Dat zeg ik ook niet. Maar God zegt wel tegen doorzondigende mensen dat Hij hen behouden wil.Erasmiaan schreef:God zegt nergens, in heel de Bijbel niet, dat men door mag gaan in de zonden en dat hij hen toch zal verlossen.memento schreef:Tuurlijk zegt dat wel wat over het aanbod. God had, door Jeremia, dat zondige volk (wat zich niet schuldig kende, maar doorzondigde) het heil reeds aangezegd. Dat is zekerlijk een onvoorwaardelijk aanbod. God geeft een volk wat naar Hem niet hoort, en hun zonde niet beleefd, de belofte van verlossing. Kortom: Hier is sprake van een aanbod, niet aan ontdekte zondaren, of op voorwaarde van ontdekking, maar onvoorwaardelijk.Erasmiaan schreef: Wonderlijke exegese. Het volk dat zich niet schuldig kende kreeg de straf. Toen men weer op de knieën kwam (Daniël) kwam de herstelling. Zo gaat het toch ook in de bekering? Niet bekeren is buiten God voortleven. Bekeren en geloven (dan worden Gods beloften bij de doop waar) = leven. Dit zegt niets over het aanbod.
Zoals al gezegd: Gods beloften worden allen aangeboden, zonder onderscheid des persoons. Maar door een weg van berouw en smeken om de vervulling wordt de belofte werkelijkheid. Beide elementen zijn van belang. Wie belofte en vervulling 1 op 1 koppelt, haalt het Bijbelse evenwicht, en ook de spanning, eruit. Of dat nu linksom (God geeft de belofte, dus met mij zit het wel goed), of rechtsom (Gods belofte heeft alleen maar als adres de mensen in wie de belofte ook vervulling krijgen) gebeurt.
Ik heb het concrete voorbeeld van Jeremia's belofte genoemd. Een belofte, die letterlijk vervult is. Een belofte, die tot mensen uitgesproken is, die hun zonden niet doorleefden, maar erin volhardde. Een belofte, die in een weg van berouw en smeking (zie het gebed van Daniël) werkelijkheid geworden is.
Kortom: De belofte wordt aan allen, ook de niet-ontdekte zondaar, aangeboden. En door een weg van berouw en smeking wordt de belofte werkelijkheid.