Luther schreef:Kaw schreef:Is beoordeling op roeping niet te zeer subjectief om nuttig en waarheidsgetrouw te zijn? Sterker nog: Is beoordeling op basis van hoe men zelf over zijn eigen roeping spreekt niet te zeer subjectief om nuttig en waarheidsgetrouw te zijn? In de Schrift werd een christen beoordeelt op zijn handel en wandel. Nu zijn praatjes over jezelf het uitgangspunt? Dat zie ik niet als vooruitgang, maar als bevindingsverdwazing.
En ik was er al bang voor...
Luther schreef:Nee, dat heeft niets met eng te maken, maar vooral met de hardheid en liefdeloosheid die doorgaans ten beste gegeven wordt als het gaat over dit college.
Laten we dan eerst maar eens een topic openen waarin wordt genoemd, opw elke wijze jij en anderen bidden voor het curatorium.
Hebben jullie weleens met leden van het curatorium gesproken? En hoe dit soort kritiek voelt?
Lees de artikelen van ds. G.J. van Aalst over deze materie nog eens door. Die was heel helder en zakelijk.
Omdat je spreekt in de meervoudsvorm jullie, vraag ik het maar gewoon: vind je mijn posting hierboven hard en liefdeloos? of bedoelde je die niet? We mogen toch wel in alle eerlijkheid en openheid bepaalde vragen stellen? Het is zeker niet mijn intentie om de integriteit van personen in discrediet te brengen.
Wat betreft de artikelen van ds. Van Aalst: ik heb ze gelezen met waardering. Wat hij schrijft over bekering, roeping, etc met verwijzing naar Spurgeon (ja, ja, hij durft het en doet het gewoon, hoewel er nog wel een opmerking over het verschil met Philpot gemaakt wordt

), etc, vond ik erg mooi en leerzaam. Het laatste artikel, waarin hij het functioneren van een curatorium verdedigt a la de GG, vond ik niet overtuigend. Uiteraard geeft de Schrift duidelijk aan dat de kerk de taak heeft degenen die naar het ambt staan te beproeven en te onderzoeken. Maar, kan dat verder gaan dan leer en leven? Natuurlijk mag en moet er gesproken worden over bekering en roeping, maar kunnen (wanneer het gehoorde in overeenstemming met Schrift en belijdenis is)
mensen dan daarin nog een verdere schrifting maken?
Calvijn spreekt nadrukkelijk over de noodzaak van de verborgen zijde van de roeping tot het ambt, dwz: de wetenschap dat God Zelf persoonlijk roept tot Zijn dienst. Maar waar hij nadrukkelijk wijst op de noodzaak om deze verborgen zijde van de roeping te kennen, geeft hij tegelijkertijd aan dat de kerk niet in staat is die te toetsen. Hier ligt de verantwoordelijkheid van elke dienaar t.o.v. de Heere.
Nogmaals, vanuit
de praktijk is het enerzijds te begrijpen dat men na de Afscheiding een instantie als het curatorium in het leven geroepen heeft. Het is ook van het allergrootste belang dat er een Bijbelse prediking vanaf de kansel in de gemeente klinkt. Laten we daar niets van af doen. Maar als we letten op de
principiele (Bijbelse) argumenten, lijkt het me niet gemakkelijk om vanuit de Schriftgegevens de lijn te trekken naar het functioneren van het curatorium.
Waarschijnlijk is het - gezien de tradities in kerkverbanden - ook erg moeilijk om hier iets in te kunnen en willen wijzigen. Toch zou het goed zijn wanneer er een grondige studie zou komen naar de Bijbelse gegevens hierover. Ik begreep dat de GS van de GG iets dergelijks ook gedaan heeft rondom de pastorale vragen m.b.t. trouwen na echtscheiding. De betreffende publicatie probeert zorgvuldig luisterend naar de Schrift tot bepaalde afwegingen te komen. Iets dergelijks zou ook rondom dit thema erg leerzaam kunnen zijn. En dan moet het niet alleen gaan over de predikanten, maar over de ambtsleer in het algemeen. De hele gereformeerde gezindte zou daar mee gediend zijn.