Ararat schreef: ↑21 feb 2024, 07:13
Carsten schreef: ↑20 feb 2024, 12:41
Ds. A. Geuze mocht afgelopen zondagmorgen beginnen met een prekenserie over de 7 kruiswoorden.
Nú beginnende met het eerste kruiswoord: Lukas 24 vers 34a; En Jezus zeide; Vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.
Mocht beginnen?
Misschien heb ik wat, naar ik meen, Bijbels onderwijs voor jongere mensen, over het spreken tot ouderen: Ik weet niet hoe oud Carsten is, maar wat ik wel weet is dat er gespot wordt met ouderen, en hun diepste geloofsovertuiging, als die echt oud-altijd-actueel-reformatorisch is. Wellicht begrijpt iemand die nieuwe begrip? Er moest nieuw begrip komen want alle andere termen zijn uitgesleten. Natuurlijk kun je ook gewoon zeggen: Gereformeerd, maar hoe ver grijpt deze term nu niet? Hierbij een verzoek dat ik Bijbels acht:
1. Hebt achting voor de oude generatie (al weet ik niet hoe oud Carsten is, misschien wel 12(!)).
Jeremia klaagde er in zijn Klaagliederen ook over:
De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel.
Kantteningen:
Bij ouden:
Dat is, de oude grijze en wijze mannen zitten niet meer in de poorten, om de justitie te bedienen en tussen partijen te oordelen, gelijk eertijds placht te geschieden. Zie Gen. 34:20. Ps. 127:5. verwijsteksten
Bij de jongelingen:
Dat is, de jongelingen hebben noch vreugde noch vermaking meer; zij zingen en kwinkeleren nu niet meer, gelijk zij in tijd van vrede en welstand plachten te doen.
Zie Amos 8:10
En Ik zal uw feesten in rouw, en al uw liederen in weeklage veranderen, en op alle lendenen een zak en op alle hoofd kaalheid opbrengen; en Ik zal het land stellen in rouw, als er is over een enigen zoon, en deszelfs einde als een bitteren dag.
Zie ook:
hoe in het boek Job Elihu zich stil hield totdat de ouden geëindigd hadden te spreken. Dat zegt veel!
2. Hebt ook acht op de leer, en veracht het oude niet, want door dat oude (altijd door velen verachte geloof) hebben velen koninkrijken overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, hebben de muilen der leeuwen toegestopt, de kracht des vuurs uitgeblust, zijn de scherpte des zwaards ontvloden, hebben uit zwakheid krachten hebben gekregen, zij nin den krijg sterk geworden, hebben heirlegers der vreemden op de vlucht gebracht. De vrouwen hebben haar doden uit de opstanding wedergekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; zijn gestenigd geworden, in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht, hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk behandeld zijnde (welker de wereld niet waardig was), hebben in woestijnen gedoold en op bergen, en in spelonken en in de holen der aarde. En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen, alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden.