Pagina 8 van 17

Geplaatst: 01 sep 2005, 21:11
door Afgewezen
Oorspronkelijk gepost door jakobmarin
Hetzelfde geldt overigens voor het gesteggel over aanbod van genade, en nog veel meer zulke soort ondergeschikte bijzaken.
Het gewoon iets typisch Nederlands :#
Aanbod van genade bijzaak??

Geplaatst: 01 sep 2005, 21:31
door ndonselaar
Oorspronkelijk gepost door WSO
En verzkeringen.
En inenten.

Stond jaren gelden in Terdege. De Strict Baptist schijnen daar ook geen problemen in te zien.

Maar die willen weer geen orgel.

Correct me if i'm wrong.
Je bedoelt de Schotse presbyterianen.

Geplaatst: 01 sep 2005, 21:36
door Raike
Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Oorspronkelijk gepost door jakobmarin
Hetzelfde geldt overigens voor het gesteggel over aanbod van genade, en nog veel meer zulke soort ondergeschikte bijzaken.
Het gewoon iets typisch Nederlands :#
Aanbod van genade bijzaak??
Gesteggel erover: jazeker.
Daarover hoef je bij een willekeurige heidense voorbijganger echt niet mee aan te komen hoor.
Zoiets als: 'er is een gestorven Jezus voor je', dat mag je wel zeggen, maar 'Jezus is voor jou gestorven', dat niet! Ja, daag! :pu

Geplaatst: 02 sep 2005, 19:40
door Afgewezen
Oorspronkelijk gepost door Raike
Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Oorspronkelijk gepost door jakobmarin
Hetzelfde geldt overigens voor het gesteggel over aanbod van genade, en nog veel meer zulke soort ondergeschikte bijzaken.
Het gewoon iets typisch Nederlands :#
Aanbod van genade bijzaak??
Gesteggel erover: jazeker.
Daarover hoef je bij een willekeurige heidense voorbijganger echt niet mee aan te komen hoor.
Zoiets als: 'er is een gestorven Jezus voor je', dat mag je wel zeggen, maar 'Jezus is voor jou gestorven', dat niet! Ja, daag! :pu
Er zijn meer dingen waarmee we bij een willekeurige heidense voorbijganger niet (meteen) hoeven aan te komen. Maar dat zegt nog niets over het belang ervan.

Geplaatst: 03 sep 2005, 14:03
door Sabra
Oorspronkelijk gepost door Afgewezen

Aanbod van genade bijzaak??
Absoluut. Dit is voor een gelovige absoluut niet belangrijk, omdat er duidelijke beloftes in de bijbel staan m.b.t. de gelovigen.

Het is toch gewoon een lachtertje, als je ziet dat dit mensen uit elkaar drijft.

Geplaatst: 03 sep 2005, 14:07
door Afgewezen
Oorspronkelijk gepost door Sabra
Oorspronkelijk gepost door Afgewezen

Aanbod van genade bijzaak??
Absoluut. Dit is voor een gelovige absoluut niet belangrijk, omdat er duidelijke beloftes in de bijbel staan m.b.t. de gelovigen.

Het is toch gewoon een lachtertje, als je ziet dat dit mensen uit elkaar drijft.
Hiermee roep je nu juist weer vragen op die hier alles mee te maken hebben. Hoe zit het nu met die beloften? Voor wie zijn ze? Hoe moeten ze ongelovigen gepredikt worden. Etc. etc.
Je kunt niet alles wegwuiven door de zaken te versimpelen.
Maar volgens mij zijn we inmiddels off-topic.

[Aangepast op 3/9/05 door Afgewezen]

Geplaatst: 03 sep 2005, 16:45
door Sabra
Wat is het belang van mensen om te weten aan wie God Zijn genade wil schenken? Blijkbaar wil men een exclusieve positie creëren om één of andere reden. Waarom op de stoel van God zitten?

In plaats je van hier druk om te amken moeten wij ons gewoon inzetten voor de opdracht die Jezus ons persoonlijk heeft gegeven; verkondig het Evangelie aan alle volken, creaturen en naties.

[Aangepast op 3/9/05 door Sabra]

Geplaatst: 03 sep 2005, 19:42
door jakobmarin
Maar goed, in een rok of in een broek, man of vrouw, God heeft geen lust in hun dood.
Hij heeft er lust in dat zij zich bekeren van hun boze wegen en zullen leven!

En over de beloften, wie bepaald nou voor wie de beloften zijn?
Lees het alsof je voor jou zijn.
Is Gods Woord nou aan jou gericht of niet? Waarom zouden dan bepaalde beloften niet gericht zijn aan degene die ze leest?
(de vervulling ervan geldt alleen de gelovigen)

De 'beloften' van oordeel zijn ook tot een ieder gericht die ze leest, en gaan in vervulling indien ze zich niet bekeren.

Het hele optreden van Jezus geeft aan dat Hij er ook een hekel aan had, al die zelfverzonnen regeltjes en wetjes over uiterlijke zaken.
Hij noemde dat: De mug uitzijgen en de kameel verzwelgen....

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:02
door jakobmarin
Hier de eerste 4 afleveringen van het artikel uit de saambinder. Ik weet niet of er ook nog een 5e komt, trouwens.

