Aanbod
" Hij kan ook bestaan met een voorwaardelijk aanbod: immers de voorwaarde van het behouden worden is in het wenden naar God begrepen (dwz een afkering van de dienst van de wereld en de satan en ons eigen vlees en een omkering naar de dienst van God) "
Lezen, goed lezen vriend. Er staat niet: wend u naar Mij toe EN word DAN behouden. Nee, er staat: wend u naar Mij toe, (komma!) word behouden; etc.
Het gaat hier om een vorm van Hebr. parallelisme; het naar Mij toe wenden is een synoniem voor het behouden worden!
Voorwaardelijk aanbod ?
Het was Ralph Erskine die het terecht heeft opgemerkt: beter geen Evangelie dan een voorwaardelijk Evangelie...
Lezen, goed lezen vriend. Er staat niet: wend u naar Mij toe EN word DAN behouden. Nee, er staat: wend u naar Mij toe, (komma!) word behouden; etc.
Het gaat hier om een vorm van Hebr. parallelisme; het naar Mij toe wenden is een synoniem voor het behouden worden!
Voorwaardelijk aanbod ?
Het was Ralph Erskine die het terecht heeft opgemerkt: beter geen Evangelie dan een voorwaardelijk Evangelie...
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn. Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren.
Lees eens mee met de parafrase van Dächsel:
[…] Want ook aan ons, die ons aan Christus vasthouden, is het evangelie, de tijding die op die rust betrekking heeft, verkondigd, zoals aan hen wie God door Mozes het ingaan in Zijn rust beloofde. Maar het woord van de prediking dat zich in die goede boodschap liet horen, had voor hen geen nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij degenen die het gehoord hebben.
Iedere Israëliet is de belofte van het land Kanaän gedaan. Zo wordt ook ons, als de Israëliet, als wij het Woord horen, de belofte van de rust gedaan. Hoe belangrijk is dan wat wij met het Woord van de belofte doen? Zijn wij daders / gelovers van het Woord? Of moet ons gelden wat Jezus sprak: Wee u Kapernaüm, wee u Bethsaïda, het zal de inwoners van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn!
Lees eens mee met de parafrase van Dächsel:
[…] Want ook aan ons, die ons aan Christus vasthouden, is het evangelie, de tijding die op die rust betrekking heeft, verkondigd, zoals aan hen wie God door Mozes het ingaan in Zijn rust beloofde. Maar het woord van de prediking dat zich in die goede boodschap liet horen, had voor hen geen nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij degenen die het gehoord hebben.
Iedere Israëliet is de belofte van het land Kanaän gedaan. Zo wordt ook ons, als de Israëliet, als wij het Woord horen, de belofte van de rust gedaan. Hoe belangrijk is dan wat wij met het Woord van de belofte doen? Zijn wij daders / gelovers van het Woord? Of moet ons gelden wat Jezus sprak: Wee u Kapernaüm, wee u Bethsaïda, het zal de inwoners van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn!
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Precies!Oorspronkelijk gepost door ndonselaarZo is de belofte om in het land te gaan aan iedere Israëliet gedaan. God zweert dat zo zij Zijn belofte niet zouden geloven, zij niet in zouden gaan. Het onderscheid gelovige / ongelovige wordt niet vóóraf gemaakt, maar komt openbaar door ons handelen met de beloften Gods.Want indien God zweert, dat de ongelovigen in Gods rust NIET zullen ingaan, zoo belooft Hij daarentegen, dat de GELOVIGEN daar zullen ingaan.
Eén van mijn bezwaren tegen Elmousse is (en als ik hem niet goed begrepen heb, moet hij me over een week maar corrigeren), dat hij de genade afhankelijk stelt van de bekering. En dat is onbijbels. Gods genade is er eerst, in de belofte (dat woord gebruik ik liever dan aanbieding). Het is: bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Dat wij de genade pas ontvangen in de weg van bekering, is een andere zaak.
Dat wij de genade pas ontvangen in de weg van bekering, is een andere zaak.
