Gezocht: kritiek op het dispensationalisme

[freek]

Afgewezen,
ik vind wel dat je correct moet citeren. Dit staat in Lukas 4:
17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was:
18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.
20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.
21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.

En dit in Jesaja 61:
1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis;
2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten;
3 Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.
4 En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weder oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht.
5 En uitlanders zullen staan, en uw kudden weiden; en vreemden zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn.
6 Doch gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen.
7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben.
8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken.
9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft.
10 Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, en als een bruid zich versiert met haar gereedschap.
11 Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt, en gelijk een hof, hetgeen in hem gezaaid is, doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor al de volken.

Het is misschien wel veelzeggend dat de Jezus stopt bij een halve profetie. Kennelijk was nog niet alle profetie voor hun oren vervuld.

[Gian]

Afgewezen, ik stop ermee. Aju.

[freek]

Israël was in zn geheel gemeente. Dood en levend. Het karakter van de Gemeente in het NT is geheel anders

.

Gian, waarom gebruikt Paulus dan juist op dit punt de tweedeling die liep door het volk Israël als waarschuwing voor de nieuwtestamentische Gemeente? (In de eerste Corinthe brief, hoofdstuk 10). Daarnaast heeft Paulus soms een halve brief nodig om de misstanden en de grote zonden aan te wijzen die er bestonden in de gemeente. Hoezo levend?? Ik vind de opvatting van Afgewezen op dit vlak toch echt bijbelser.

[freek]

Afgewezen, ik stop ermee. Aju.

[Afgewezen]

Afgewezen,
ik vind wel dat je correct moet citeren. Dit staat in Lukas 4:
17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was:
18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.
20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.
21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.

En dit in Jesaja 61:
1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis;
2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten;
3 Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.
4 En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weder oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht.
5 En uitlanders zullen staan, en uw kudden weiden; en vreemden zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn.
6 Doch gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen.
7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben.
8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken.
9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft.
10 Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, en als een bruid zich versiert met haar gereedschap.
11 Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt, en gelijk een hof, hetgeen in hem gezaaid is, doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor al de volken.

Het is misschien wel veelzeggend dat de Jezus stopt bij een halve profetie. Kennelijk was nog niet alle profetie voor hun oren vervuld.

Dat is niet de spits van wat Jezus het volk te zeggen had! Zo'n beperking aanbrengen is nu typisch iets voor een chiliast.
De vreugdevolle boodschap is: "Heden is deze Schrift in uw oren vervuld."
De 'domper' van de chiliast is: "Ja, maar nog niet álles..."

[Afgewezen]

Afgewezen, ik stop ermee. Aju.

Tijd voor een sigaretje?

[Alexander CD]

Zijn er nog onvervulde beloften voor Israël zoals Gian schrijft?
In Matt. 17 vs 11 vroegen de discipelen Jezus waarom de schriftgeleerden zeggen dat eerst Elia moet komen , voor het herstel van Israël.
Toen zei de Heere Jezus dat is waar Elia moet komen en alles herstellen, maar Ik vertel jullie dat Elia al gekomen is en zij ( de schriftgeleerden) hebben hem niet erkend( ze waren verblind en zagen Gods werk niet) de discipelen begrepen dat Jezus over Johannes de doper sprak.
Hoe kon nu Johannes de doper alles herstellen, terwijl Jezus nu ook nog de vernietiging van de tempel voorspeld?
Middenin het door dispensationalisten veel geprezen 31e hoofdstuk van Jeremia staat de klaagzang, dat Israel in ballingschap ging naar Babel, Rachal weent om haar kinderen omdat ze niet meer zijn, ( de val van Israël)dan vertroost God en zegt er is loon stopt met wenen. ( Israël was onbekwaam en viel)
Maar het huilen om de kinderen is om het Christuskind (hoewel Hij ontkwam aan Herodus) en dan klinkt het profetisch woord “opdat vervuld zo worden”. God (Jezus) tegen Abraham, Abraham Ik ben uw loon zeer groot.
Jozef en Maria gingen met het kindje Jezus naar Egypte, en later kreeg Jozef instructies om weer terug te keren OPDAT VERVULD ZOU WORDEN het woord door de profeet gesproken UIT EGYPYE HEB IK MIJN ZOON GEROEPEN, dit werd eerder gezegd van Israël.
Israel was Gods knecht in het OT,(1kron 16;13, Ps 136;22)Maar in het nieuwe testament matt 12 wordt gezegd “zie Mijn Knecht die Ik verkoren heb, mijn geliefde in wien Ik mijn welbehagen heb, Jezus Christus, de Machtige Israëls, tegenover het onbekwame.
In matt. 4 staat de verzoeking in de woestijn(40 dagen) , waar Christus reflecteert het volk Israël, dat 40 jaar in de woestijn geleefd heeft en alles verzondigt heeft, Jezus komt hier echter uit als overwinnaar en laat hier de herrijzenis van Israël zien.
Nu kunnen we zien dat het herstel van Israel door Johannes de doper ( voorloper en verkondiger van het Heil) was niet misverstaan, alle beloften zijn in Christus ja en amen,de beloften voor Israel, het land, de stad en de tempel vinden hun volledige vervulling in Christus.
Moet de tempel nog herbouwd worden?
Nee, Jezus zegt “Ik zal hem in 3 dagen wederopbouwen”
De opstanding van Jezus Christus, dient als het herstel van Israël en Jeruzalem beide, Christus is het ware Israël!
Door dit te ontkennen, zoals de aanhangers van de bedelingenleer doen, ontkennen ze het werk van Christus die dit alles hersteld heeft, aan Hem alleen de eer, alle roem is uitgesloten, onverdiende zaligheen heb ik van mijn God genoten.
Alle beloften in Christus , ja en Amen.

[Gian]

Israël was in zn geheel gemeente. Dood en levend. Het karakter van de Gemeente in het NT is geheel anders

.

Gian, waarom gebruikt Paulus dan juist op dit punt de tweedeling die liep door het volk Israël als waarschuwing voor de nieuwtestamentische Gemeente? (In de eerste Corinthe brief, hoofdstuk 10). Daarnaast heeft Paulus soms een halve brief nodig om de misstanden en de grote zonden aan te wijzen die er bestonden in de gemeente. Hoezo levend?? Ik vind de opvatting van Afgewezen op dit vlak toch echt bijbelser.

1Kor. 10 is voor de naamchristen bedoeld. Die hebben er ongetwijfeld tussen gezeten.

[freek]

Israël was in zn geheel gemeente. Dood en levend. Het karakter van de Gemeente in het NT is geheel anders

.

Gian, waarom gebruikt Paulus dan juist op dit punt de tweedeling die liep door het volk Israël als waarschuwing voor de nieuwtestamentische Gemeente? (In de eerste Corinthe brief, hoofdstuk 10). Daarnaast heeft Paulus soms een halve brief nodig om de misstanden en de grote zonden aan te wijzen die er bestonden in de gemeente. Hoezo levend?? Ik vind de opvatting van Afgewezen op dit vlak toch echt bijbelser.

1Kor. 10 is voor de naamchristen bedoeld. Die hebben er ongetwijfeld tussen gezeten.

Eens. En juist dat maakt duidelijk dat er op dit vlak geen wezenlijk verschil is met het verbondsvolk Israël. Want juist daarvan zegt Paulus: niet alles is Israël wat Israël heet. Net zoals hij duidelijk maakt dat niet zozeer de jood die besneden is een echte jood is, maar dat de jood die van hart besneden is een echte jood (God-lover) is.

[Gian]

Heel Israel was in het verbond. Zowel inwendig als uitwendig.
Nu zijn alleen de gelovigen wezenlijk in het verbond. Uitwendig in het verbond zijn heb ik dus grote moeite mee, net als de term verbondserf. We zijn niet in het verbond door geboorte uit onze ouders, evenmin dat we in het verbond zijn door lidmaatschap van een kerkverband.
De mensen in de vroegchristelijke Gemeente beleden allen dat Jezus hun verlosser was. Ook de naamchristen.
Nu belijd een groot gedeelte van de kerkgangers vreemd te zijn aan het werk van Christus. Voor die mensen moeten we evangelisatiediensten houden, die horen niet in de Gemeente thuis. De belijdenis van iemand is dus het belangrijkste. Daar moeten we hem naar behandelen.
Bovendien kan een onbekeerd mens sowieso niet tot de Gemeente horen omdat ze geen deel aan het Lichaam v Christus hebben.

[freek]

Heel Israel was in het verbond. Zowel inwendig als uitwendig.
Nu zijn alleen de gelovigen wezenlijk in het verbond. Uitwendig in het verbond zijn heb ik dus grote moeite mee, net als de term verbondserf. We zijn niet in het verbond door geboorte uit onze ouders, evenmin dat we in het verbond zijn door lidmaatschap van een kerkverband.
De mensen in de vroegchristelijke Gemeente beleden allen dat Jezus hun verlosser was. Ook de naamchristen.
Nu belijd een groot gedeelte van de kerkgangers vreemd te zijn aan het werk van Christus. Voor die mensen moeten we evangelisatiediensten houden, die horen niet in de Gemeente thuis. De belijdenis van iemand is dus het belangrijkste. Daar moeten we hem naar behandelen.
Bovendien kan een onbekeerd mens sowieso niet tot de Gemeente horen omdat ze geen deel aan het Lichaam v Christus hebben.

In principe ben ik het met je eens. Maar wel met deze toevoeging. Welke verbond bedoel je eigenlijk? Er zijn zoveel verschillende verbonden: het verbond met Abraham, het verbond op de Sinai en het genade verbond. Maar hoe je het ook wendt of keert, niet al het zaad van Abraham deelde in het geestelijke heil dat (opnieuw) beloofd werd. Want ten diepste wordt met 'Zaad van Abraham' Christus bedoelt, weten we uit de Galaten-brief. Zoals bij het volk Israël afkomst niet doorslaggevend was in het verkrijgen van het geestelijke heil, is in de nieuwtestamentische gemeente geboorte evenmin doorslaggevend om zalig te worden.
Ben het met je eens dat in de nieuwtestamentische gemeente alleen 'hypocrieten' kent. Een situatie waarin mensen openlijk aangeven nog ongelovig te zijn (maar wel 'liefde voor de waarheid kennen') wezensvreemd is aan de sfeer in het nieuwe testament.

[albion]

....'hypocrieten' kent. Een situatie waarin mensen openlijk aangeven nog ongelovig te zijn (maar wel 'liefde voor de waarheid kennen') wezensvreemd is aan de sfeer in het nieuwe testament.

Volgens Van Dalen:

hy·po·criet de; m,v -en schijnheilige

schijn·hei·lig bn, bw deugdzaam in schijn, huichelachtig vroom; hypocriet

deze mensen geven naar mijn mening juist aan dat ze 'wel gelovig' zijn. Degenen die liefde voor de waarheid kennen hoeven helemaal geen hypocrieten te zijn.

[Gian]

Inderdaad zaad in het enkelvoud. In die zin waren de israelieten ook alleen wezenlijk in het abrahamitische verbond als ze verder keken dan wat bloed van een offerdier.
Wel lag heel het volk onder de eis van de mozaitische verbond. Daarom lag heel het volk onder het verbond of de verbondseis.
En daarom moest er een tempeldienst zijn omdat het bloed v Christus nog niet gevloeid had.
Fijn dat je het onderscheid ziet.

[Afgewezen]

Toch zie je in de NT gemeente ook weer een parallel met de gemeente van het OT. In Hebr. 10 gaat het duidelijk over het nieuwe verbond, niet het Mozaïsche verbond dus. Maar lees dan eens vs. 28 en 29. Let tussen haakjes ook eens op vs. 25, "als gij ziet dat de dag nadert": het gaat hier over Christus' wederkomst!

Hebr. 10
15 En de Heilige Geest getuigt het ons ook;
16 Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;
17 En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.
18 Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.
19 Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20 Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees;
21 En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods;
22 Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
23 Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);
24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
27 Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.
28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
29 Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?

[Gian]

Deze teksten maken onze verantwoording wel heel groot als we door blijven leven in onze zonden.
Het bloed van Christus onrein achten, nadat we kennis hebben genomen van de waarheid....
Het zal afschuwelijk aflopen als we straks voor de troon moeten toegeven, ik wilde niet.

Kust den Zoon! opdat Hij niet toorne!