Voor de forummers die geen SV met kanttekeningen hebben hier Hebreeën 6:4-6 met kanttekeningen
11) het is onmogelijk,
Namelijk ten aanzien van Gods rechtvaardig oordeel over zulke ondankbare mensen, naar de verklaring die Christus zelf gedaan heeft van degenen die tegen den Heiligen Geest zondigen, Matth. 12:31,32; gelijk de volgende verzen ook aantonen dat hier, gelijk ook hierna, Hebr. 10:26, van die zonde wordt gesproken. Waarom de apostel Johannes, 1 Joh. 5:16, gebiedt, dat men voor zulken niet zal bidden. Zie dergelijke wijze van spreken Joh. 12:39,40.
12) die eens verlicht geweest zijn,
Namelijk in het verstand door de prediking des Evangelies.
13) de hemelse gave gesmaakt hebben,
Dat is, het geloof, hetwelk hier gezegd wordt, dat zij gesmaakt hebben, niet omdat zij het in zijn rechte wezen immer zouden ontvangen hebben, maar omdat zij een klein begin en gelijkenis of schijn daarvan gevoeld hebben, gelijk het woord smaken ook tegen innemen gesteld wordt, Matth. 27:34; welk smaken Christus in de gelijkenis van den zaaier, Matth. 13:20,21, noemt een ontvangen des woords met blijdschap; hetwelk nochtans geen wortel, dat is, geen recht vertrouwen op Christus heeft, en geen behoorlijke vruchten in volstandigheid geeft, dewijl het op steenachtige aarde, dat is, in een hart, dat niet behoorlijk voor God is vernederd, noch bereid, gevallen is. En dat dit hier ook de mening is, blijkt uit Hebr. 6:7 en elders, waar deze vergeleken worden met aarde, die den regen niet indrinkt, en derhalve in plaats van goed kruid, doornen en distelen voortbrengt.
14) des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn,
Dat is, enige gaven des Heiligen Geestes, die God in de eerste Kerk den discipelen mededeelde. Zie hiervan 1 Cor. 12:14.
15) het goede woord Gods,
Dat is, de beloften des evangelies, waar dezen ook enigen smaak van ontvangen hebben, gelijk van het woord van Johannes den Doper in sommige Joden gezegd wordt, Joh. 5:35, dat zij in zijn licht zich voor een korten tijd hebben willen verheugen.
16) de krachten der toekomende eeuw,
Dit kan geschikt van de krachten des eeuwigen levens verstaan worden, waarvan deze mensen ook somwijlen een kleinen smaak hebben, doordien zij dit woord met blijdschap ontvangen, en zich in de beloften van hetzelve een tijdlang verheugen, gelijk hiervoor Hebr. 6:4 is aangewezen; en het woord smaken komt hiermede wel overeen.
17) afvallig worden,
Of vervallen, waardoor niet allerlei zonden worden verstaan, waarin de ware gelovigen ook somwijlen vervallen, gelijk David, Petrus, enz., die daarna tot bekering komen; maar een geheel vervallen of afval van den Christelijken godsdienst, en die moedwillig geschiedt, gelijk Hebr. 10:26, wordt uitgedrukt, en met lastering derzelve, tegen de getuigenis des Heiligen Geestes in hun gemoed, gevoed is, gelijk Christus betuigt Matth. 12:31.
18) die, zeg ik,
Dit ziet op het voorgaande woord onmogelijk, Hebr. 6:4. Het is dan onmogelijk die wederom te vernieuwen; welke onmogelijkheid niet alleen van de leraars te verstaan is, die tevergeefs zouden arbeiden om die te vernieuwen, of tot bekering te brengen, maar ook ten aanzien van Gods waarheid zelf, die eens dit rechtvaardig oordeel tegen hen heeft geveld, en niet veranderlijk is, en zich niet laat bespotten, Gal. 6:7; ja ook ten aanzien van Christus' verdienste, die deze moedwillig verzaken en verwerpen, gelijk volgt. Waarom ook Hebr. 10:26, gezegd wordt dat er geen offerande voor de zonde van zodanigen meer over is.
19) wederom te vernieuwen
Dit woord wederom ziet op den staat waaruit zij vervallen zijn, welke staat een begin was van de vernieuwing, zo zij daarin gebleven en behoorlijk voortgegaan hadden, tot welken stand zij zelfs niet kunnen wedergebracht worden. Anderen nemen deze woorden wederom vernieuwen, bloot voor: vernieuwd worden, gelijk het Griekse woord palin, dat is, wederom, door een oneigenlijke wijze van spreken Pleonasinus genoemd, dikwijls overschiet. Zie een voorbeeld Joh. 4:54, en Joh. 13:12; Hand. 18:21, en wordt alleen daar bijgevoegd om de zaak krachtiger te betuigen.
20) als welke zichzelven
In deze woorden wordt nog een reden gegeven, waarom zulke afvalligen niet kunnen vernieuwd worden tot bekering, namelijk omdat zij Christus, dien de Vader tot een verzoening voor onze zonden heeft gegeven, zichzelf, dat is, zoveel in hen is, gelijk de Joden en heidenen tevoren aan Christus uiterlijk eens gedaan hadden, nieuwen smaad aandoen, en tegen hun gemoed tentoonstellen, of te schande te maken voor de gehele wereld, en tot hun verderf, hetwelk God niet ongewroken wil laten, gelijk dit Griekse woord paradeigmatizein ook betekent, Matth. 1:19, voor welk woord, Mark. 3:29, het woord blasphemein gebruikt wordt.