Ambtenaar schreef:
Het is Openbaring, enkelvoud. Hoe interpreteer jij Openbaring 20:1-6.
Ik lees daar dat de satan 1000 jaar wordt gebonden.
Daarnaast wordt het doek weggeslagen en een blik in de hemel gegeven, waar in beeldtaal gesproken wordt over hoe de zielen die hier op aarde verdrukt zijn, met Christus als koningen heersen tijdens die 1000 jaar. Maar het hele idee van een 1000-jarig (vrede)rijk lees ik niet. Gewoon even letterlijk: een rijk.
In het hele boek Openbaring is een dubbele beweging zichtbaar: voortgang en herhaling.
De voortgang van de profetie maakt zichtbaar en duidelijk waarom God als Rechter zal moeten oordelen over de wereld. De waarschuwingssignalen klinken steeds sterker. Het zicht op de eindoverwinning wordt steeds helderder.
Tegelijk kan het boek niet gelezen worden als een lineaire beschrijving van hetgeen geschieden zal. Op verschillende plaatsen in het boek komt immers het eindoordeel van God naar voren. (hfd. 7, slot 11, 14 en 15, 19 en 20) Naast voortgang is dat een element van herhaling. Daarom en om andere redenen kan het boek Openbaring niet als spoorboekje voor de toekomst worden gelezen. Het gaat in Openbaring 4-22 om een steeds diepere doorlichting van wat er gebeuren gaat, met steeds nieuwe beelden. En dat begint al in de tijd van Johannes: het is aan het gebeuren.
De beelden zijn vrijwel allemaal ontleend aan het Oude Testament; dat geldt ook voor de manier waarop Johannes over de toekomst spreekt. Er wordt heel nadrukkelijk gerefereerd aan de profetische geschiedschrijving in het OT: dat is niet de manier waarop een 21e -eeuwse historicus te werk gaat. In de beeld die Johannes ziet door de leiding van de Geest, wordt de complete geschiedenis van de wereld gezien. En dat doet hij door naast de voortgang in het boek, ook in herhalende zin dezelfde gebeurtenissen met verschillende beelden te beschrijven.
De 1000 jaar in Openbaring 20 is een rond getal om de geestelijke regering van de Kerk vanuit de hemel aan te duiden. Die tijd is begonnen met de komst van Christus. Die 1000 jaar is nog niet eerder genoemd in Openbaring. De opvatting dat de Heere Jezus eerst komt, en dat daarna de periode van 1000 jaar aanbreekt, kan alleen maar gestaafd worden door het boek Openbaring liniair, chronologisch te lezen. Maar daarmee loop je helemaal vast: het is geen tijdsverslag, eerder een cirkel die steeds diepere lagen aanboort. (Voorbeeld: kurkentrekker) Telkens worden dezelfde dingen vanuit nieuwe gezichtspunten gezegd, waarbij er dan een verdieping wordt aangegeven. In Openb. 20: 8 wordt bijvoorbeeld gesproken over een oorlog. Dat begrip wordt niet nader uitgewerkt en is dus bekend. Het gaat om dezelfde oorlog als in 16:14 en 19:19. Het nieuwe in Openb. 20 is dat de satan zelf ook wordt bestraft. Tot dit hoofdstuk is alleen geschreven over het oordeel over het beest en zijn profeet (de verleidende en verdrukkende machten in dienst van de satan op aarde). In hfd. 20 wordt nu ook hun overste geoordeeld. De periode van 1000 jaar valt dus voor het moment van het oordeel; daarmee kunnen hoofdstuk 19 en 20 niet als een chronologisch verslag worden gelezen. (Hetzelfde zie je in de overgang van 7 naar 8 en van 11 naar 12: na een doorblik naar het definitieve einde, volgt een stap terug en wordt opnieuw een beschouwing over de tijd ervoor gegeven.: en in hfd 20 betekent dat, dat vanuit de overwinning op de satan een bijzonder licht op onze eigen tijd gegeven wordt.
De binding van de satan moet niet in verband gebracht worden met iets dat na de komst van Christus in de toekomst nog moet gebeuren, als een soort nieuwe fase in de geschiedenis. Het gaat om hetzelfde als in Openb. 11: korte tijd lijkt het beest te overwinnen, maar het beest kan niet hen aanraken die God aanbidden (11: 1). Ook in Openb. 13 heeft hij alleen macht over hen die niet geschreven staan in het boek des levens. Zijn macht is door God beperkt. In Openb. 12 wordt duidelijk dat de overwinning op satan heeft plaatsgevonden tot Christus naar de hemel ging, nadat Zijn werk op aarde voltooid was. De beperking van de macht van satan wordt door heel het boek Openbaring heen verbonden met de eerste komst van Christus, en vooral met de voltooiing van Zijn werk en de bekroning ervan met Zijn hemelvaart. )Vgl. Koloss. 2:15 en Joh. 12:31. Het is een lijn door het NT heen dat het binden van de satan begonnen is op het moment dat Christus werk op aarde volbracht is! En met name wordt dat zichtbaar als de verkondiging van het Evangelie over de hele wereld begint: dat kan satan niet tegenhouden.
In de hemel wordt de overwinning op de satan als beleefd door de zielen van de martelaren en door allen die het beest niet hebben gevolgd. Net als in Daniël 7 wordt er gesproken over tronen: alles wordt klaargemaakt voor het laatste oordeel over de boze. En dat vindt in de hemel plaats. Het gaat om zielen, voor het laatste oordeel die met Christus heersen in de hemel tijdens de periode dat de satan gebonden wordt tijdens de periode van de voortgang van het Evangelie.