Gods Woord en onze kleding

(1)
‘Ik heb een vraag over het dragen van een lange broek. In Deuteronomium 22:5 staat: ‘Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE, uw God, een gruwel.’ Betekent dit dat vrouwen en meisjes geen lange broek mogen dragen? In hetzelfde hoofdstuk kun je lezen dat het verkeerd is je wijngaard te bezaaien met tweeërlei zaad (vs. 9) of te ploegen met een os en ezel tegelijk (vs. 10) of een kleed van gemengde stof aan te trekken, wollen en linnen tegelijk (v 11). Waarom leggen we alle nadruk op dat ene gebod van vers 5 en geven we verder niet om de andere regels in hetzelfde hoofdstuk? Is dat niet erg subjectief! Of moeten we voortaan ook geen kleren meer dragen die gemaakt zijn van synthetische stof? Ik zou het op prijs stellen als u volgende week daar wat over wil zeggen op de catechisatie.’
Ik beloofde dat te doen. Het gevolg was een interessante discussie. We kwamen echter tijd tekort, en dat was jammer. Ik zei dat ik graag nog eens terug kwam op dit onderwerp. Dit artikel is mede bedoeld om die belofte na te komen.
Als we bovengenoemde vraag beantwoorden, dan willen we dat stap voor stap doen. Als ik het goed zie, gaat het om drie verschillende vragen: a) hoe moeten we omgaan met de wetten van het Oude Testament; b) wat bedoelt de Heere met die regels tegen het vermengen van verschillende gewassen, dieren en materialen; en c) wat voor soort kleren moeten mannen en vrouwen dragen?

Tuchtmeester
Behalve de Tien Geboden gaf de Heere nog allerlei andere wetten aan het volk Israël. Waarom deed Hij dat? De Heere wilde hen opvoeden en onderwijzen in de eerste beginselen van Zijn dienst, maar Israël was nog een kind. Hoe is het met een kind! Het heeft duidelijke regels nodig en daarnaast een strakke, maar liefdevolle hand. Zijn karakter moet nog gevormd worden. Gehoorzaamheid moet geleerd worden. Daarom heeft het regels nodig. En daarom gaf de Heere allerlei wetten in de tijd van het Oude Testament: ceremoniële wetten en burgerlijke wetten. In Galaten 4 noemt Paulus deze regels ‘voogden en verzorgers” (letterlijk:
pedagogen. dat wil zeggen: onderwijzers en opvoeders). Het volk dat leefde temidden van allerlei heidense volken “was al het ware nog een kleuter. De ceremoniële en burgerlijke wetten fungeerden als een tuchtmeester. Zij hielpen Israël het geestelijk ABC te spellen.
Dan is er nog iets. Voor een kind is het nog erg moeilijk te denken in abstracte termen en ideeën. Het moet op een eenvoudiger niveau onderwijs ontvangen. Dat is de reden dat leerkrachten in de eerste klassen van het basisonderwijs visuele hulpmiddelen gebruiken. Een kind leert tellen met behulp van plaatjes: een ballon plus een ballon is samen twee ballonnen. Zo heeft de Heere ceremoniële wetten en afbeeldingen gegeven. De tempeldienst was vol symbolen. In Gods huis te Jeruzalem kon men heel wat meer zien dan in onze kerken vandaag de dag. De zaken die ons verkondigd worden door middel van het Woord, werden afgebeeld door middel van (met eerbied gezegd) ‘plaatjes’ in de tijd van het Oude Testament. Met de kom van de Heere Jezus is dat veranderd. De Zoon van God is geopenbaard en de tuchtmeester heeft plaats gemaakt voor Hem. De kerk staat niet langer onder voogden en verzorgers, maar is tot vol wassenheid gekomen. Tellen volwassenen nog steeds met behulp van plaatjes? Nee, ze gebruiken cijfers en getallen. Maar ook al zijn de plaatjes weg gevallen. één plus één is nog steeds twee!
We lezen dan ook in artikel 25 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis dat ‘de ceremoniën en figuren der Wet opgehouden hebben met de komst van Christus, en dat alle schaduwen een einde genomen hebben’. We willen niet meer terug naar die schaduwen.We moeten geen plaatjes meer invoeren in onze eredienst. ‘Nochtans blijft ons de waarheid en substantie daarvan in Christus Jezus, in Denwelken zij hun vervulling hebben.’ Daarom scheuren we geen bladzij uit de Bijbel. We slaan de hoofdstukken met die ceremoniële wetten ook niet over, maar lezen ze in het licht van het Nieuwe Testament. Denk alleen maar aan de tempeldienst met haar offers, reinigingsriten, feesten, enzovoort. Hoe leerzaam is dit alles! Israël heeft geen onzin geleerd. Op zichtbare wijze is het volk onderricht in de waarheid van de erfzonde, het offer van Christus, de verzoening in Hem, de vernieuwing van het leven, en wat dies meer zij.

