criticus schreef:Ik heb op mij genomen jullie in te leiden in de Apocalyps en ik doe dit met vreugde. Maar ik houd mij aan mijn taak en accepteer gen obstructie d.m.v. vragen en opmerkingen die duidelijk bedoeld zijn om een uitvoerige tussentijdse discussie uit te lokken. Korte, doelgerichte vragen van mensen die iets niet begrijpen zijn welkom en die zal ik ook zo kort en duidelijk mogelijk beantwoorden. Maar ik ben al die hatelijke schimpscheuten er tussendoor meer dan zat. Als jullie hiermee niet accoord gaan, laat het mij dan weten, dan zet ik er een punt achter en is dit mijn laatste posting.
De kritische vragen die je zijn gesteld, zijn volstrekt legitiem. Wanneer je goed 'in de stof' zit, zal het ook geen al te groot probleem voor je zijn hierop te reageren.
Maar toen de Heere Jezus Zijn discipelen gebood over dit gezicht te zwijgen totdat Hij uit de doden zou opgestaan zijn, vraagden zij onder elkander wat het was uit de doden op te staan. Mark.9:9,10: 9 En als zij van den berg afkwamen, gebood Hij hun, dat zij niemand verhalen zouden, hetgeen zij gezien hadden, dan wanneer de Zoon des mensen uit de doden zou opgestaan zijn.
10 En zij behielden dit woord bij zichzelven, vragende onder elkander, wat het was, uit de doden opstaan.
Deze opstanding was hen dus toen nog niet bekend.
In de verklaring ‘Tekst voor Tekst’ lees ik bij deze tekst over de onwetendheid van de discipelen het volgende: “… dat zij met Jezus’ woorden over de opstanding geen raad weten, is begrijpelijk. Opstanding op de jongste dag was voor hun geloof niet vreemd; maar de gedachte aan de opstanding van Jezus en tegelijk het perspectief van een verdergaande geschiedenis, dat zouden zij eerst moeten beleven, voordat zij in staat waren, dat in hun geloven en denken te verwerken.”
De opstanding van Christus en allen die in Hem ontslapen zijn is een opstanding uit het midden van de doden. Dit ligt ook helemaal in de analogie van het geloof. Want al de leden Zijns lichaam zijn één plant met Hem in de gelijkmaking aan Zijn dood en opstanding en ook in Zijn Hemelvaart en wederkomst (Joh.13:36: Coll.3:4). Als de Schrift over de opstanding in het algemeen spreekt staat er in het Grieks anastasis toon nekros, maar als het over de eerste opstanding gaat staat er anastasis ek toon nekros. Paulus gebruikt in Fill.3:11 zelfs een dubbele uitdrukking: exanastasis ek toon nekros. Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding (uit,ek) de doden. Zie ook Openb.20:5: 5 Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geeindigd waren. Deze is de eerste opstanding.
Aan dit verschil in woordkeus wordt uiteindelijk alleen waarde gehecht door hen die uitgaan van de gedachte dat er twee opstandingen zijn. Vervalt deze gedachte (zie onder), dan is het gewoon een kwestie van andere woorden voor hetzelfde.
Ook Openb.5:8 leert ons duidelijk dat de verheerlijkte Gemeente (de 24 ouderlingen) reeds in de hemel is als het Lam het boek opent.
Ik wil graag wijzen op de parallellie van dit gedeelte met de lofprijzing in Openb. 1. Vgl. de volgende twee teksten:
Openb. 1: 6
En Die ons gemaakt tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader... (Dit zegt Johannes, namens de gemeente op aarde.)
Openb. 5: 10
En Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen heersen op de aarde. (Dit zeggen de 24 ouderlingen in het visioen in de hemel.)
De vraag is nu : Wat betekenen die 24 ouderlingen? Wie vertegenwoordigen zij?
Wij zien hieruit dat zowel de opstanding als de wederkomst in verscheidene fasen of stadia verloopt (1Kor.15:23): Maar een iegelijk in zijn orde: de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst. Dit hoeft voor ons niet vreemd over te komen. In het Oude Testament schijnen komst en wederkomst ook samen te vallen, terwijl er nu al bijna tweeduizend jaar tussen ligt. Daarom bewijst ook Joh.5:28 niet dat alle doden tegelijk zullen opstaan. Want als de ure van vs. 25 nu reeds 2000 jr duurt dan is er geen enkele reden dat vs. 28 geen tijdperk van 1000 jr kan zijn.
Joh. 5: 28,29
Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in welke allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zullen uitgaan; die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis.
Het lijkt me toch moeilijk om in die ene ure een tijdsverschil van duizend jaren in te passen. Daar komt nog eens bij dat Jezus in hfdst. 6 zegt dat Hij de Zijnen zal opwekken 'ten uitersten dage', evenals de ongelovigen geoordeeld zullen worden 'ten laatsten dage' (Joh. 12:48).
Moeten we ons dit werkelijk voorstellen als één groot oordeel, één 'uiterste dag', onderbroken door een duizendjarig vrederijk? Waarbij er dan twee keer een opstanding van gelovigen is (een voor en een ná het duizendjarig rijk) en één keer een opstanding van ongelovigen (ná het duizendjarig rijk)?
Overigens is de gedachte dat er een vóórvervulling is van de profetie van de oordeelsdag, nog niet zo gek: denk maar aan de voltrekking van het oordeel aan Jeruzalem in 70 na Chr. Ik zie dat wel als een voorvervulling van de komst van Christus. In de profetieën van Jezus vinden we duidelijk deze gelaagdheid terug. Maar dat er nog een ‘derde’ laag zou zijn, voorafgaande aan een duizendjarig vrederijk, dát vinden we in Jezus’ woorden níét.
Zie verder ook Openb. 20:12-15
En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is... En de zee gaf de doden die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. .... En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs.
Maar het is juist de
gemeente, waar tegen gezegd wordt:
Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens... (Openb.3:4).
Heeft die gemeente dan eerst duizend jaren met Christus geheerst in de hemel en volgt daarná dan een oordeel, waarbij bezien wordt of hun namen zijn geschreven in het boek des levens?
Dat is het profetische perspectief. Daarom is het bij het onderzoek van Gods woord absoluut noodzakelijk de telescoop de Geestes te gebruiken en schrift met schrift vergelijken.Voor deze wegneming staat in het Gr.het woord harpazoo dat wegrukken iets met geweld wegnemen betekent. Dit woord wordt ook gebruikt in Joh.6:15: Jezus dan, wetende, dat zij zouden komen, en Hem met geweld nemen, opdat zij Hem Koning maakten, ontweek wederom op den berg, Hij Zelf alleen.En in Hand.8:39: En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg.Zie ook Openb.12:5: en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon. Hier is het object dus geheel lijdelijk; hij doet niets, er wordt met hem gedaan. Wegrukken van de ene en voeren naar een andere plaats. mvr.gr. criticus
Het is heel moeilijk ons een voorstelling te maken van het laatste oordeel. Vergeet niet dat de ‘elementen branden zullen en vergaan’, vóórdat de gelovigen op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde kunnen wonen. Wellicht vindt de ‘wegneming’ van de gelovigen dáárom plaats. Maar ik geef direct toe hierop geen sluitende antwoorden te hebben. Wat echter niet wegneemt, dat ik het concept van ‘twee opstandingen’ met alles wat daarbij hoort, in geen geval een Bijbelse oplossing vind.