienissen maakt. In het bijzonder wordt de verantwoordelijkheid groter door de ernstige aanbieding van Christus en de verbondsweldaden in het Evangelie, als blijkt uit vele plaatsen als: Ezechiël 33: 11; 2 Korinthe 5:20; Mattheüs 23:37; Lukas 10:13-15; Johannes 3:36,5:40; Openbaring 22: 17; enzovoorts.
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Beste Donselaar,

"Als kinderen worden gedoopt dan worden ze verbondskinderen krachtens hun doop. Maakt de doop dan zalig? Geenszins! Er staat in ons formulier heel duidelijk: "Overmits in ieder verbond twee delen begrepen zijn" Verstaan we dat? Een eisend en belovend God. Een God die niet om Zijn recht heen kan, en een God die getrouw is. Dat noemen we Gods eigenschappen. God eist en belooft in dat verbond. Hij eist 'geloof en bekering' en belooft de eeuwige zaligheid."

Dus toch voorwaardelijk t.o.v. de mens als het gaat om de zaligheid ?

"Volgens mij wordt je verdacht genoemd"

Als dat zo is opgevat; excuses; ik heb geprobeerd aan de hand van de vraag van Thomas een antwoord over de beloften binnen de GG te geven.

Beste Voorbijganger,

"Ik dacht toch aardig wat van deze schrijfers te hebben gelezen en begrepen te hebben. maar dit onderscheid heb ik nog niet aangetroffen. Zou het mogelijk zijn om eens exact aan te geven waar bijv. erskine de definities geeft van deze verschillende belofte. En waar dat tevens leidt tot de gevolgtrekking die er nu aan vastgeknoopt wordt?"

Ds. Kersten gaf kort voor zijn overlijden in 1948 een nieuwe uitgave uit van "Kort begrip van de Westminster kleine Cathechismus", in 1743 door de Gebr.Erskine en Fisher opgesteld, uit het gedeelte over het verbond der genade het navolgende citaat:
" 80. Waaruit blijkt het, dat alle waar en eeuwig geluk wordt omvat in de betekenis van de belofte des eeuwigen levens?
Gelijk de dood, die in het werkverbond gedreigd was, alle ellende in deze wereld en in de toekomstige wereld omvatte, zo moet het leven, dat in het genadeverbond beloofd wordt, vanzelf omvatten alle geluk in tijd en eeuwigheid, met al de middelen waardoor het bereikt wordt, Rom. 6:23.

81. Aan wie was deze belofte des eeuwigen levens gedaan?
Allereerst aan Christus, en vervolgens aan de uitverkorenen in en door Hem, gelijk blijkt uit Tit. 1:2 vergeleken met 1 Joh. 2:25.

82. Tot wie worden de beloften des verbonds gericht?
Tot allen die het evangelie horen en tot hun zaad, Hand. 2:39, "U komt de belofte toe, en uw kinderen."

83. Wat voor recht tot de beloften hebben de hoorders van het evangelie door deze algemene overmaking er van?
Een recht van toegang tot de beloften en al de goederen die er in toegezegd worden, zodat ze niet te verontschuldigen zijn als zij niet geloven, Joh. 3:18.

84. Wat voor recht geeft het geloof tot de beloften?
Een recht van bezit, uit kracht van de vereniging met Christus, in Wie al de beloften
"ja en amen" zijn, Joh. 3:36, "Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven."

85. Wat kunnen we uit het belovend deel van het verbond leren?
Dat al de weldaden ervan de vrije genadegiften zijn, lopende door het kanaal van de gehoorzaamheid en de dood van Christus, en in Hem volkomen gewis zijn aan het uitverkoren zaad, Jes. 55:3.

Comrie maakt deze onderscheiding precies hetzelfde. Evenals Boston in zijn "een beschouwing van het verbond der genade" ; het laatste is begin 30-er jaren, ten tijde van de synodeuitspraken, eveneens opnieuw uitgegeven met voorwoord van ds. G.H. Kersten.

Vr. groet
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Zeeuw,

Een kleine reactie. God eist 'geloof en bekering' en hij schenkt 'de zaligheid'. Echter beter was geweest hij schenkt de weldaden. Deze weldaden zijn geloof en bekering.

Groeten,
thomas

Bericht door thomas »

Beste Thomas,

De opvattingen van de Gereformeerde Gemeenten zijn verwoordt in de leeruitspraken van 1931:
Ik ken ze. Waar kan ik het verschil tussen de beloften van het genadeverbond en de evangeliebeloften uit afleiden? Is dat leerstelling 6 ofzo?

