Herman schreef:Wat mij betreft slaan we die verdubbeling ook over. Feitelijk geef je twee keer je belofte, alsof het burgerlijk huwelijk niet voor Gods aangezicht wordt gesloten.
Zeker wordt het burgerlijk huwelijk voor Gods aangezicht gesloten. De formuleringen van beide beloftes zijn echter niet identiek. De belofte voor het burgerlijk huwelijk wordt niet verbonden aan hetgeen God in Zijn Woord c.q. 'het heilig Evangelie' over het huwelijk zegt, maar alleen aan de vereisten volgens de 'wet' (burgerlijk wetboek). Natuurlijk sluit de burgerlijke belofte voor een christen impliciet ook alles in wat Gods Woord over de huwelijksplichten zegt, maar dat wordt in deze belofte niet expliciet verwoord. Dat gebeurt wel in de belofte volgens het kerkelijk formulier.
Bovendien lijkt mij het sowieso niet veilig (gericht op de toekomst) om de inhoud van de huwelijksbelofte geheel over te laten aan de burgerlijke overheid. Dat zien we nu al: er worden nu al meerdere formuleringen gebruikt (met 'man' / 'vrouw', maar ook met 'partner'). Het is daarom wijs geweest dat bij de verplichte huwelijkssluiting voor de burgerlijke overheid sinds circa 1795 het afleggen van de huwelijksbelofte kerkelijk niet vervallen is.