jvdg schreef:
Ik begrijp, en waardeer, opperbest de intenties van de HSV-ers, maar ik bespeur (m.i.) weing ingetogenheid of afhankelijkheid van de Heilige Geest, welke ik nog steeds acht de Inspirator te zijn geweest voor de vertalers van destijds.
Zie met name laatste regel van onderstaand stuk van de site van HSV:
VERANTWOORDING
De Bijbel
Op het omslag van de eerste deeluitgave staat bewust afgedrukt: Bijbel. Dat betekent niet anders dan de vaste overtuiging dat wij geen mensenwoorden maar woorden van God Zelf voor ons hebben. Woorden die ons geschonken zijn door de bijzondere werking van de Heilige Geest in hart en leven van de bijbelschrijvers. Deze woorden zijn overgeleverd in andere talen en in een andere cultuur en tijd. Wij lezen geen Hebreeuws en Grieks, talen waarin het Oude en het Nieuwe Testament zijn geschreven. Dat vraagt om vertaling.
Statenvertaling (SV)
Iedereen die vertaalt, weet dat de brontaal en de eigen doeltaal niet naadloos op elkaar aansluiten. Vertalen is keuzes maken. We noemen er enkele:
* keuzes gebaseerd op het benadrukken van het behoud van de eigenheid van de brontaal of het voorkeur geven aan de doeltaal;
* keuzes waarbij de vrijheid genomen wordt de woorden uit de brontaal sterk of minder sterk af te wisselen door verschillende woorden van de doeltaal;
* de keuze voor verheven of meer populair taalgebruik.
De bekende en klassieke Nederlandse bijbelvertaling is de Statenvertaling, met twee voorname kenmerken: brontaalgericht en concordant. Deze vertaling heeft een eeuwenlange plaats onder het Nederlandse volk gehad. Niet alleen in het gehoor, maar ook in het hart van vele gelovigen. Het gaat om een geestelijk testament voor velen.
Herziening van de Statenvertaling (HSV)
Wij zijn respect verschuldigd aan de Statenvertalers, en veel dank aan de Heere, Die ons Zijn Woord op deze wijze geschonken heeft. Breed leeft echter de overtuiging dat sinds 1637 de taalontwikkeling is doorgegaan. Dit leidt ook tot de vraag of dat consequenties moet hebben voor een bijbelvertaling. In 1951 is een vertaling verschenen van het Nederlands Bijbelgenootschap, daarna is een moderne Nederlandse vertaling gepubliceerd, en zijn er vrije benaderingen en omschrijvingen van de drukpersen gerold. En dat allemaal vanwege de ervaren taalkloof tussen ons huidige spreken en de taal van de zeventiende eeuw. In dit jaar 2004 verschijnt een interkerkelijke Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), waarvan gedeelten in de afgelopen jaren zijn gepubliceerd. Hoeveel goeds ook ervaren kan worden in bovengenoemde uitgaven, de vertaalprincipes alleen al zijn anders dan die van de Statenvertaling. Dat heeft geleid tot het initiatief om te komen tot een herziening van de Statenvertaling. Immers, een geheel nieuwe vertaling is voor velen een stap te ver. De verwachting dat de NBV in behoudend kerkelijke kringen en geloofsgemeenschappen volledig zal worden geaccepteerd is niet realistisch.
Binnen de kring van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk groeide de overtuiging dat er stappen gezet moeten worden om te komen tot een hertaling van de SV. Over de kerkelijke grenzen heen zijn contacten gelegd. Dat is uitgemond in de oprichting van een stichting, met bestuursleden uit de Nederlandse Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten.
Realisering
In juni 2002 is de Stichting begonnen aan de herziening. Tientallen medewerkers met deskundigheid op de terreinen van de Nederlandse taal, de klassieke talen en de theologie verlenen hun zeer gewaardeerde medewerking.
Uitgangspunt is de Statenvertaling en de door de toenmalige vertalers gebruikte handschriften van de Bijbel. Daarnaast is ook een grote waarde toegekend aan de bekende Kanttekeningen bij de SV. Een aantal keren is een daarin vermeld alternatief als beter en verstaanbaarder in de tekst opgenomen. De opdracht was immers te komen tot een herziening in verstaanbaar Nederlands. Dat betekent onder andere herziening van de spelling, vervanging van verouderde woorden, vereenvoudiging van zinnen. Verder constateerden we dat door de drukkers in de loop van de jaren het gebruik van hoofdletters voor de aanduiding van God en beelden waarin eigenschappen van God worden uitgedrukt is uitgebreid. We hebben gekozen voor beperkt gebruik Met als regel: vergelijking van God met een persoon: een hoofdletter; met een zaak: een kleine letter. Bijvoorbeeld: God is Redder; de Heere is de bron. Uitzonderingen hierop zijn de Ik ben-uitspraken in het Evangelie van Johannes en vergelijkbare uitdrukkingen in het boek Openbaring.
Soms stuitten we op een onjuiste vertaling en is een wijziging aangebracht.
Vervanging van bepaalde woorden en uitdrukkingen leek ons vanwege hun geestelijke lading of hun betekenis voor het geloofsleven ongewenst. Soms lieten we uit verlegenheid om een goed alternatief te vinden woorden staan.
Ook bleken bij deze beperkte uitgave de gevolgen van het omschrijven of verschillend vertalen van sommige typische Hebreeuwse of ook Griekse woorden of uitdrukkingen niet te overzien. We noemen (veel gebruikte) woorden als ziel (persoon, eigenheid), zaad (nageslacht, nakomeling), zie (let op, luister, ja), hel (graf, plaats van het oordeel), aangezicht enzovoort. Daarin is óf terughoudendheid betracht óf gekozen voor (voorlopige) handhaving van de bestaande vertaling. In die zin is onze uitgave een proefeditie die naar de toekomst ruimte laat voor correcties.
De Psalmen zijn vanwege hun dichterlijke taal op onderdelen wat klassieker weergegeven. Ook het vormgeven aan het poëtisch karakter in metrum en korte regelafdruk speelde daarbij een rol.
Deeluitgave
In slechts enkele woorden hebben we iets weergegeven van de achterliggende gedachten bij, de uitgangspunten van en praktische problemen in de uitvoering van de opdracht die heeft geleid tot de verschijning van de eerste deeluitgave.
Voor duidelijke suggesties en verbeteringen staan we open.
Bij deze eerste deeluitgave willen we het niet laten. Er wordt verder gewerkt aan de afronding van het Nieuwe Testament en aan de verdere hertaling van het Oude Testament. Voor de realisering van het totale project denken we aan een periode van een aantal jaren. Aan de lezer laten we het oordeel of het om een herziening of om een hertaling gaat.
Liefde tot de Heere en Zijn Woord zal samenbinden in het verlangen dat velen de Bijbel lezen en daaruit leven. Die liefde doet de een blijven bij het oude en de ander hopen dat nieuwe generaties door betere verstaanbaarheid dichter bij de bijbelse boodschap mogen komen.
Wij willen niet meer dan een mogelijke taalbarrière opheffen en een daaruit voortkomende verstaanskloof overbruggen. Onverkort blijft nodig het gebed om en de verlichting met de Heilige Geest.