eilander schreef:huisman schreef:
Idd de wereld maakt van Gods dienstknechten haat-imans en zelfs sommige forummers huilen mee met deze wolven in het bos. Meer dan verontrustend dat bij de eerste lichte verdrukking de scheiding al openbaar komt.
@Jantje, als je het hebt over deze quote van huisman zal het je hopelijk niet verbazen dat ik het daar helemaal mee eens ben.
Ik zag dat iemand ervan maakte dat hierdoor een onderscheid tussen 'echt/niet echt christen' gezien wordt. Dat vind ik dan weer veel te ver gaan.
Huisman lijkt te suggereren dat het wel achter verklaring staan en druk maatschappij scheiding brengt. Scheiding wordt meestal in relatie bokken en schapen gebruikt. Dat gaat echt tever.
Het feit dat je achter een verklaring staat maakt je niet tot een waar christen. Maar alleen het geborgen Zijn in Christus!
Waar nog bij komt dat jejezelf de vraag kan stellen of die hele verklaring en cgk rapport wel geheel vrij is van dwalingen. ( en dan heb ik het niet over de terechte zorg wbt de hele sexuele revolutie)
Dit zeg ik bewust wat scherp. Want wat hier gesuggereerd wordt vraagt om een scherp weerwoord.
De dwaling voor mij is : zeggen dat gevoelens van homo niet per definitie zondig zijn. (Sexueel verlangen, dus niet in praxis ) waarbij je dus kan afvragen of er wel een bijbels onderscheid is tussen daadwerkelijk gemeenschap hebben en alleen het aanzien van met het verlangen tot.
Het lijkt namelijk geheel in strijd te zijn met Mattheus 5
21 Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, die zal strafbaar zijn door het gericht.
22 Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur.
23 Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft;
24 Laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt dan en offert uw gave.
25 Weest haastelijk welgezind jegens uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt.
26 Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning zult betaald hebben.
27 Gij hebt gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen.
28 Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.
29 Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.
30 En indien uw rechterhand u ergert, houwt ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.
31 Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief.
32 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzake van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel.
33 Wederom hebt gij gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden houden.
34 Maar Ik zeg u: Zweert ganselijk niet, noch bij den hemel, omdat hij is de troon Gods;
35 Noch bij de aarde, omdat zij is de voetbank Zijner voeten; noch bij Jeruzalem, omdat zij is de stad des groten Konings;
36 Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken;
37 Maar laat zijn uw woord ja, ja; neen, neen; wat boven deze is, dat is uit den boze.
38 Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog om oog, en tand om tand.
39 Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe;
40 En zo iemand met u rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook den mantel;
41 En zo wie u zal dwingen een mijl te gaan, gaat met hem twee mijlen.
42 Geeft dengene, die iets van u bidt, en keert u niet af van dengene, die van u lenen wil.
43 Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten.
44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen;
45 Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
46 Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat loon hebt gij? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde?
47 En indien gij uw broeders alleen groet, wat doet gij boven anderen? Doen ook niet de tollenaars alzo?
48 Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.
Wat niet onverlet laat om barmhartig, liefdevol om te zien naar hen die strijd voeren tegen deze verlangens. En naast hen te staan. Zoals wij zelf als zondaar naast ieder andere zondaar zouden staan.
Dat een kerkeraad een ds uit angst voor onrust niet laat voorgaan, als dat zo is, is te triest voor woorden. En ze hadden op zijn minst aangifte kunnen doen voor haatzaaien.