Thomas.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Thomas,

Uit de 5 uitspraak:

Dat het Verbond der Genade van God een bediening heeft ontvangen, een openbaringsvorm, die wisselde en die meerderen omvat dan de uitverkorenen Gods. Deze laatsten echter alleen zijn wezenlijk in het Verbond begrepen.

Dan voornamelijk Thomas op het woordje meerderen letten. De prediking (openbaringsvorm) omvat meer dan de uitverkorenen.
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Beste Voorbijganger,

"Ik hoop dat je inziet dat mijn vraag absoluut niet is beantwoord."

Helaas; dat inzicht mis ik.., tenminste ? wat bedoelde je dan met "maar dit onderscheid heb ik nog niet aangetroffen" ?

Onderscheid tussen recht van toegang/bezit ?

Ik dacht eerst dat je dat bedoelde.
Het antwoord daarop ligt rechtstreeks in de geciteerde gedeelten van de Erskines, kan me niet voorstellen dat dat niet duidelijk zou zijn of gezien zou worden als een interpretatie..!!

Of bedoel je het onderscheid tussen de evangeliebelofte/verbondsbelofte ?

Ook dat onderscheid ligt in de geciteerde vragen van Erskine, zij het indirect, als er in de vraagstelling duidelijk gesproken word over de 'beloften des verbonds'. Als ik je laatste antwoord lees, is dit de vraag dacht ik.

"Het evangelie is voor mij een presentatie van dat ene verbond, nl het genadeverbond."

Toch vraag ik me dan af of je voor 100% houvast vind bij die oude schrijvers; in ieder geval niet bij Boston. Want hoewel het Evangelie in het verlengde van het genadeverbond ligt, is het Evangelie niet hetzelfde, maar is het Evangelie de bekendmaking VAN het verbond; maar het Evangelie is niet identiek hetzelfde als het genadeverbond. Indien dat wel zo zou zijn bestaat het genadeverbond slechts uit de uitwendige roeping van het Evanglie, maar het verbond is zoveel meer, het stelt juist daadwerkelijk in het bezit van de beloofde goederen. En die in-bezitstelling gaat ook in de weg van beloften, de beloften van het genadeverbond.

In het Evangelie word het verbond bediend; en in die bediening worden allen tot wie het Woord komt ernstig en welmenend geroepen. Het genadeverbond is echter veel meer!; het genadeverbond betekent vastheid; niet alleen dat er een bediening is; maar ook dat degenen die de zaligheid beerven zullen; door die bediening inwendig geroepen en ook daadwerkelijk in het bezit van die zaligheid gesteld worden.

En dat verschil bepaalt mede het zicht op onderscheid evangeliebelofte/verbondsbelofte.

De verbondsbeloften behoren tot het terrein van het wezen van het verbond, en daarom liggen in die beloften de vastheid van de zaligheid. In de verbondsbeloften word ook nergens ook maar enigszins voorwaardelijk gesproken over het geloof, o.i.d. ; nee; de verbondsbeloften zijn de geheel eenzijdige toezeggingen van de Heere, om Christus wil die de voorwaarde van het verbond vervulde, om het leven en de zaligheid aan Zijn uitverkorenen te schenken. "En Ik zal Mijn geest geven in het binnenste van u"

ZAL; dat wijst op de vastheid en onwankelbaarheid van deze beloften.

Dat onderscheid komt dus rechtstreeks bij genoemde oude schrijvers vandaan, en..is bovenal op Gods Woord gegrond.

Vr. groet.
ralph

Bericht door ralph »


In het Evangelie word het verbond bediend; en in die bediening worden allen tot wie het Woord komt ernstig en welmenend geroepen. Het genadeverbond is echter veel meer!; het genadeverbond betekent vastheid; niet alleen dat er een bediening is; maar ook dat degenen die de zaligheid beerven zullen; door die bediening inwendig geroepen en ook daadwerkelijk in het bezit van die zaligheid gesteld worden.

En dat verschil bepaalt mede het zicht op onderscheid evangeliebelofte/verbondsbelofte.

De verbondsbeloften behoren tot het terrein van het wezen van het verbond, en daarom liggen in die beloften de vastheid van de zaligheid. In de verbondsbeloften word ook nergens ook maar enigszins voorwaardelijk gesproken over het geloof, o.i.d. ; nee; de verbondsbeloften zijn de geheel eenzijdige toezeggingen van de Heere, om Christus wil die de voorwaarde van het verbond vervulde, om het leven en de zaligheid aan Zijn uitverkorenen te schenken. "En Ik zal Mijn geest geven in het binnenste van u"

ZAL; dat wijst op de vastheid en onwankelbaarheid van deze beloften.

Beste Zeeuw,

Je zet de verschillen helder uiteen. Maar toch kan ik me in deze strakke onderscheiding niet helemaal vinden. Als je de beloften zo strikt meent te kunnen onderscheiden, is het gevaar toch groot dat je de Evangeliebeloften wankel maakt. De beloften van het Evangelie zijn eveneens in Christus Jezus Ja en Amen.

Een tweede gevaar is bovendien dat je de Evangeliebeloften wettisch gaat uitleggen. Komt, en gij zult water vinden. Dat 'komt' is niet om de mens verantwoordelijk te stellen, maar is de liefelijke roeping, de liefelijke nodiging tot de wateren des levens, en wordt door God gebruikt als een levenwekkend woord.
De mens die ziet Wie roept, door de illuminatie van de Heilige Geest, ZAL komen. Dat is het wonder van dit bevel. En zo kan hij, door de leiding van Gods Geest, gehoor geven aan dit bevel, dat is een heilige vanzelfsheid.
Dat het zo sterk onderscheiden in de beloften leidt tot verkramping, bewijzen de preken van vele afgescheiden predikanten.

De Erskines hebben gezegd dat de schakels tussen beide beloften onbreekbaar zijn. En wie geen kracht kan putten uit de ene belofte, neme de andere, is zijn devies. Hij gaat er in het pastoraat naar mijn indruk zeker niet zo dogmatisch mee om als jij op dit forum.

Wie over dit onderscheid iets meer wil weten, leze ook wat Van Harten erover schrijft in zijn proefschrift over de Erskines. Ik meen tenminste dat hij dat onderscheid in dat boek ook voor het voetlicht haalt.

Groet,
Ralph.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Zeeuw,

Wist je waarom Ds. G.H. Kersten het door jouw genoemde boek opnieuw uitgaf? Wel omdat hij bang was voor de neonominaanse 3 verbondenleer. Wat hield deze drie-verbonden leer in?

Het eerste verbond is het werkverbond en vervolgens gaan ze het verbond der genade uitsplitsen om enerzijds een onvoorwaardelijk aanbod te kunnen prediken (evangeliebelofte?) en anderzijds een voorwaardelijk aanbod (verbondsbelofte?). Dat dit zoals voorbijganger citeerde een verkrampte prediking tot gevolg heeft, moge duidelijk zijn.

Laat ik het nog eens verwoorden Er is 1 werkverbond en 1 genadeverbond. Dat werkverbond is verbroken door de mens zelf en daarom heeft God direkt na de val het genadeverbond opgericht. Dit genadeverbond omsloot onder het OT alleen het volk Israël. Door de besnijdenis werden de kinderen Israëls verbondskinderen. Echter de profeet Jesaja heeft al geprofeteerd dat het genadeverbond ook de heidenen zou gelden. We lezen in Jesaja 65: "Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; tot het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik.
Deze tekst citeer ik niet zomaar. Hier verwijst Paulus naar in Romeinen 10:21.
Dit betekent dus dat wij mede ingeënt worden in de verbondsstam. De doop is van dit verbond evenals de besnijdenis een teken en een zegel. Zoals ik al eerder aanhaalde betekent dit niet dat een ieder die gedoopt is ook behoort tot de uitverkorenen Gods. Dit vonden wij ook niet bij de besnijdenis. Het was Gods volk (Ammi) en toch niet Gods volk (Lo-Ammi).
Als we nu zeggen dat we krachtens onze doop behoren tot het genadeverbond dan zeggen we in feite niets anders dan Calvijn, die een tweeërlei verkiezing leerde.
Onder de bediening worden we allen geroepen! Niemand uitgezonderd en onvoorwaardelijk! Toch heeft het een tweeërlei uitwerking: Het Woord is voor ons een reuke des levens ten leven, of een reuke des dodes ten dode.

Dat ik hiermee een verbondsmatige visie neerleg en misschien ook aanhang is me intussen wel duidelijk. Ik kan echter met Gods Woord in de hand niets anders in dat Woord lezen.
Als we het verbond anders zien, dus de doop niet in het volle verlengde van de besnijdenis, mogen we de kinderen nooit dopen. Dan dienen we alleen de volwassendoop te praktizeren!
Gebruikersavatar
parsifal
Berichten: 9301
Lid geworden op: 09 jan 2002, 10:15
Locatie: Zuidhorn

Bericht door parsifal »

Hier heb je misschien iets aan in deze discussie:

Het volgende stukje van Ebenezer Erskine las ik pas. Het komt uit "de zekerheid van het geloof." de vertaling van P.van Harten uit 1992 op blfadzijde 42.

Het aannemen of nemen van iets is louter stelen of roven wanneer ons niet een recht geschonken is waardoor het ons gegeven of toegestaan is. Zo zou ons aannemen van Christus niet anders dan aanmatiging en een ontstellende vermetelheid zijn, als Hij niet door God gegeven was om aangenomen te worden. En dit geven van Christus in de openbaring en het aanbod van het Evangelie strekt zich tot iedereen zonder onderscheid uit en geeft iedereen het recht om Hem aan te nemen. Op Zichzelf wijzend zegt Christus in Joh 6:32 tot een verschillend samengestelde schare, waarvan verreweg het grootste deel uit ongelovigen bestond: "Mijn Vader", zegt Hij, "Geeft u het ware brood uit de hemel". We lezen in Ps 115:16 dat God de aarde aan de mensenkinderen heeft gegeven; dat wil zeggen, dat Hij hun het recht verleend heeft om haar te gebruiken en te bezitten. Krachtens deze gave of dit recht was het de mensen toegestaan er bezit van te nemen en haar als hun eigendom te gebruiken, al voor dat deze aarde in zijn geheel bevolkt was of vervuld was met bewoners. Op precies de zelfde wijze heeft God de wereld van de verloren mensheid zo lief gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder van de verloren mesheid die in Hem gelooft, of Hem aanneemt, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe, Johannes 3:16. Dit houdt geen algemene verzoening in, want ik spreek nu niet van de verwerving of van de toepassing van de velossing: Die heeft zonder twijfel alleen betrekking op de uitverkorenen. Maar nu gaat het alleen over het geven van Christus in het Woord, dat ons het recht geeft om Hem aan te nemen. Dat heeft, zonder enige twijfel, betrekking op de gehele zichtbare Kerk, ja zelfs op een ieder tot wie de openbaring van Christus komt. Als er niet zo'n schenking van Christus was die een ieder het recht gaf om Hem aan te nemen, zou de ongelovige wereld niet met recht veroordeeld kunnen worden omdat zij Hem verworpen heeft.
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Christina

Bericht door Christina »

Als we het verbond anders zien, dus de doop niet in het volle verlengde van de besnijdenis, mogen we de kinderen nooit dopen. Dan dienen we alleen de volwassendoop te praktiseren!" (citaat Donselaar)
Interessante conclusie, en een waartoe ik jaren geleden gekomen ben.

Ik zou graag willen weten, vanuit een hele andere visie over het verbond, van jullie die wel in een verbonds-theologie geloven: Aan wie zijn volgens het verband van deze hoofdstukken uit Ezechiel deze 'verbonds-beloften' gericht? Waar of wat is "het land" waarvan hier steeds melding gemaakt wordt?

24 Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen.
25 Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinigheden en van al uw drekgoden zal Ik u reinigen.
26 En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven.
27 En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen, en Mijn rechten zult bewaren en doen.
28 En gij zult wonen in het land, dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn.

Een soortgelijke citaat in het NT:
8 Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;
9 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere.
10 Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
11 En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken den Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.
12 Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.

-uit de brief aan de...schrik niet....Hebreen!
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Beste Ralph,

"Als je de beloften zo strikt meent te kunnen onderscheiden, is het gevaar toch groot dat je de Evangeliebeloften wankel maakt. De beloften van het Evangelie zijn eveneens in Christus Jezus Ja en Amen."

"Een tweede gevaar is bovendien dat je de Evangeliebeloften wettisch gaat uitleggen. Komt, en gij zult water vinden. Dat 'komt' is niet om de mens verantwoordelijk te stellen, maar is de liefelijke roeping, de liefelijke nodiging tot de wateren des levens, en wordt door God gebruikt als een levenwekkend woord."

Ik kan me je zorg hierover best voorstellen; sterker, ik kan daar ook in meegaan. Toch wil ik 2 dingen onderscheiden. Enerzijds de theologische uitleg van deze zaken rondom de beloften en wat daarover in de GG geleerd word. Anderszijds de uitwerking daarvan in de prediking.