Maak er geen rommel van!
We komen bij de tweede vraag. Wat moeten we denken van die andere wetten? Bij de wetten die bepaalden dat de Israëlieten geen kleding van tweeërlei stof mochten dragen, geen twee soorten zaad op dezelfde akker mochten strooien of geen verschillende dieren voor de ploeg mochten spannen? Waarom werden zulke regels aan Gods oude bondsvolk opgelegd? Wel, in onze kinderjaren moeten we sommige dingen min of meer hardhandig aan de weet komen. Een soort beeld daarvan is de tijd waarop jonge mensen thuis moeten komen. De ouders stellen die tijd vast: zo en laat moet je binnen zijn. Trek je je daar niets van aan, dan krijg je straf. Soms vinden jonge mensen dat maar overdreven. Maar ouders hebben er hun wijze bedoelingen mee. Waarom maken ze die regels? Ze doen dat voor de bestwil van hun kinderen en van het hele gezin. Er moet een zekere orde zijn. We zijn niet alléén op de wereld. We moeten ook aan anderen denken. Dat moet je leren als je nog jong bent. Dat zal je later in je leven van pas komen. Als je ouder wordt, gaat het allemaal een beetje anders. Als ik later thuiskom dan ik gezegd heb, krijg ik geen straf van mijn vrouw. Maar door mijn opvoeding heb ik hopelijk geleerd dat ik bij mijn komen en gaan ook dien te letten op het belang van mijn gezin.
Wat was nu de bedoeling van de Heere met de wetten waarvan we zojuist gehoord hebben? Wat wilde Hij Israël bijbrengen? Dat je dingen die niet samenhoren niet door elkaar moet halen! Dat het geen kluwen, geen rommel moet worden in je leven! De heidense volken rondom Israël kenden het verschil niet tussen nuttig en onnuttig, tussen rein en onrein, tussen goed en fout, tussen God en de goden. Ze schipperden. Ze maakten van alles een compromis of een synthese. Met andere woorden, ze haalden alles door elkaar. Israël mocht dat niet van de Heere. Daarom gaf Hij hen bijzondere regels. Hij maakte duidelijk wat ze wel of niet mochten eten, hoe ze wei of niet het land mochten bewerken, enzovoort. In de kleine dingen van het leven moesten ze leren hoe ze moesten handelen in de belangrijkste zaken van het leven. Op een eenvoudige wijze leerden ze een diepe geestelijke les: “Gij kunt niet God dienen en de Niaminon” (Lukas 16:13).
We zeggen het nogmaals: deze regels waren hulpmiddelen. Als iemand ouder wordt, kunnen ze wegvallen. Maar de essentie van het geleerde blijft overeind. We moeten niet gedachteloos leven. We moeten bewuste keuzes maken. We behoren te leven naar de beginselen van Gods Woord. Er zijn dingen die de Heere behagen en dingen die Hem mishagen. Er zijn zaken die schadelijk voor ons zijn en zaken waar we baat bij hebben. Haal ze niet door elkaar! In deze zin kunnen we nog steeds waardevolle dingen leren uit de wetten die voor Israël bestemd waren. Bovendien waren veel van deze wenen tegelijkertijd een zegen voor het volk, zowel in geestelijk als in tijdelijk opzicht. Een voorbeeld: Israël moest het onderscheid leren tussen rein (‘kosher’) en onrein (‘niet-kosher’) eten. Het eten van varkensvlees bijvoorbeeld was streng verboden. Als we daarbij bedenken dat in die dagen allerlei besmettelijke ziekten juist door varkens werden overgebracht, kunnen we alleen maar Gods wijsheid en goedheid in de spijswetten bewonderen. Het mes sneed dus naar twee kanten. Het gebod had zowel een beperkende als een zegenrijke werking! “In het houden van die is grote loon” (Psalm 19:12). Zo komen we tot de laatste vraag: Wat zegt de Bijbel over het dragen van een lange broek door vrouwen en meisjes? We houden die vraag voor de volgende keer.

(2)
“Ik zit met een vraag over het dragen van een lange broek. In Deuteronomium staat: ‘Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw; en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet is den HEERE uw God een gruwel.’ Betekend dit dat meisjes en vrouwen geen lange broek mogen dragen?”
Zo was de vraag op de catechisatie. Ja, dat betekent het! Deuteronomium 22:5 is een tekst die laat zien dat Israël anders moest zijn dan de heidenen om hen heen en in hun midden. De cultuur van die volken was doortrokken van heidense gewoonten en afgodische praktijken. Hun tempels — om een voorbeeld te noemen - waren tegelijkertijd broeinesten van immoraliteit, plaatsen waar een zogenaamde ‘heilige prostitutie’ werd beoefend. Mannen verkleedden zich als vrouwen, en vrouwen als mannen. Tengevolge van deze vermomming wist niemand wie de ander was. Er was een vermenging van de beide geslachten en een samen gaan van hetzelfde geslacht. Voegde je daar nog de feestelijke stemming en het alcoholmisbruik aan toe, dan was de uitkomst voorspelbaar. Alles liep volledig uit de hand. Zulke heidense feesten eindigden in immoraliteit, overspel en zelfs homoseksualiteit (de zonde van Sodom). Het onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk was verdwenen.
In Deuteronomium 22:5 werd Israël ernstig gewaarschuwd tegen dit alles. En die waarschuwing geldt ook ons. Of denken we dat wij zo’n waarschuwing niet nodig hebben in onze eeuw van ‘unisex’? De emancipatiebeweging werkt er hard aan ieder onderscheid tussen man en vrouw uit te vissen. En van daar is het maar één stap naar het zogenaamde homohuwelijk.

Gruwel
Iemand zegt misschien: “Alles goed en wel, maar elke grond hebben wij om te denken dat Deuteronomium 22:5 vandaag nog steeds van toepassing is? Er zijn andere geboden in hetzelfde hoofdstuk die we niet meer houden. De vorige keer hoorden we dat deze geboden behoren hij de periode van de oude bedeling, de tijd toen Israël nog een kind was en onderricht moest worden door zichtbare ceremoniën en burgerlijke wetten. Waarom houden wij dan vol dat mannen geen vrouwenkleding mogen dragen en dat ‘het kleed eens man niet zal zijn aan een vrouw’?
Op die vraag wil ik graag twee dingen antwoorden. Allereerst geeft de Heere Zelf duidelijk aan dat deze wet anders is dan de overige die in Deuteronomium 22 vermeld staan. Wanneer vers 5 mensen verbiedt de kleding van het andere geslacht te dragen, voegt de Heilige Geest er aan toe: “want al wie zulks doet, is den HEERE uw God een gruwel.” Dat is een heel zware uit drukking! Gruwel betekent: iets verfoeilijks, iets dat je doet walgen. Het wijst op een kwaad dat je met huiver vervult. Het duidt een zonde aan die in absolute tegenspraak is met het heilige wezen Gods. Om zo’n zonde gaat het nu ook hij het vervagen van de kledinggrens tussen de beide geslachten. Zou dat alleen maar slaan op de tijd van het Oude Testament? Of ligt dezelfde verplichting ook op ons van daag? Gods wezen verandert nooit. Wat Hem gisteren een gruwel was, is dat ook vandaag. Een concordantie van de Bijbel kan ons helpen alle teksten te vinden die over “gruwelen” spreken. In Leviticus 18:22 lezen we bijvoorbeeld: “Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging: dat is een gruwel.’ Er zijn meer van zulke uitspraken met het woord “gruwel” in het Oude Testament. Ze worden niet herroepen in het Nieuwe Testament. Als iets in gruwel is in Gods ogen, blijft dat een gruwel. Deuteronomium 22:5 is meer dan een burgerlijke wet die alleen voor Israël gold.

