Daar komt toch ook nog iets bij. De Bijbel laat op verschillende plaatsen zien dat het juist in de context van Gods volk / gemeente geen ongewone lijn is om (plotseling) overlijden te verbinden aan een spreken van de Heere. Het gaat hier om een kerkverband, met bovendien weinig predikanten waardoor de sterfgevallen van predikanten in actieve dienst als ingrijpender worden ervaren. Met een eenvoudig "alle mensen moeten nu eenmaal sterven" ga je hieraan te snel voorbij.eilander schreef:O zeker, een predikant is in dit opzicht een gewoon mens. Maar verder ben ik het niet met je eens: ik probeer in mijn leven ook van kleine dingen op te merken: 'wat wil de Heere hiermee zeggen?'Ambtenaar schreef:Wat ik bedoel te zeggen is dat het overlijden van een predikant bij mij niet leidt tot meer nadenken over de dood en de betekenis van de dood. In deze zin is een predikant een gewoon mens. Er gaat geen extra waarschuwende werking uit van de dood van een predikant. Elk leven is eindig.
Je ziet in de Bijbel dat de Heere collectief denkt.
- Zo kan Achan door zijn persoonlijke zonde een 'ban' in het leger brengen. Anderen overlijden ten gevolge hiervan, nog voordat Achan persoonlijk gestraft wordt. Gelukkig koos Jozua niet voor de nuchtere constatering dat veldslagen nu eenmaal wel eens worden verloren, maar vroeg hij naar Gods bedoeling. (Joz. 7)
- Heel vroeg in de geschiedenis van de christelijke kerk blijkt dat God de heiligheid van Zijn gemeente zo hoog opneemt, dat Ananias en Saffira de schending daarvan met de dood moeten bekopen. (Hand. 5)
- Misstanden rond het avondmaal in Korinthe zorgden voor concrete ziekten en sterfgevallen in de gemeente. Paulus zegt niet: we zijn nu eenmaal vergankelijke mensen - maar wijst zonder aarzeling de oorzaak aan: "Daarom..." (1 Kor. 11:30).
Het probleem is echter: wie geeft het juiste antwoord op de vraag? Ook ds. Bredeweg stelde in de rouwdienst weer de vraag naar wat de Heere hiermee te zeggen heeft. Het grote gevaar is dat we het antwoord op die vraag gelijk stellen aan onze eigen mening over de kerk. Het spreken van de Heere ligt dan alleen maar naadloos in het verlengde van wat wij toch al vonden. Ik heb dat ook daadwerkelijk zien gebeuren in de afgelopen tijd. De één zegt: "het komt omdat er zoveel wereldgelijkvormigheid is in de kerk". Een ander zegt: "de oorzaak is het curatorium beleid". Ik zie het als levensgevaarlijk om ons eigen oordeel te verbinden aan een mogelijk oordeel van de Heere. Die fout is in het verleden al veel te vaak gemaakt.
En tegelijk geloof ik dat, zoals ik hierboven schreef, de vraag naar Gods spreken gesteld moet worden. Het antwoord zal echter nooit 'kant en klaar' kunnen zijn, uitnodigend tot speculatie. Misschien is de enige juiste weg om de vraag alleen persoonlijk te stellen. Zodat Gods spreken ieder persoonlijk brengt tot bekering, tot zelfonderzoek, tot hernieuwd buigen voor God.