Geplaatst: 09 apr 2003, 10:49
Ja, inderdaad, dat is zo, denk ik. In de Gereformeerde Gemeenten is het arminiaans om als onbekeerde te pleiten op Gods verbondsbeloften. Ds. van der Zwan verwoordt de zaken goed.
Dit in tegenstelling tot wat bijvoorbeeld Erskines of Brakel (Werkzaam zijn met de beloften, alhoewel Brakel het het meest op Gods kinderen betrekt) leren. Ik kan je aanraden om uit de Redelijke Godsdienst van Brakel hoofdstuk 42 "Het leven des geloofs op de beloften" eens te lezen.
Als je dat niet hebt, ik heb het hele hoofdstuk digitaal.
Ik zal een paar citaten uit dat hoofdstuk toevoegen:
"12. Er is hoop voor bekommerden
Maar als er enige bekommernis, als er enige begeerte om uit de hel verlost en eeuwig zalig te worden is, hoor dan en laat de raad van God u ter harte gaan.
De rechtvaardige en goede God heeft Zijn Zoon Jezus Christus, God en mens, tot een Borg gegeven. Hij heeft door Zijn lijden en sterven een eeuwige verzoening en verlossing teweeggebracht. Hij heeft door Zijn heilige gehoorzaamheid een volmaakte rechtvaardigheid verworven. Deze Borg bied ik, als Zijn dienaar, u in Zijn Naam aan. Ja u, die dit leest en hoort lezen. De God van de hemel roept u om deze Borg zonder te twijfelen aan te nemen tot uw rantsoen en gerechtigheid. Die goede en getrouwe Jezus nodigt u zeer vriendelijk om Hem aan te nemen en om uzelf geheel aan Hem over te geven. Hij geeft daarbij de verzekering dat Hij u niet zal verwerpen, maar dat Hij u zeker tot Hem in de eeuwige zaligheid zal opnemen.
Zou u naar zo'n roepende God, naar zo'n vriendelijk nodigende Jezus niet horen? Zou dat uw hart niet bewegen? Bent u dan door zulke aanbiedingen niet te trekken? Zal de verlossing uit de hel en de eeuwige zaligheid u dan niet ter harte gaan?
Ik wens, dat de Heere uw verstand zal verlichten, uw wil neigen en al uw genegenheden in beweging zal zetten om die Borg aan te nemen, om u in dat grote verbond van genade op te laten nemen en u zalig te laten maken. De Heere Zelf trekke u krachtdadig. Hij zette u uit uzelf over in Christus. Hij geve u het geloof. Hij wederbare u en geve u het leven in de vereniging met Christus. Hij doe u daarin groeien en toenemen. Want het is immers God, Die in de mens werkt beide het willen en het werken.
(...)
24. De grond is de voldoening
God verklaart de mensen van nature tot kinderen des toorns. Ze zijn niets dan zonden inwendig en uitwendig, hatenswaardig, walgelijk, onverdraaglijk, verdoemelijk. God verklaart Zichzelf tot de Rechter der ganse aarde, een recht-vaardig Rechter Die de schuldige geenszins onschuldig zal houden, Wiens oordeel in overeenstemming met de waar-heid is en Die een iegelijk zal vergelden naar zijn werken. Als de mens nu zalig worden zal, dan moet aan de recht-vaardigheid van God genoeg gedaan worden door het dragen van de straf die de zondaar waard is en door de volkomen volbrenging van Gods wet in gelijkvormigheid waaraan de mens geschapen was en op gehoorzaamheid waaraan de eeuwige zaligheid beloofd was.
God openbaart in Zijn Woord de wonderlijke weg, waar-door die twee zaken volbracht worden en waardoor de zondaar deel kan krijgen aan de eeuwige zaligheid. Hij heeft hiertoe uit zuivere vrije genade, uit enkel liefde tot hatenswaardigen, naar Zijn ondoorgrondelijke wijsheid, door Zijn almachtigheid, Zijn eigen, eeuwige Zoon, waar-achtig God, eens wezens met de Vader en de Geest, tot een Borg voor de uitverkorenen gegeven. Deze heeft de mense-lijke natuur aangenomen, de zonden van de uitverkorenen op Zich genomen, de straf gedragen, de wet vervuld en daardoor de uitverkorenen met God verzoend en hun recht op het eeuwige leven verworven.
Deze Borg Jezus Christus, Die zo het rantsoen en de gerech-tigheid van de uitverkorenen geworden is, verkondigt u door het Evangelie vrede. Hij nodigt, Hij biedt aan, Hij lokt met allerlei beweegredenen een iegelijk, wie hij ook zij, wat voor een groot zondaar hij ook is, dat hij tot Hem komt om door Hem gerechtvaardigd, geheiligd en verheerlijkt te worden. Hij geeft daarbij de zekere belofte dat Hij iemand, die tot Hem komt, geenszins zal uitwerpen. Het is nood-zakelijk dit te geloven, want de Waarachtige zegt dit. Wie zijn instemming daarmee niet betuigt, wie dit niet aan-neemt als onfeilbare waarheid, waarvan men zeker op aan kan, die onteert God vreselijk en die houdt God voor een leugenaar (1 Joh. 5:10).
Ken dan deze evangelische waarheden, geloof ze en ver-blijd u dat er een Jezus is en dat die Jezus u roept om u zalig te maken.
25. Jezus wordt door het geloof aangenomen
Deze Goddelijke openbaringen zijn de grond, waarop het zaligmakende geloof rust. Omdat in Jezus al de volheid is en omdat die volheid u, u in het bijzonder, aangeboden wordt door de goede Jezus, zo neem Hem met een vaardig en bereidwillig gemoed tot uw Jezus aan en geef u hartelijk aan Hem over. Vertrouw uw ziel Hem geheel toe om door Hem deel te krijgen aan al de goederen van het verbond. Dat kiezen, dat aannemen, dat overgeven, dat zich toevertrouwen, dat is het zaligmakende geloof. Voor zo iemand zijn de beloften: zo velen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Hem geloven. Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven. Welgelukzalig zijn allen die op Hem vertrouwen."
Dit in tegenstelling tot wat bijvoorbeeld Erskines of Brakel (Werkzaam zijn met de beloften, alhoewel Brakel het het meest op Gods kinderen betrekt) leren. Ik kan je aanraden om uit de Redelijke Godsdienst van Brakel hoofdstuk 42 "Het leven des geloofs op de beloften" eens te lezen.
Als je dat niet hebt, ik heb het hele hoofdstuk digitaal.
Ik zal een paar citaten uit dat hoofdstuk toevoegen:
"12. Er is hoop voor bekommerden
Maar als er enige bekommernis, als er enige begeerte om uit de hel verlost en eeuwig zalig te worden is, hoor dan en laat de raad van God u ter harte gaan.
De rechtvaardige en goede God heeft Zijn Zoon Jezus Christus, God en mens, tot een Borg gegeven. Hij heeft door Zijn lijden en sterven een eeuwige verzoening en verlossing teweeggebracht. Hij heeft door Zijn heilige gehoorzaamheid een volmaakte rechtvaardigheid verworven. Deze Borg bied ik, als Zijn dienaar, u in Zijn Naam aan. Ja u, die dit leest en hoort lezen. De God van de hemel roept u om deze Borg zonder te twijfelen aan te nemen tot uw rantsoen en gerechtigheid. Die goede en getrouwe Jezus nodigt u zeer vriendelijk om Hem aan te nemen en om uzelf geheel aan Hem over te geven. Hij geeft daarbij de verzekering dat Hij u niet zal verwerpen, maar dat Hij u zeker tot Hem in de eeuwige zaligheid zal opnemen.
Zou u naar zo'n roepende God, naar zo'n vriendelijk nodigende Jezus niet horen? Zou dat uw hart niet bewegen? Bent u dan door zulke aanbiedingen niet te trekken? Zal de verlossing uit de hel en de eeuwige zaligheid u dan niet ter harte gaan?
Ik wens, dat de Heere uw verstand zal verlichten, uw wil neigen en al uw genegenheden in beweging zal zetten om die Borg aan te nemen, om u in dat grote verbond van genade op te laten nemen en u zalig te laten maken. De Heere Zelf trekke u krachtdadig. Hij zette u uit uzelf over in Christus. Hij geve u het geloof. Hij wederbare u en geve u het leven in de vereniging met Christus. Hij doe u daarin groeien en toenemen. Want het is immers God, Die in de mens werkt beide het willen en het werken.
(...)
24. De grond is de voldoening
God verklaart de mensen van nature tot kinderen des toorns. Ze zijn niets dan zonden inwendig en uitwendig, hatenswaardig, walgelijk, onverdraaglijk, verdoemelijk. God verklaart Zichzelf tot de Rechter der ganse aarde, een recht-vaardig Rechter Die de schuldige geenszins onschuldig zal houden, Wiens oordeel in overeenstemming met de waar-heid is en Die een iegelijk zal vergelden naar zijn werken. Als de mens nu zalig worden zal, dan moet aan de recht-vaardigheid van God genoeg gedaan worden door het dragen van de straf die de zondaar waard is en door de volkomen volbrenging van Gods wet in gelijkvormigheid waaraan de mens geschapen was en op gehoorzaamheid waaraan de eeuwige zaligheid beloofd was.
God openbaart in Zijn Woord de wonderlijke weg, waar-door die twee zaken volbracht worden en waardoor de zondaar deel kan krijgen aan de eeuwige zaligheid. Hij heeft hiertoe uit zuivere vrije genade, uit enkel liefde tot hatenswaardigen, naar Zijn ondoorgrondelijke wijsheid, door Zijn almachtigheid, Zijn eigen, eeuwige Zoon, waar-achtig God, eens wezens met de Vader en de Geest, tot een Borg voor de uitverkorenen gegeven. Deze heeft de mense-lijke natuur aangenomen, de zonden van de uitverkorenen op Zich genomen, de straf gedragen, de wet vervuld en daardoor de uitverkorenen met God verzoend en hun recht op het eeuwige leven verworven.
Deze Borg Jezus Christus, Die zo het rantsoen en de gerech-tigheid van de uitverkorenen geworden is, verkondigt u door het Evangelie vrede. Hij nodigt, Hij biedt aan, Hij lokt met allerlei beweegredenen een iegelijk, wie hij ook zij, wat voor een groot zondaar hij ook is, dat hij tot Hem komt om door Hem gerechtvaardigd, geheiligd en verheerlijkt te worden. Hij geeft daarbij de zekere belofte dat Hij iemand, die tot Hem komt, geenszins zal uitwerpen. Het is nood-zakelijk dit te geloven, want de Waarachtige zegt dit. Wie zijn instemming daarmee niet betuigt, wie dit niet aan-neemt als onfeilbare waarheid, waarvan men zeker op aan kan, die onteert God vreselijk en die houdt God voor een leugenaar (1 Joh. 5:10).
Ken dan deze evangelische waarheden, geloof ze en ver-blijd u dat er een Jezus is en dat die Jezus u roept om u zalig te maken.
25. Jezus wordt door het geloof aangenomen
Deze Goddelijke openbaringen zijn de grond, waarop het zaligmakende geloof rust. Omdat in Jezus al de volheid is en omdat die volheid u, u in het bijzonder, aangeboden wordt door de goede Jezus, zo neem Hem met een vaardig en bereidwillig gemoed tot uw Jezus aan en geef u hartelijk aan Hem over. Vertrouw uw ziel Hem geheel toe om door Hem deel te krijgen aan al de goederen van het verbond. Dat kiezen, dat aannemen, dat overgeven, dat zich toevertrouwen, dat is het zaligmakende geloof. Voor zo iemand zijn de beloften: zo velen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Hem geloven. Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven. Welgelukzalig zijn allen die op Hem vertrouwen."