Gods scheppingsorde
Er is nóg een reden waarom Gods bevel inzake onze kleding een blijvende waarde heeft: het heeft te maken met de wijze waarop Hij ons geschapen heeft. In het eerste hoofdstuk van de Bijbel kunnen we lezen dat God de mens ‘man en vrouw” schiep (vs. 27). Hij maakte Adam en Eva. In Zijn wijsheid maakte Hij twee verschillende geslachten. De man en de vrouw waren verschillend wat betreft hun lichamelijke verschijning en hun inwendige aanleg. Ze zijn geschapen met het oog op elkaar. Ze worden geroepen om elkaar aan te vullen. Zo heeft God het gewild. Dit heeft niets te maken met een speciale cultuur. Het heeft te maken met Zijn scheppingsordinantie. Evenmin is dit tenietgedaan door de komst van Christus of door het werk van Zijn genade. In de verlossing wordt wel de zonde afgebroken, maar niet de schepping. Het Nieuwe Testament spreekt over de man als het hoofd van de vrouw (1 Cor. 11:3). Een vrouw is niet minderwaardig ten opzichte van de man, maar ze heeft een andere plaats, een andere taak en andere gaven ontvangen. De vader is het hoofd van het gezin: leidend, bevelend, beschermend. De vrouw zou het hart van het gezin genoemd kunnen worden: zorgend, voedend, koesterend. Wat is nu de opzet van satan? Hij probeert Gods scheppingsordening omver te werpen. Hij rommelt maar wat aan. Het liefst ziet hij dat alles door elkaar geklutst wordt. En zo tracht hij twee verschillende geslachten tot een eenheidsworst te maken, een soort unisex. Al eeuwenlang heeft hij daar zijn best voor gedaan. Maar vooral na de Tweede Wereldoorlog is deze ontwikkeling bijzonder snel gegaan. Er mag eenvoudig geen verschil meer bestaan tussen mannen en vrouwen in de keuze van een baan, in de ‘rolverdeling in het gezin’ (zoals dat heet), in haardracht, in kleding. Tekstboeken en woordenboeken worden herschreven: we mogen voortaan niet meer spreken van mankracht, het moet nu ‘menskracht’ zijn, enzovoort.
Is dat nu iets onschuldigs waar je niet al te moeilijk over moet doen? Is het louter een zaak van bewoordingen en definities? We voelen allemaal wel aan dat hier meer aan de hand is. Hier vindt een welbewuste breuk met het verleden plaats. Een zich afkeren van bijbelse waarden, een fundamentele verandering die verstrekkende gevolgen zal hebben.

Kleurloos
De unisex-beweging zal er toe leiden dat mannen geen mannen en vrouwen geen vrouwen meer zullen zijn. Mannen worden verwijfd en vrouwen worden manachtig. Jonge mannen dossen zich uit met lang haar, oorbellen, kettingen en andere versierselen, terwijl jongedames zich laten zien met afgeknipt haar (een ‘mannenkop’) en lange broek. De kleurrijke verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk verdwijnen. Alles wordt eender, grauw en saai.
Tegen deze dingen waarschuwt de Bijbel, niet alleen in Deuteronomium 22, maar op vele bladzijden. De Schepper heeft beide geslachten gemaakt, elk met z’n eigen bijzondere eigenschappen. Dat moet duidelijk tot uiting komen in ons leven en in onze kleding. Weliswaar droegen in het oude oosten mannen en vrouwen niet precies dezelfde kleren die wij vandaag hebben, maar men kon zonder moeite een man van een vrouw onder scheiden. Dat hoort vandaag net zo te zijn. Onze cultuur is wel anders, maar de principes van Gods Woord veranderen nooit. Een man moet zich kleden als een man en een vrouw moet zichtbaar zijn als een vrouw. Daarom zeggen wij nee tegen lange broeken voor vrouwen en meisjes!

Wees duidelijk!
Misschien vraagt iemand hoe het dan moet met bijvoorbeeld werk op het land waarbij het moeilijk is voor een vrouw om een rok of jurk te dragen.
Het is niet eenvoudig een antwoord op iedere vraag te geven. We hebben een hart dat altijd weer water in de wijn van Gods Woord wil doen. Met allerlei voorbeelden kunnen we Zijn inzettingen ontkrachten. Het ontgaat mij — om maar iets te noemen — waarom sommige van onze verpleegsters en zieken verzorgsters zo nodig in een lange broek moeten werken, terwijl anderen dat kennelijk wel kunnen in een jurk of lange rok. Zulke dingen kunnen je soms verdrietig stemmen. Laat daarom één ding duidelijk zijn: als er situaties zijn waarvan iemand denkt dat daar een uitzondering gerechtvaardigd is, laten uitzonderingen dan uitzonderingen blijven. Een vrouw of meisje dat op het land gewerkt heeft, zal naar huis gaan, een douche nemen en zich weer als een dame kleden. Als ze bij Gods Woord leeft, zal ze geen boodschappen gaan doen, haar vrije tijd besteden of college lopen in een lange broek. Ze wil herkenbaar zijn als vrouw, een (jonge) vrouw die onder de waarheid verkeert.
Ligt hier misschien de reden dat sommige van onze meisjes en vrouwen niet handelen zoals het van hen ver wacht mag worden? Zijn ze bang om vereenzelvigd te worden met die ‘strenge, ouderwetse kerk waar niks mag’? Willen zij de gewoonten en de mode van deze wereld volgen? Denk daar eens over na. Ja, het zal wellicht wat zelfverloochening kosten om tegen de kuddementaliteit van onze maatschappij in te gaan. Het is gemakkelijker jezelf te verstoppen. Je zult soms bedekte spot of openlijke vijandschap moeten trotseren. Maar is het niet beter om alleen te staan en de Heere mee te hebben dan een vriend van de wereld te zijn en God tegen te hebben? En als het er op aankomt, voelen niet-christenen meer respect voor mensen die een eigen overtuiging hebben en er naar leven dan voor draaiborden die van twee walletjes proberen te eten. Met andere woorden: blijf jezelf en wees consequent! Mensen die met Gods Woord niet rekenen, leven naar het goeddunken van hun eigen hart en schamen zich daar ook niet voor. Moeten wij dan zo verlegen zijn om voor onze principes (gebaseerd op Gods Woord!) op te komen? We moeten ons schamen voor zo’n houding!
Dan is er nog een punt. We zijn blij dat er nog steeds heel wat gezinnen zijn die met alle gebrek proberen te leven volgens de Bijbel, ook als het over deze dingen gaat. Het is niet altijd zo makkelijk voor die ouders, maar ze proberen in liefde hun kinderen op deze wijze op te voeden. Wat is het pijnlijk voor hen als ze moeten constateren dat ouders die tot dezelfde kerk behoren een ander patroon er op na houden en hun kinderen (zich laten) kleden zoals de wereld het doet! Het ondermijnt hun gezag. Bovendien is het verwarrend voor de buitenwacht en doet het afbreuk aan de geloofwaardigheid van ons kerkverband. Laat het zo onder ons niet zijn. Wees duidelijk en sta schouder aan schouder. En bid bovenal om de tere vreze Gods, want die vreze doet wijken van het kwade (Spreuken 16:6).

(3)
Haar gezicht verraadde dat ze het met me eens was. Ze had Deuteronomium 22:5 gelezen en er veel over nagedacht. Eigenlijk stond ze op het punt om toe te geven. Ja, een vrouw of meisje hoorde geen lange broek te dragen. Maar ze vond het moeilijk de consequenties te aanvaarden. Ze zou een deel van haar garderobe bij de vuilnis moeten doen. En misschien zou ze uitgelachen worden door sommige van haar leeftijdsgenoten. Ze wist wat ze moest doen, maar haar gevoel ging er dwars tegen in. Toen zetten ze haar laatste pion op het bord, “Goed”, zei ze. “Het is verkeerd om een lange broek te dragen. Maar wat vindt u dan van die korte rokken en jurken? Bent u het daar dan wel mee eens? Is het in feite niet beter om een nette lange broek te dragen dan een onfatsoenlijke rok?”

Ik had daar niet meteen van terug. Toen ik uiteindelijk antwoord gaf, kwam het hier op neer: “Natuurlijk heb je gelijk wanneer je nee zegt tegen onfatsoenlijke kleding. Je hebt de vinger bij een zere plek gelegd. En als we moeten kiezen, dan zie ik liever een meisje in een ‘nette broek’ dan met een minirok of een uitdagende jurk. Maar is het echt nodig om te kiezen? We moeten de dingen niet tegen elkaar uitspelen. Het één is net zo min goed als het ander.
Vrouwen en meisjes moeten geen mannenkleding dragen. Ze moeten even min vrouwenkleding dragen op de manier zoals de wereld dat doet. Laten we duidelijk zijn in beide richtingen!” Ze knikte. Maar toen ze weg was, zat ik nog steeds te denken aan de zere plek waarbij ze haar vinger had gelegd. Daarom wil ik op een en ander proberen in te gaan in deze bijdrage.

Waarom bepaalde mensen bepaalde kleren dragen
Kleding is meer dan een zaak van de buitenkant. We kunnen natuurlijk zeggen dat onze kleren niets te maken hebben met onszelf, maar dat is moeilijk vol te houden, Vanzelf geeft ons uiterlijk niet altijd weer hoe het vanbinnen met ons is. Toch zegt het spreekwoord:
“Kleren maken de man,” En dat stoelt op waarheid. Onze kleren zeggen iets over onszelf. Ze zeggen iets over onze sociale positie en innerlijke stemming. Er is werkkleding en vrijetijdskleding. Er zijn kleren die laten zien dat we in de rouw zijn, maar ook kleren die iets feestelijks hebben, Kleren zeggen iets over onze smaak, onze voorkeur, ons karakter, onze persoonlijkheid. Kortom, ze laten iets zien van onze levensstijl, van onze diepste nonnen en waarden, Toen Mefiboseth diep bedroefd was omdat koning David uit Jeruzalem was verdreven, verwaarloosde hij zijn uiterlijk. Hij schoor zijn baard niet en waste zijn kleren niet, “van dien dag af, dat de koning was weggegaan, tot dien dag toe, dat hij met vrede wederkwam (2 Samuël 19:24). Als eenmaal het geestelijk huwelijk tussen Christus en Zijn gemeente wordt voltrokken, zal in de hemel de stem van een grote menigte worden gehoord: “Laat ons blijde zijn en vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft des Lams is gekomen, en Zijn vrouw heeft zichzelve bereid. En haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad: want dit fijn lijn waad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen” (Openb. 19:7). Maar wanneer in de tijd van het Oude Testament “de dochteren Sions zich verheffen en gaan met uitgestrekte hals en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarheen treden, en alsof haar voeten gebonden waren” (Jesaja 3:16), dan is het duidelijk wat hun opzet is. Op de meest immorele wijze proberen ze de aandacht te trekken voor hun lichamelijke schoonheid. Maar op die wijze trekken ze juist de aandacht van de Heilige Israëls en roepen ze Gods geduchte wraak over zich in.
Het lijdt geen twijfel: kleren maken de man of de vrouw. Ze kunnende man of de vrouw ook mismaken en verlagen. Zijn we er dan met een mooie buiten kant, een ingetogen kleed? 0 nee! Achter een zwarte jas zit ook een zwart hart. Achter een degelijke jurk kan de dood verscholen zitten. “Wee u, gij schriftgeleerden en farizeeën, gij geveinsden; want gij zijt den witgepleisterde graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinheid” (Mattheüs 23:27). We moeten maar steeds proberen eerlijk met ons zelf om te gaan. Toch zeggen kleren vaak iets over ons innerlijk. In ieder geval zijn er redenen waarom bepaalde mensen bepaalde kleren dragen.

