Re: Liederen/gezangen met een speciale of bijzondere betekenis
Geplaatst: 27 mei 2019, 10:23
Ik luister erg veel naar muziek en heb dus diverse liederen die mij bijzonder aanspreken.
Zomaar een aantal liederen die nu in mij opkomen:
Zie ons wachten aan de stromen (Joh. de Heer, nr. 73)
Zie ons wachten aan de stromen, aan de oever der rivier: straks zal onze Bootsman komen, en wij varen af van hier.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Door de kille, kille stromen, gaan wij naar het Godspaleis; 't eng'lenlied klinkt uit de verte, en verkwikt ons op de reis.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Reeds zien wij de gouden straten, van de hemelstad, zo schoon; horen wij d' ontelb're schare juub'lend juichen voor Gods troon.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Velen, die wij hier beminden, zijn ons reeds vooruit gegaan; straks, vereend met hen voor eeuwig, zullen w' ook voor Jezus staan.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Wees gegroet, gij eersteling der dagen (LvdK, nr. 221)
Wees gegroet, gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis,
bij wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is!
Here Jezus, trooster aller smarten, zon der wereld, schijn in onze harten,
deel ons zelf de voorsmaak mee van der zaal'gen sabbathsvree!
Op uw woord, o Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af!
Door de kracht uws Geestes uitgedreven, treden we uit ons zondengraf.
Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven, in uw kruisdood meegekruisigd sterven,
en herboren opgestaan, achter U ten hemel gaan!
In uw hoede zijn wij wel geborgen, en schoon eerlang 't oog ons breek',
open gaat het op de grote morgen na deez' aardse lijdensweek.
Welk een dag der ruste zal dat wezen, als we onsterf'lijk, uit de dood verrezen,
knielen voor uw dankaltaar! Amen, Jezus, maak het waar!
Dankt, dankt nu allen God (Joh. de Heer, nr. 156)
Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen,
die grote dingen doet hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven.
Die uit genade ons behoudt te allen tijd,
is hier en overal een helper die bevrijdt.
Lof, eer en prijs zij God die troont in 't licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk.
Zomaar een aantal liederen die nu in mij opkomen:
Zie ons wachten aan de stromen (Joh. de Heer, nr. 73)
Zie ons wachten aan de stromen, aan de oever der rivier: straks zal onze Bootsman komen, en wij varen af van hier.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Door de kille, kille stromen, gaan wij naar het Godspaleis; 't eng'lenlied klinkt uit de verte, en verkwikt ons op de reis.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Reeds zien wij de gouden straten, van de hemelstad, zo schoon; horen wij d' ontelb're schare juub'lend juichen voor Gods troon.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Velen, die wij hier beminden, zijn ons reeds vooruit gegaan; straks, vereend met hen voor eeuwig, zullen w' ook voor Jezus staan.
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Wees gegroet, gij eersteling der dagen (LvdK, nr. 221)
Wees gegroet, gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis,
bij wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is!
Here Jezus, trooster aller smarten, zon der wereld, schijn in onze harten,
deel ons zelf de voorsmaak mee van der zaal'gen sabbathsvree!
Op uw woord, o Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af!
Door de kracht uws Geestes uitgedreven, treden we uit ons zondengraf.
Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven, in uw kruisdood meegekruisigd sterven,
en herboren opgestaan, achter U ten hemel gaan!
In uw hoede zijn wij wel geborgen, en schoon eerlang 't oog ons breek',
open gaat het op de grote morgen na deez' aardse lijdensweek.
Welk een dag der ruste zal dat wezen, als we onsterf'lijk, uit de dood verrezen,
knielen voor uw dankaltaar! Amen, Jezus, maak het waar!
Dankt, dankt nu allen God (Joh. de Heer, nr. 156)
Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen,
die grote dingen doet hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven.
Die uit genade ons behoudt te allen tijd,
is hier en overal een helper die bevrijdt.
Lof, eer en prijs zij God die troont in 't licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk.