-DIA- schreef:lien75 schreef:-DIA- schreef:
De verhouding tussen God en de mens.
Wie en wat is de mens?
Wie is God?
Hoe staan wij tegenover God en hoe zal God de mens zien?
Kan je het nog concreter maken?
Ik zeg het voorzichtig:
Het lijkt soms of we de realiteit van grote afstand, uit het oog hebben verloren hebben
tussen een heilig, rechtvaardig en goedertieren God,
en een doemwaardig zondig mensenkind?
Misschien bedoel je mij met je beginposting; ik ga er maar even vanuit omdat ik die namen noemde van oud-leermeesters.
Van Bart Roest weet ik zelf niet veel meer; toen was ik te jong. Ik weet dat ik als kind veel van hem hield; hij straalde veel liefde uit. Het was een soort opa voor ons gezin.
Ds J Koster weet ik nog wel goed; en daar heb ik ook veel van gehouden. Van hem leerde ik, dat welke ervaringen je ook had, het naar Christus toe moest. De pijl ligt verder! zei hij dan. En als hij preekte over Christus dan was hij teer en vol liefde. Dat maakte grote indruk. Gaat er al iets tintelen van binnen? vroeg hij dan.
Christus, Die ons leven is. Daar was hij heel stellig over.
Wat betreft je opmerking over het juiste mensbeeld/juiste Godsbeeld.
Ik denk ook niet dat ik daar de juiste kijk op heb. Ook niet op wie ik zelf ben.
Hoe zou ik ooit kunnen bevatten wie God is? Je hebt gelijk als je stelt dat er een grote afstand is tussen de heilige God en de zondige mens. Wat dat betreft kan je niet groot genoeg denken van Zijn heiligheid. En niet laag genoeg van wie je zelf bent.
Ik heb wel eens gedacht dat ik een beetje de diepte kende waar ik ben uitgehaald. Maar juist de laatste tijd kom ik erachter dat ik maar nauwelijks besef hoe diep die diepte is. En het meest verschrikkelijke is dat je ondanks dat je iets ziet van de grote verdorvenheid van je natuur; je toch soms zo verschrikkelijk hoogmoedig bent. Dan kan je ook niet laag genoeg buigen en ga je iets verstaan van wat Datheen zegt: Geen groter goed Gij mij geven meugt, dan dat Ge mij vernedert en maakt klene.
En dan te beseffen dat je zelf maar iets ziet van wie je bent; de Heere kent je door en door. Hij kent ook die diepe schuilhoeken van mijn hart. de zonde die ik wegstop of goedpraat. Of niet eens herken als zonde.
Maar aan de andere kant mag er ook die vaste grond zijn; dat God je niet meer aanziet in wie je zelf bent, maar dat Hij je, uit genade, aanziet in het werk van Zijn Zoon de Heere Jezus Christus.
Dat je Hem hebt leren kennen als je schuldovernemende Borg. Zodat die grote afstand, die immens grote kloof, tóch gedempt is met het bloed van Christus.
En dan mag je toch iets zien van wie God is in Zijn ontfermende liefde. Dan ga je je verwonderen dat Hij ooit zulke zondige mensen heeft lief kunnen hebben. Góddelozen worden met God verzoend. Vijanden heeft Hij met God verzoend!
Dan kan je je alleen maar verwonderen. Door U, door U alleen om 't eeuwig welbehagen.
Juist op een dag van vandaag kan je daar alleen maar stil onder zijn. Wat heeft Hij een dure prijs betaald.
Voor iemand als ik....
Na ontvangen genade nog zo vaak niet wie ik zou moeten zijn. Altijd weer schuld en tekort.
Maar toch, Het is volbracht! Hij heeft het uitgeroepen op Golgotha. Een triomfkreet!
Je kunt het vast niet begrijpen. Ik ook niet.