Waarom de Heere ons kleren gaf
Wat is eigenlijk de reden dat de mens kleren begon te dragen? In het paradijs droegen Adam en Eva immers geen kleren? Er staat in Genesis 2: “En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet” (vs. 25). Het eerste mensenpaar leefde in de onmiddellijke nabijheid van God. Zij leefden in de staat der rechtheid. Ze kenden geen schuld. Ze waren heilig en gelukkig. Er was geen sprake van een valse schaamte of van een beschuldigend geweten. Ze waren ‘transparant’.
Met andere woorden: ze waren een open boek voor elkaar. Ze kenden het levensgeheim van de ander en mochten dat in liefde en tederheid vervullen. Ze werden beschermd, en ze beschermden elkaar. Helaas, het is niet zo gebleven. Eva strekte haar hand uit naar de boom der kennis des goeds en des kwaads en ook Adam al van de verboden vrucht. Adam en Eva wilden geen kinderen zijn die wandelen aan de hand van hun Vader. Ze wilden hun lot in eigen hand nemen. Zo stonden ze op tegen hun Maker. Op datzelfde moment verloren ze hun Schepper, maar dat niet alleen: ze verloren ook hun onschuld, hun zuiverheid, hun geluk. Ze verloren elkaar. “Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren: en zij hechten vijgeboombladeren te zamen en maakten zich schorten” (Gen. 3:7).
Wat deed de Heere met Adam en Eva? Als een rechtvaardig God moest Hij hun zonden straffen. Hij verdreef hen uit de hof. Maar voordat Hij dat deed, nam Hij eerst hun vijgebladeren weg en gaf Hij hun een beter soort kleding. “En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan” (Gen. 3:21).
Hier ligt uiteindelijk het antwoord op de vraag waarom de mens kleren draagt. Het is allereerst een verootmoedigend antwoord. Het feit als zodanig dat wij kleren moeten dragen getuigt tegen ons. We zijn niet langer meer wie we waren in het paradijs. We hebben gezondigd tegen onze Schepper en Weldoener. We zijn onze onschuld kwijtgeraakt. En nu kunnen we niet meer zonder bescherming. We moeten beschermd worden tegen begeerlijke blikken en immorele handelingen. We zijn o zo kwetsbaar! We moeten ook tegen onszelf beschermd worden. We hebben een boos hart. We dragen van binnen een vat buskruit met ons mee. Daar hoeft maar een vonk bij te komen. “Want uit het hart komen voort boze bedenkingen. Doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen” (Mattheüs 25:19). Daarom moeten wij kleren dragen. Onze kleren zijn tot bescherming.
Dat brengt ons bij een ander punt. Onze kleren getuigen niet alleen tegen ons; ze getuigen ook van Gods goedheid. De Heere stuurde de mens wel weg uit Zijn tegenwoordigheid, maar pas nadat Hij hen op tere wijze had gekleed. De mens zou een moeitevol leven tegemoet gaan vanwege zijn zonde en het rechtvaardige oordeel Gods. Hij zou leven in een huilende wildernis en uiteindelijk tot de aarde wederkeren. Maar de Heere gaf hem een zekere bescherming voor zijn tijdelijk leven. Kleding is dus gegeven: (1) om ons te beschermen tegen koude en hitte; (2) om ons te beschermen tegen de zonde van overspel. Die gedachte is vernederend, maar ook vertederend. Onze kleren zijn een teken van Gods algemene goedheid jegens de mens. Staan wij daar ooit bij stil?

Waarom modehuizen kleren ontwerpen
Modehuizen daarentegen hebben heel iets anders op het oog wanneer zij kleding ontwerpen en fabriceren. In grote lijnen kunnen we de volgende drie doelstellingen onderscheiden.
In de eerste plaats willen modehuizen mensen helpen er aantrekkelijk uit te zien. Mode-ontwerpers zijn knappe psychologen. Het lijkt erop dat die een betere kijk op de menselijke natuur hebben dan veel wetenschappers. Ze weten dat een mens er graag aantrekkelijk uitziet. En ze spelen daar op een slinkse manier op in. Het oog wil immers ook wat? Modebladen en advertenties doen een beroep op het diepgewortelde verlangen van de mens om indruk te maken. Bestaande verlangens en behoeften worden versterkt. Niet-bestaande behoeften werden aangekweekt, en dat alles met één doel: de klant moet zo ver gebracht worden dat hij zijn portemonnee tevoorschijn haalt.
Uiteraard kan de vraag gesteld worden: is er dan iets mis met het verlangen om er goed uit te zien? Op zichzelf genomen niet. Maar het probleem met de mens is dat wij door de zonde zo op onszelf gericht zijn en zo vol met eigenliefde zitten. Sinds onze diepe val heeft God geen plaats meer in ons leven en willen wij onze naaste de loef afsteken. We willen de eerste, de beste, de knapste zijn. Om kort te gaan, er leeft zoveel trots en ijdelheid op de bodem van ons hart. En de modehuizen zijn zich dat terdege bewust! Ze maken daar handig gebruik van, vaak zonder dat de koper het beseft!
In de tweede plaats doen mode-ontwerpers een beroep op verborgen sexuele verlangens. De Heere heeft ons kleren gegeven om te bedekken en te beschermen. De mode gebruikt kleding om te ontdekken en te ontbloten. Dat geldt tenminste voor de grote meerderheid van de modehuizen en voor veel kleding die de winkels en markten overspoelt. Het is vooral zichtbaar bij dameskleding, hoewel het ook bij herenkleding in toenemende mate aan wijsbaar is. Een deel van het lichaam wordt bedekt, een ander deel blijft onbedekt. Vaak gebeurt dat op een geraffineerde wijze, zoals bij lange rokken met hoge splitten. Het doel is kennelijk om de fantasie te prikkelen en hartstochten op te wekken. Soms gebeurt het op een onbeschaamde wijze, zoals bij kleding die veel te strak om het lichaam zit en de ogen van het andere geslacht naar zich toetrekt. De ontwerpers in Parijs en andere grote steden weten heel goed wat ze doen! Weten wij het ook? Realiseren ons wat we doen als we hun producten kopen en ons naar de mode van een decadente wereld kleden?
In de derde (of eerste?) plaats hebben modehuizen een sterk commercieel belang. Uiteindelijk gaat het hun om geld verdienen. Om die reden creëren zij een bepaalde mode en veranderen die vervolgens na enkele jaren, zo niet ieder jaar. Men laat mensen geloven dat iets ‘in’ is, maar een poosje later moeten diezelfde mensen geloven dat hun kleren ontzettend ouderwets zijn. Kleding die 20 jaar geleden als heel eigentijds werd beschouwd moet vandaag worden weggedaan of opgeborgen. En de mode van vandaag zal morgen weer belachelijk zijn. Dan komt de mode van 30 jaar terug opnieuw aan de beurt. De enigen die daar garen bij spinnen, zijn de mode-ontwerpers en de kledingzaken. Als het geld maar rolt! Intussen laat de gewone man zich blinddoeken. Jong en oud wordt voortgedreven als blatende schapen, dansend naar de pijpen van anderen.