Prima afgewezen. Dus een duidelijk geformuleerd, ik denk alleen aan deze splitsing.Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Eén van mijn bezwaren tegen Elmousse is (en als ik hem niet goed begrepen heb, moet hij me over een week maar corrigeren), dat hij de genade afhankelijk stelt van de bekering. En dat is onbijbels. Gods genade is er eerst, in de belofte (dat woord gebruik ik liever dan aanbieding). Het is: bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Dat wij de genade pas ontvangen in de weg van bekering, is een andere zaak.
Gods genade is er eerst in de wedergeboorte, levendmaking, vernieuwing...
vrucht van deze levendmakende genade is dat we ons tot Hem bekeren en ja om genade gaan vragen! Welke genade is dat dan? Dat is de genade die in de verkondigen wordt voorgesteld (of zo je wilt aangeboden).
De levendmakende genade is een daad Gods, die Hij geeft aan wie Hij wil (waar wij niet in kunnen kijken) waar wij niet mee mogen werken. Die genade kan mijns inziens sowieso geen onderdeel zijn van de eventuele aanbieding. (Natuurlijk wel van de verkondiging, dat deze er is etc. etc.)
Maar het is ook niet de verantwoordelijkheid van de mens of hij deze genade krijgt. Verantwoordelijkheid is dat wij onszelf bekeren en het Evangelie geloven dat is de opdracht!!!
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Dit is remonstrants.vrucht van deze levendmakende genade is dat we ons tot Hem bekeren en ja om genade gaan vragen
De Schrift zegt: De ure komt en is nu, dat doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze horen zullen leven.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
En toch loopt er ook door de prediking van de Erskines een remonstrantse draad..(o.a. volgens dr. Steenblok)Oorspronkelijk gepost door Zeeuw
" Hij kan ook bestaan met een voorwaardelijk aanbod: immers de voorwaarde van het behouden worden is in het wenden naar God begrepen (dwz een afkering van de dienst van de wereld en de satan en ons eigen vlees en een omkering naar de dienst van God) "
Lezen, goed lezen vriend. Er staat niet: wend u naar Mij toe EN word DAN behouden. Nee, er staat: wend u naar Mij toe, (komma!) word behouden; etc.
Het gaat hier om een vorm van Hebr. parallelisme; het naar Mij toe wenden is een synoniem voor het behouden worden!
Voorwaardelijk aanbod ?
Het was Ralph Erskine die het terecht heeft opgemerkt: beter geen Evangelie dan een voorwaardelijk Evangelie...
Voorwaardelijk Evangelie waar de voorwaarden van de mens afhangen ja...
Maar uit ander forum:
""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""
quote: Want wat in de voorwaardelijke beloften geeist word, word in de onvoorwaardelijke beloften beloofd.
Geheel mee eens. Toen ik je posting las met daarin de aanhaling 'opwas in de genade', kon ik het even niet verwoorden. Zoals je het schrijft is het correct. Gods Woord kent gelovigen en ongelovigen. Daarop is dat onderscheid gebaseerd.
""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""
Tevens zou ik weleens willen weten wat precies een definitie is van het aanbod van genade? Ik zou hem eerlijk gezegd niet kunnen geven (vind het sowieso een ongelukkige term), hoewel ik toch wel wat over het onderwerp gelezen heb.
Zelf zou ik die Bijbeltekst zo niet opvatten, maar dat ligt misschien aan een gekleurde vooropvatting (en dan kan je zeggen neutraal lezen dan, maar neutraal zijn is onmogelijk). Moet hier nog even verder over nadenken...Oorspronkelijk gepost door ndonselaar
Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn. Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren.
Lees eens mee met de parafrase van Dächsel:
[…] Want ook aan ons, die ons aan Christus vasthouden, is het evangelie, de tijding die op die rust betrekking heeft, verkondigd, zoals aan hen wie God door Mozes het ingaan in Zijn rust beloofde. Maar het woord van de prediking dat zich in die goede boodschap liet horen, had voor hen geen nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij degenen die het gehoord hebben.
Iedere Israëliet is de belofte van het land Kanaän gedaan. Zo wordt ook ons, als de Israëliet, als wij het Woord horen, de belofte van de rust gedaan. Hoe belangrijk is dan wat wij met het Woord van de belofte doen? Zijn wij daders / gelovers van het Woord? Of moet ons gelden wat Jezus sprak: Wee u Kapernaüm, wee u Bethsaïda, het zal de inwoners van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn!
Betekent dus dat een onvaarwoordelijke belofte van Gods kant, niet doorgaat omdat de mens die deze belofte ontvangt deze boodschap niet gelooft. (Deze voorwaarde is echter niet gesteld! vooraf). God zou dan geen Waarmaker zijn van Zijn eigen Woord.
Dit statement kan echt niet, dus wat begrijp ik verkeerd?
Hm. Ik geloof inderdaad dat het begint met genade van God. Maar voor wie is die genade? Vooe wie geloven. Maar dan is dat toch niet remonstrants. Hij zegt ook dat het met genade begint.Oorspronkelijk gepost door ndonselaarDit is remonstrants.vrucht van deze levendmakende genade is dat we ons tot Hem bekeren en ja om genade gaan vragen
De Schrift zegt: De ure komt en is nu, dat doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze horen zullen leven.
Genade van God
De vrucht daarvan is dat we ons bekeren
en dan naar Hem toegaan om vergeving te vragen, om genade in Zijn ogen te mogen vinden door Jezus Christus.
Is toch een hele bijbelse lijn? Wat is daar remonstrants aan? Het moet bij God beginnen en mensen verdienen zelf geen genade maar krijgen het dankzij het offer van Jezus.
Overigens voor de achtergrondinformatie, genade betekent letterlijk: Genegenheid. (even als taalkundige achtergrondinformatie

Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Volgens mij was Job een 'gerechtvaardigde' zondaar. Om genade smeken deed ook David in Psalm 51. Deze bekering is de opwas in de genade, of ook wel de heiligmaking. Dit leven is onbekend voor een dode zondaar, totdat hij of zij amen heeft mogen zeggen door het geloof op Gods beloften.Oorspronkelijk gepost door Elmousse
Levende mensen vragen niet om genade?
Job zegt mijn Rechter zal ik om genade bidden
Om met genade om genade te smeken...
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Door heel de Schrift loopt de scheidslijn van 'ongelovigen' en 'gelovigen'. Ook de laatste zegt de HEERE beloften toe in Zijn Woord. Ook voor hun echter geldt: Hij die gelooft, is Mij dierbaar. Aan de andere kant kent de Schrift ook 'toegezegde' beloften. Voorbeelden hiervan zijn: Abraham [zijn kind Izaäk], maar ook de zondvloed bij Noach. Van beide lezen we in de geloofsbrief de Hebreën dat ze geloofden. We kunnen wel redeneren: wat God belooft, dat geeft Hij ook, maar zo eenvoudig ligt dat niet. God eiste / vroeg ook van Abraham en Noach geloof. Wat denk je dat er door Abraham gegaan is al die jaren? Toch volhardde hij in het geloof en God rekende het hem tot rechtvaardigheid. Het is voor Abraham door dalen gegaan, door aanvechtingen, maar nochtans hij volhardde. Zo ook Noach. Wat denk je: een opdracht krijgen om een ark te bouwen en dan aan het bouwen gaan. Denk je dat het niet gestorm heeft bij Noach al die jaren. Toch bleef hij prediken en geloofde hij God.Oorspronkelijk gepost door ElmousseZelf zou ik die Bijbeltekst zo niet opvatten, maar dat ligt misschien aan een gekleurde vooropvatting (en dan kan je zeggen neutraal lezen dan, maar neutraal zijn is onmogelijk). Moet hier nog even verder over nadenken...Oorspronkelijk gepost door ndonselaar
Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn. Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren.
Lees eens mee met de parafrase van Dächsel:
[…] Want ook aan ons, die ons aan Christus vasthouden, is het evangelie, de tijding die op die rust betrekking heeft, verkondigd, zoals aan hen wie God door Mozes het ingaan in Zijn rust beloofde. Maar het woord van de prediking dat zich in die goede boodschap liet horen, had voor hen geen nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij degenen die het gehoord hebben.
Iedere Israëliet is de belofte van het land Kanaän gedaan. Zo wordt ook ons, als de Israëliet, als wij het Woord horen, de belofte van de rust gedaan. Hoe belangrijk is dan wat wij met het Woord van de belofte doen? Zijn wij daders / gelovers van het Woord? Of moet ons gelden wat Jezus sprak: Wee u Kapernaüm, wee u Bethsaïda, het zal de inwoners van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn!
Betekent dus dat een onvaarwoordelijke belofte van Gods kant, niet doorgaat omdat de mens die deze belofte ontvangt deze boodschap niet gelooft. (Deze voorwaarde is echter niet gesteld! vooraf). God zou dan geen Waarmaker zijn van Zijn eigen Woord.
Dit statement kan echt niet, dus wat begrijp ik verkeerd?
Ook de ongelovige hoort iedere zondag of tijdens de Woordverkondiging de beloften Gods. Ook de ongelovige worden de beloften toegezegd, als hij of zij ze gelooft. Het onderscheid tussen Abel en Kaïn was niet de belofte, was niet het offer, maar was het geloof!
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Ik wacht je reactie af. Lees eens andere schrijvers als Dächsel.Zelf zou ik die Bijbeltekst zo niet opvatten, maar dat ligt misschien aan een gekleurde vooropvatting (en dan kan je zeggen neutraal lezen dan, maar neutraal zijn is onmogelijk). Moet hier nog even verder over nadenken...
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Dit is een van de paradoxen van het Koninkrijk der hemelen. Het is genade als we om genade gaan vragen… Om welke genade smeken we dan? Die ons in het evangelie BELOOFD wordt.Oorspronkelijk gepost door Elmousse
Gods genade is er eerst in de wedergeboorte, levendmaking, vernieuwing...
vrucht van deze levendmakende genade is dat we ons tot Hem bekeren en ja om genade gaan vragen! Welke genade is dat dan? Dat is de genade die in de verkondigen wordt voorgesteld (of zo je wilt aangeboden).
Ik hoor hier dr. Steenblok tussen de regels door. Dat geeft overigens helemaal niet. Maar inderdaad, ook daar zit weer een paradox: de genade die ons beloofd wordt, WERKT God in de uitverkorenen. Uiteindelijk geldt de belofte dan ook alleen hen. Zoals dat ook van Israël gold: “Hetgeen Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden.”De levendmakende genade is een daad Gods, die Hij geeft aan wie Hij wil (waar wij niet in kunnen kijken) waar wij niet mee mogen werken. Die genade kan mijns inziens sowieso geen onderdeel zijn van de eventuele aanbieding. (Natuurlijk wel van de verkondiging, dat deze er is etc. etc.)
En dát, beste Elmousse, kunnen we evenmin als de belofte aannemen.Maar het is ook niet de verantwoordelijkheid van de mens of hij deze genade krijgt. Verantwoordelijkheid is dat wij onszelf bekeren en het Evangelie geloven dat is de opdracht!!!
We moeten het woord belofte niet de invulling geven die wij logisch vinden, maar de bijbelse invulling. Daar zie je dat een belofte GELOOF vraagt. Als dat geloof er niet is, gaat het beloofde NIET door. Kijk naar het volk Israël. En dan verwijs ik maar weer naar Hebr. 4. En wat te denken van Rom. 9:4, waar gezegd wordt van Israël, dat hunner is “de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst Gods, en de beloftenissen”. En toch, het merendeel heeft zich verhard en Christus verworpen. Gaan Gods beloften dan teloor? Nee, want Paulus zegt: “Doch ik zeg dit niet alsof het woord Gods ware uitgevallen. Want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn.” Paulus maakt onderscheid tussen de kinderen des vleses en de kinderen der beloftenis. En om die laatsten gaat het uiteindelijk in de belofte. Dat geef ik je helemaal toe, Elmousse.Betekent dus dat een onvaarwoordelijke belofte van Gods kant, niet doorgaat omdat de mens die deze belofte ontvangt deze boodschap niet gelooft. (Deze voorwaarde is echter niet gesteld! vooraf). God zou dan geen Waarmaker zijn van Zijn eigen Woord.
Dit statement kan echt niet, dus wat begrijp ik verkeerd?
Vrienden, hierna een citaat uit het artikel van mr Bart over de positie van de Gereformeerde Gemeenten:
"De bediening van het genadeverbond staat bij Boston dus uitdrukkelijk niet onder de beheersing van de verkiezing maar is gefundeerd op de algenoegzaamheid van Christus. Wat dit in de praktijk van de prediking betekent, brengt Boston enkele bladzijden verderop treffend onder woorden. “Er zijn sommige mensen in deze wereld,” zo zegt hij, “die vanwege hun monsterlijke verdorvenheid net duivels zijn. Er zijn anderen die in hun wildheid nauwelijks verschillen van een bruut. Maar de Heere zegt hier [‘Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie alle kreaturen’ (Mark. 16:15)] in feite: ‘Wie ze ook mogen zijn, als u ze niet anders dan als mens kunt betitelen, stel hen dan geen vragen over welk soort mens ze zijn, maar predik hen het Evangelie omdat ze mensen zijn, bied hen het verbond aan. Als ze het in ontvangst nemen, verzegel het dan aan hen. Mijn Vader heeft hen gemaakt, Ik zal hen redden.’”[4]
...
In de prediking van het Evangelie worden dus aan de meest verdorven mens de beloften van het verbond aangeboden. Dát is het aanbod van genade en niemand wordt ervan uitgezonderd. Onder het kopje ‘Christus de Beheerder van het verbond’ beschrijft Boston, dat al de volheid van het verbond in Christus is.[7] Als dus in de prediking van het Evangelie het verbond wordt aangeboden, dan wordt Christus als de Middelaar van het verbond aangeboden. Betekent dat nu ook, dat in die prediking ook aan allen de levendmakende Geest wordt aangeboden? Bostons antwoord luidt volmondig: ja. De volkomen Zaligmaker met al Zijn weldaden wordt daarin aangeboden.
“Christus heeft de zeven geesten van God, ja de volheid van de Geest in Hemzelf om die mee te delen en Hij heeft die bij testament vermaakt aan zondaren van Adams geslacht. Bovendien heeft Hij dit als Bedienaar van het testament bekend gemaakt, door te verkondigen dat Hij bereid is om Zijn Geest te geven aan allen die daarom tot Hem komen: "Jezus stond en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien (En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen zouden die in Hem geloven.", Joh. 7: 37-39.”[8]
En wat verderop schrijft Boston:
“In het woord van het Evangelie is de Heere en Zaligmaker Christus met al Zijn weldaden en Zijn verbond aanwezig en wel om erin te geloven, zoals blijkt uit Rom. 10: 6-9. Als we dus het woord van het Evangelie door het geloof ontvangen hebben, dan ontvangen we ook Christus en Zijn verbond, met al de weldaden ervan. Want het zaligmakende geloof is inderdaad de echo van de levend gemaakte ziel op het woord van genade dat de zaligheid brengt.”[9]"
Dat heeft niets met voorwaardelijkheid of remonstrantisme te maken. Want juist door de verkondiging van dit volle Evangelie behaagt het de Heilige Geest om zondaren levend te maken. Maar het aanbod van een halve Zaligmaker (dus niet van levendmaking en wedergeboorte) is remonstrants. God belooft álles, wat Hij eist. Hij wil ons alles schenken.
Als een dode zondaar dit Evangelie hoort, ontbreekt er niets. Verwerpt hij het, dan is dat dus volkomen eigen schuld, neemt hij het aan, dan is dat omdat de Heilige Geest door die blijde boodschap op onwederstandelijke wijze het hartelijk vertrouwen daarop werkte: ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan.
"De bediening van het genadeverbond staat bij Boston dus uitdrukkelijk niet onder de beheersing van de verkiezing maar is gefundeerd op de algenoegzaamheid van Christus. Wat dit in de praktijk van de prediking betekent, brengt Boston enkele bladzijden verderop treffend onder woorden. “Er zijn sommige mensen in deze wereld,” zo zegt hij, “die vanwege hun monsterlijke verdorvenheid net duivels zijn. Er zijn anderen die in hun wildheid nauwelijks verschillen van een bruut. Maar de Heere zegt hier [‘Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie alle kreaturen’ (Mark. 16:15)] in feite: ‘Wie ze ook mogen zijn, als u ze niet anders dan als mens kunt betitelen, stel hen dan geen vragen over welk soort mens ze zijn, maar predik hen het Evangelie omdat ze mensen zijn, bied hen het verbond aan. Als ze het in ontvangst nemen, verzegel het dan aan hen. Mijn Vader heeft hen gemaakt, Ik zal hen redden.’”[4]
...
In de prediking van het Evangelie worden dus aan de meest verdorven mens de beloften van het verbond aangeboden. Dát is het aanbod van genade en niemand wordt ervan uitgezonderd. Onder het kopje ‘Christus de Beheerder van het verbond’ beschrijft Boston, dat al de volheid van het verbond in Christus is.[7] Als dus in de prediking van het Evangelie het verbond wordt aangeboden, dan wordt Christus als de Middelaar van het verbond aangeboden. Betekent dat nu ook, dat in die prediking ook aan allen de levendmakende Geest wordt aangeboden? Bostons antwoord luidt volmondig: ja. De volkomen Zaligmaker met al Zijn weldaden wordt daarin aangeboden.
“Christus heeft de zeven geesten van God, ja de volheid van de Geest in Hemzelf om die mee te delen en Hij heeft die bij testament vermaakt aan zondaren van Adams geslacht. Bovendien heeft Hij dit als Bedienaar van het testament bekend gemaakt, door te verkondigen dat Hij bereid is om Zijn Geest te geven aan allen die daarom tot Hem komen: "Jezus stond en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien (En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen zouden die in Hem geloven.", Joh. 7: 37-39.”[8]
En wat verderop schrijft Boston:
“In het woord van het Evangelie is de Heere en Zaligmaker Christus met al Zijn weldaden en Zijn verbond aanwezig en wel om erin te geloven, zoals blijkt uit Rom. 10: 6-9. Als we dus het woord van het Evangelie door het geloof ontvangen hebben, dan ontvangen we ook Christus en Zijn verbond, met al de weldaden ervan. Want het zaligmakende geloof is inderdaad de echo van de levend gemaakte ziel op het woord van genade dat de zaligheid brengt.”[9]"
Dat heeft niets met voorwaardelijkheid of remonstrantisme te maken. Want juist door de verkondiging van dit volle Evangelie behaagt het de Heilige Geest om zondaren levend te maken. Maar het aanbod van een halve Zaligmaker (dus niet van levendmaking en wedergeboorte) is remonstrants. God belooft álles, wat Hij eist. Hij wil ons alles schenken.
Als een dode zondaar dit Evangelie hoort, ontbreekt er niets. Verwerpt hij het, dan is dat dus volkomen eigen schuld, neemt hij het aan, dan is dat omdat de Heilige Geest door die blijde boodschap op onwederstandelijke wijze het hartelijk vertrouwen daarop werkte: ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan.
Ik schaam mij het Evangelie van Jezus Christus niet, want het is een kracht Gods tot zaligheid een ieder die gelooft.