Afgewezen schreef:Toeschouwer schreef:Israël heeft een aardse roeping en beloften, Gods verbond met en beloften aan Israël zijn altijd betrokken op het aardse leven. Vandaar ook het sabbatsgebod. (Gen.12:3; Ps.37:9,11,22; Ps.67: 6,7, 6 (67-7) De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen.
7 (67-8) God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen.
Afgewezen schreef:
Nee, Israël had een hemelse roeping en geestelijke beloften. Het land, het sabbatsgebod, etc. waren schaduwen van een geestelijke werkelijkheid, in welker verwachting Israël leefde.
Mijn antwoord daarop:
Ik citeer de bovengenoemde teksten, die je volgens jouw woorden niet letterlijk maar geestelijk moet verstaan.
En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. (Gen. 12:3)
Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten. (Psalm 37:9)
De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede. (Psalm 37:11)
Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden. (Psalm 37:22)
De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven.
De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen.
God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. (Psalm 67:6-8)
Afgewezen
Als dit schaduwen zijn van een hemelse werkelijkheid, dan lees ik de Schrift anders dan jij.
Ik lees dit als een aardse werkelijkheid. Jij leest dat anders, daarom heeft verder discussiëren geen zin, dat is mijn mening.