Kleren: om te bedekken of te ontdekken
We moeten voor deze keer een punt zetten. De volgende keer hopen we ver der te gaan en een paar conclusies te trekken. Hopelijk trekt de lezer inmiddels zelf een paar conclusies. Aangezien kleren getuigen van onze zonde en van Gods goedheid, en aan gezien kleding niet gegeven is om te ontdekken, maar om te bedekken, wat betekent dat voor uw (jouw) en mijn klerenkast? Laten we daar eens eerlijk over nadenken, biddend tot een besluit komen, en dan de daad bij het woord voegen!
(4)
De vorige keer zagen we dat kleren iets over onszelf zeggen. Kleren maken de man of vrouw. Ze kunnende man of vrouw ook mismaken of verlagen. Natuurlijk zijn we er niet met een aardige of degelijke buitenkant. We kunnen ons zo anders voordoen dan we in werkelijkheid zijn. Toch laat kleding iets zien van iemands persoonlijkheid. Er zijn redenen waarom bepaalde mensen bepaalde kleding dragen.
Er zijn ook bepaalde redenen waarom onze Schepper ons kleding schónk. We hebben onze reinheid in het paradijs verloren. Nu dienen we onszelf en onze medemens te beschermen. Het loutere feit dat we kleren nodig hebben moet ons al verootmoedigen. Kleren getuigen van onze zondige aard. Tegelijk getuigen ze van Gods goedheid. Hij wil ons beschermen tegen koude en hitte. Hij wil ons ook beschermen tegen onbeschaamde blikken, tegen de zonde van overspel en alles wat dat met zich meebrengt. Modehuizen hebben met dit alles weinig op. Het kan mode-ontwerpers niet schelen wat de Bijbel over kleding zegt. Zij hebben er belang bij dat mensen toch vooral met hun uiterlijk bezig zijn, zodat onze trots en ijdelheid gestreeld wordt. Zij spelen in op verborgen zinnelijke verlangens en buiten die op een geraffineerde manier uit. Ze hopen hun eigen kas te vullen, terwijl de portemonnee van de koper wordt omgekeerd. Kortom, ze richten een nieuw standbeeld op, een afgod waar voor iedereen moet buigen. Wie wei geren daaraan mee te doen, lopen het gevaar als ouderwets gebrandmerkt te worden, als mensen die oogkleppen dragen en een eeuw te laat geboren zijn.

Opgang en neergang van culturen
Het is opvallend dat de kleding begint te veranderen, waar ook ter wereld het christendom zijn intrede doet. De christenen in de tijd van de Vroege Kerk waren bekend met badhuizen waar men zich in het openbaar ontkleedde en met stadions waar atleten naakt deelnamen aan de wedstrijden. Mensen die tot bekering kwamen konden, echter niet meer meedoen met dit alles. Zij begonnen zulke plaatsen te mijden. Op zendingsterreinen vandaag gaat het eigenlijk net eender. Als het Woord van God beslag legt en harten worden vernieuwd door de kracht van de Heilige Geest, krijgt dat een doorwerking in het leven van de mens en de maatschappij waarin hij leeft. In een samenleving waar weinig of geen kleding gedragen wordt, gaan mensen anders denken en handelen zodra het Evangelie de harten raakt. Het is ontroerend om te zien hoe men in zulke culturen het heidense verleden loslaat en hoe netjes gekleed men zich onder het Woord zet.
In onze westerse samenleving zien we helaas het tegenovergestelde gebeuren. De afbraak van alle christelijke en traditionele normen en waarden gaat ongelooflijk snel. Het lijkt erop dat we terugkeren naar het begin van onze jaartelling. In de eerste hoofdstukken van zijn brief aan de Romeinen geeft de apostel Paulus ons een helder beeld van die dagen. Er is misschien zelden zo’n decadente beschaving geweest als die van de Romeinen. Het Romeinse rijk is dan ook niet ten onder gegaan omdat het in militair opzicht onderdeed voor zijn tegenstanders, maar omdat het in morele zin totaal corrupt was.
We kunnen vrezen dat onze heden daagse cultuur op de rand verkeert van een volledig geestelijk en moreel faillissement. Europa staat bekend als een werelddeel waar alles kan en alles mag. Terwijl Amerika volgens zeggen nummer 1 is in de productie en export van pornografische lectuur. Er wordt in het westen veel gesproken over het op gang brengen van democratie in andere landen, maar het is de vraag of men daar wel zit te wachten op de vrijheidscultuur van Europa en Amerika. Moslims leven met het idee dat het westen een bolwerk van het christendom is. Wat ze in de praktijk zien, maakt hen echter zo kopschuw dat ze nauwelijks willen nadenken over de waarheid van het christelijke geloof. Een vrouw die door haar kleding een onzedelijke uitstraling heeft en toch doorgaat voor christelijk, is één van de meest doeltreffende vormen van anti-reclame voor de Bijbel.

Praktisch onderwijs
Iemand werpt misschien tegen: staat er dan ergens in de Bijbel iets over de wijze waarop wij gekleed moeten gaan? Leggen wij niet veel te veel nadruk op zulke dingen? Is het eigenlijk niet allemaal een zaak van traditie? Het antwoord op deze vragen is niet zo moeilijk. Natuurlijk kunnen we doorslaan naar de andere kant. We hoeven echt geen reformatorisch Iran te worden. Maar Gods Woord heeft wel degelijk iets te zeggen over onze levenswandel en ook over onze kleding. Niet alleen Genesis 2, maar ook veel andere plaatsen in de Schrift werpen licht op deze zaken. Laat bijvoorbeeld 1 Corinthe 6 niet duidelijk zien dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest dient te zijn? God wil verheerlijkt worden in onze geest en in ons lichaam! Hij regeert in het heiligdom en wil dat alles toegaat naar Zijn reine wil. Dat heeft ook met onze kleding te maken. “Desgelijks ook dat de vrouwen in een eerbaar gewaad met schaamte en matigheid zichzelf versieren” (1 Timotheüs 2:9a). “Haat ook de rok die van het vlees bevlekt is” (Judas, vers 23).
Van groot belang is ook het zevende gebod: “Gij zult geen overspel doen.” Onze Heidelbergse Catechismus verklaart dit gebod op een zowel diepe als praktische manier. Het zevende gebod leert ons “dat alle onkuisheid van God vervloekt is, en dat wij daarom, haar van harte vijand zijnde, kuis en ingetogen leven moeten, hetzij in de heilige huwelijke staat of daarbuiten” (vraag en antwoord 108). Dit gebod heeft dus niet alleen te maken met de zonde van overspel. God verbiedt ook “alle onkuise daden, gebaren, woorden, gedachten, lusten, en wat de mens daartoe trekken kan (vraag en antwoord 109). Laten vrouwen die maar halfgekleed rondlopen, bedenken dat zij allerlei gevoelens losmaken en daarmee anderen in verzoeking brengen. Het verleiden tot zonde is net zo goed zonde als het bedrijven van de zonde.
We kunnen in dit verband ook denken aan ons huwelijksformulier. Het bevat heel veel praktisch onderwijs voor de man en de vrouw. Zo wordt de bruid ertoe opgewekt haar man “in alle goede en oprechte dingen behulpzaam te zijn, op haar huishouding goede acht te hebben, en in alle ingetogenheid en eerbaarheid, zonder wereldlijke pracht, te wandelen, opdat zij anderen een goed voorbeeld van zedigheid mag geven”. Zou dit onderwijs geen gevolgen hebben voor de wijze waarop de bruid op haar trouwdag voor Gods aangezicht verschijnt? Zou een laag uitgesneden trouwjurk, een blote rug of een jurk zonder mouwen dan op zijn plaats zijn’? We hoeven daar niet lang over na te denken. Zou datzelfde onderwijs geen consequenties hebben voor onze dagelijkse levenswandel in huwelijk en gezin? De vraag stellen is de vraag beantwoorden.

Geroepen om anders te zijn
De Heere roept ons om anders te zijn. Het volk Israël moest een afgezonderd volk zijn (Num. 23:9) En wij moeten dat ook zijn. Een gedoopt voorhoofd verplicht ons tot een heilige levenswandel. Als wij zeggen dat wij anders dan de wereld zijn en intussen achter
de wereld aanrennen, moeten we ons niet verbazen dat de buitenwacht met ons spot of - wat erger is — met de Heere spot. Het is een verdrietige waarheid dat van nationale zonden na verloop van tijd niet meer wordt aangevoeld dat het zonden zijn. De wereld dringt steeds dieper de kerk binnen, Zelfs zonder het te beseffen nemen we dikwijls de patronen van onze samenleving over. Daarom moeten we elkaar er op wijzen dat Gods gebod nooit verandert. Durf anders te zijn! Durf als het nodig is, alleen te staan! Zo’n opwekking is vooral nodig in de zomertijd. Het lijkt er soms op dat het kwik maar even boven de 20 graden Celsius hoeft te stijgen of veel mensen raken ieder schaamtegevoel kwijt. Toen een Nigeriaanse predikant eens in juli een bezoek aan Nederland bracht, wist hij van schaamte haast niet waar hij moest kijken. “Waarom lopen zoveel mensen in hun ondergoed op straat?” Hij was er verlegen mee. Zijn wij het ook? Of beginnen we er langzaam maar zeker aan te wennen? Gaan we tenslotte zelf ook meedoen? Laten we niet leven met een dubbele standaard: één voor de winter en een andere voor de zomer, één voor thuis en de andere voor op reis. We hebben te doen met een God Die alle dingen ziet en weet, Denk daar eens aan, ook als u of jij op vakantie bent en een poosje elders verblijft. We moeten rekenschap geven van onze daden.
Dat geldt heel bijzonder van de wijze waarop we ons kleden wanneer we naar de kerk toe gaan. Het is altijd ongepast wanneer meisjes of vrouwen de rok boven de knie dragen, ook in de week. Een jurk of rok moet lang genoeg zijn om de knie te bedekken, ook bij het zitten. Hoe veel te meer als het Gods dag is en wij voor Zijn aangezicht verschijnen. Dan mag toch eerbied verwacht worden voor Gods inzettingen. