Afgewezen schreef:Volgens mij is er sprake van een misverstand.
Ik heb géén kritiek gegeven op de belijdenisgeschriften.
Maar wel op de opsteller. Die zijn belijdenisgescchrijft vauit zijn gedachtengoed heeft opgesteld.
Een belijdenisgeschrift op een dwaling van Rome te bestrijden.
Rome leert dat er geen zekerheid is. De reformatie leert dat die er juist wel is.
Als we het belijdenisgeschrift loskoppelen van de zekerheid van geloof in Christus en daarbij de zekerheid van het geloof in de belofte loskoppelen van dit kernpunt uit de reformatie (en dat is wat je nu doet, althans, zo komt het op mij over) is het gereformeerde belijden wel degelijk in het geding.
We proberen hier allemaal onze visie over het geheel van het gereformeerde denken uiteen te zetten. Ik wil daarbij oproepen om dan niet selectief te worden maar alles te laten staan zoals het er staat.
Anders wordt het inderdaad erg ingewikkeld. Dan moet je noodconstructies gaan verzinnen om de boel kloppend te krijgen en een eigen dogmatiek gaan opzetten met andere accenten.
En dan roep je vragen op die niet te beantwoorden zijn.
Afgewezen schreef:
Klavier, kun je mij kort en bondig uitleggen wat je punt is en waarin je met mij van mening verschilt?
Kort en bondig is mijn zwakke punt. Ik doe mijn best het duidelijk te maken.
Afgewezen schreef:
Je opmerking over het zendingsbevel begrijp ik al helemaal niet.
Het ging over de vraag waarom kinderen van het verbond "zachtkens" tot Christus geleid zouden worden, "zachter" dan kinderen uit de wereld. Wat heeft dat met het zendingsbevel te maken?
Het staat bij mij allemaal in het teken van het Aanbod van genade, de belofte van het Verbond en de Werking van de Heilige Geest.
Haal je een element weg dan valt het hele verband weg.
Aanbod van genade: Voor iedereen is genade te verkrijgen in Christus. Dit is de Evangeliebelofte. Eis: Bekeert
u.
Belofte van het Verbond: God heiligt de kinderen van gelovige ouders(s) . 1 Kor. 7:14 is de Nieuw Testamentische onderbouwing.
Inhoud Belofte van het Verbond: Gods genade is verkrijgbaar en alle middelen ter Verzoening met God zijn voor handen.
In het OT de offerdienst dat heenwijst naar Christus. De offers zelf in het OT brachten daadwerkelijk verzoening omdat het Offer van Christus er hoe dan ook zou komen. Abraham geloofde in de komst van de Messias, het is hem tot rechtvaardigheid gerekend.
Daarom kon een schaduwdienst verzoening brengen als middel. De bron van de verzoening lag in de belofte. En wat God belooft doet Hij.
De verzoening in het OT bracht dus naar de verzoening in Christus.
In het NT is de verzoening is aard hetzelfde.
Niet meer de offerdienst. Die is niet meer nodig. Het is nu de Bediening van het Woord. Onder dat Woord worden mensen verzoend met God. Omdat dat Woord gebruikt wordt zondaars te overtuigen en tot Christus te brengen. Dus ook weer bij de bron van de Verzoening, daar waar de genade te verkrijgen is.
Op basis van dit genade aanbod in het Evangelie, en het gegarandeerde Werk van Gods Geest om tot die genade te kunnen komen, kunnen we stellen dat de Belofte die alle kinderen van het verbond geldt, de onmogelijkheid tot zalig worden niet bestaat. Dat er voor zondige kinderen, net zo zondig als die buiten het verbond, een bijzonder groot en heilig voorrecht is: Te leven onder dit Werk van Gods Geest met deze belofte dat wie gelooft geen enkele reden heeft om te twijfelen niet behouden te zijn.
Zo is de doop een sacrament voor alle gelovigen die gedoopt zijn:
U gelooft, het teken en zegel van de verzoening op uw voorhoofd, het bewijs van Gods Verbond. Het bewijs dat de genade door de geloof word geschonken. Dagelijks. Zo staat het in het formulier.
Het is tevens de troost voor de ouders dat binnen datzelfde verbond de kinderen onder de werking van diezelfde Geest van God opgroeien.
Een punt om niet en nooit te vergeten, de uitwerking van de Evangeliebelofte:
De wedergeboorte is de eerste bekering. Er wordt een nieuwe mens geboren die God Liefheeft boven alles en zijn naaste als zichzelf. Dit is waar de eerste geloofsdaad wordt gedaan: Komen tot Christus. Het aannemen van de genade. Dat kan enkel en alleen door de beloofde Werking van Gods Geest die de zondaar onder dat Woord overtuigt van zonden gerechtigheid en oordeel, zodat deze daadwerkelijk, zichzelf bekeert en tot Christus vlucht. En dan heb ik het over de nieuwe mens.
De oude mens kan zich niet bekeren. De nieuwe wel.
Dit is dus een geloofsdaad. Die daad doet delen in de genade, door Christus verworven. Die genade geeft de kracht en mogelijkheid tot God te vluchten.
De eis van bekering wordt dus door God Zelf gewerkt!
Het is een vrucht van bekering en wedergeboorte als de mens tot Hem vlucht.
En dan troost Hij het hart dat schreiend tot hem vlucht.
De link naar de Evangelieverkondiging in Zending en Evangelisatie:
Als je het aanbod van genade niet in de welmenendste vorm die er bestaat erkent, gaat deze hele visie mank.
Het Verbond staat in verhouding met de Evangelieboodschap en Evangeliebediening van de Heilige Geest.
Daarom moeten gelovigen op het zendigsveld ook gedoopt worden.
Zij en hun huis. Om in het Verbond te komen. Om te delen in de Beloften.
Ik ben van mening dat de belijdenisgeschriften basis geven voor deze visie.
Dat welliswaar Guido de Bres vooral het zachtkens tot Christus leiden als ideaal neemt, vertrouwende op en het Evangelie, en het Verbond (Psalm 105 en 106) en op de Werking van de Heilige Geest (Trooster!). Dat is niet meer dan belijden dat wat God eist en belooft waar is! Als de praktijk anders is ligt dat niet aan het Verbond of de visie daarop maar het ongeloof van de gevallen mens. De noodzaak van wedergeboorte wordt er vooral mee benadrukt!
Zachtkens leiden tot Christus of krachtdadig geroepen:
Hoewel de kinderen in zonden ontvangen en geboren zijn etc.
De mens is zo hardnekkig, ook de verbondskinderen, dat er ook zijn die door de hel geleid moeten worden in het overtuigen van zonden, gerechtigheid en oordeel.
Dat tekent eerder het harde hart en de verstokte zondaar onder de wekelijkse verkondiging van Gods Woord dan dat het te maken heeft met een nauwe Evangelieprediking die Christus op afstand houdt. Hebben we te maken met een prediking die genade ontzegt voor en verstokte zondaars, dan zondigen we tegen het Evangelie, Gods Verbond en de Heilige Geest.
Zo scherp wil ik dat stellen.
Afgewezen, Mijn punt is uiteindelijk dat met de belijdenisgeschriften in de hand wordt gezegd dat bij vruchten van het geloof er wel sprake kan zijn van ongeloof als bepaalde kenmerken ontbreken.
Ik stel dat de kenmerken van de vruchten van het geloof altijd gelijk zijn. De kenmerken evenwel die de bevinding/ervaring leren zijn vooral bepaald door de wijze waarop een kind van God tot Christus is gekomen. Wie niet via de hel is geleid hoeft geen diepe zondekennis en Gods toorn te hebben gevoeld in die mate als degene die zachtkens gelijdt is. Op dat punt kan wederzijdse herkenning ontbreken. Op het punt van de vrucht van de heiligmakeing echter niet.
Dat onderscheid mis ik bij jou. Ik meen vooral op te merken uit jouw woorden dat de diepte van schuldbesef, getroffen en geslagen een ijkpunt zou zijn. Dat acht ik onjuist.
Het gereformeerde beginsel hierin is altijd geweest: dat het doel is Bij Christus te komen. Het harde hand gedreven of in Liefde geleid.
Evengoed begrijp ik jouw vrees als het stuk van de wedergeboorte achterwege blijft. Dat komt dan omdat de Evangeliebelofte wordt gelijkgesteld met de Verbondsbelofte.
Dat zou betekenen dat er voor niet verbondelingen geen genade verkrijgbaar zou zijn. En dat komt het zendigsbevel wederom in het gedrang.
Samenvattend: Er ligt op links en op recht een dwaling op de loer.
Rechts vanwege de hindernissen die worden opgeworpen en al te snel beschuldigen van een gestolen Jezus van vijf letters.
Links vanwege het overschatten van het Verbond en daarmee de wedergeboorte als noodzakelijk uit het oog verliezen.
Beide veroorzaakt door een onjuiste balans tussen Verbond, Evangelie van vrije genade en Geloof in de Werking van de Heilige Geest die de wedergeboorte toepast.