Dat laatste in hier mijns inziens niet aan de orde. Ik wil wel zeggen dat ik helemaal met je instem als je daarover zegt "De Erskines hebben gezegd dat de schakels tussen beide beloften onbreekbaar zijn. En wie geen kracht kan putten uit de ene belofte, neme de andere, is zijn devies"; klopt; Erskine zegt ergens dat indien iemand van de Evangelische belofte die om geloof vraagt; bij zichzelf geen geloof vind; dat zo iemand dan de verbondsbelofte moet aangrijpen. Je stelling "Hij gaat er in het pastoraat naar mijn indruk zeker niet zo dogmatisch mee om als jij op dit forum."onderschrijf ik dan ook van harte, en voor de duidelijkheid; ik ga daar helemaal in mee. Vandaag de dag word er inderdaad soms zo krampachtig mee omgegaan dat er van het 'recht van toegang'tot de verbondsbeloften in de prediking maar weining terechtkomt; waar de volle nadruk op het 'recht van bezit'voor Gods kinderen valt.

Maar dat was hier de discussie niet; dit was een dogmatisch vraag; die ik in alle eerlijkheid heb proberen te beantwoordden.]

Beste Donselaar,

"Wist je waarom Ds. G.H. Kersten het door jouw genoemde boek opnieuw uitgaf? Wel omdat hij bang was voor de neonominaanse 3 verbondenleer. Wat hield deze drie-verbonden leer in?"

Ben ik gedeeltelijk met je eens; ds.Kersten heeft inderdaad genoeg tegen de 3-verbondsleer gereageerd. Toch geloof ik dat het door mij genoemde werk veel meer voor de eigen kring van de Ger.Gem uitgegeven werd. Gezien het jaartal van uitgave en de problemen die er toen met name rondom ds.R.Kok waren t.a.v. de verbondsbeloften.

"Dit betekent dus dat wij mede ingeënt worden in de verbondsstam."

Kijk, hiermee raak je een belangrijk punt aan; als je met dit citaat bedoelt dat ds.Kersten dit eigenlijk bedoelde te zeggen, ben ik dat helaas niet met je eens.

In de door ds.Kersten aangehaalde citaten van de Erskines (en vooral ook in het eerder door hem uitgegeven boek van Boston)blijkt het duidelijke onderscheid tussen wezen en bediening van het verbond.

En juist dat onderscheid benadrukt ds.Kersten; als je zijn preken leest zie je een voortdurend waarschuwen tegen een verbondsvisie waarin dit onderscheid vervaagt en de gedoopten word voorgehouden dat de de verbondsbeloften van hun zijn(in bezit dus!) en dat ze kinderen van het verbond zijn, etc.

En juist DAARtegen waarschuwde ds.Kersten; want leven in de bediening van het verbond, hoe groot het voorrecht ook zijn mag,is toch op zichzelf een (eeuwigheids..!)verschil van het wezen van het verbond.

Vr. groet.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

"Dit betekent dus dat wij mede ingeënt worden in de verbondsstam."
Kijk, hiermee raak je een belangrijk punt aan; als je met dit citaat bedoelt dat ds.Kersten dit eigenlijk bedoelde te zeggen, ben ik dat helaas niet met je eens.
Correct. Dit was ook niet de opmerking van Ds. Kersten maar die van mij. Dit kan ook niet anders gezien mijn opmerking over de doop. En inderdaad raak ik hier een belangrijk punt aan, dat was ook mijn bedoeling! Staan we wat betreft de verbondsvisie meer in de lijn van Calvijn of bv. die van Thomas Boston?
En juist dat onderscheid benadrukt ds.Kersten; als je zijn preken leest zie je een voortdurend waarschuwen tegen een verbondsvisie waarin dit onderscheid vervaagt en de gedoopten word voorgehouden dat de de verbondsbeloften van hun zijn(in bezit dus!) en dat ze kinderen van het verbond zijn, etc.
Kijk en dat bedoel ik nu juist niet! Nooit heeft ook Ds. Kok bedoeld dat de gedoopte kinderen de verbondsbeloften bezaten, wel dat ze onder het verbond begrepen zijn (doopsformulier). Maar om deel te krijgen aan de weldaden van het verbond moeten wij wederom geboren worden (doopf)
thomas

Bericht door thomas »

Staan we wat betreft de verbondsvisie meer in de lijn van Calvijn of bv. die van Thomas Boston?
De GG in de lijn van Boston (Marrow-men) en - laat ik dan voor de CGK spreken - in de lijn van Calvijn.

Thomas.
Plaats reactie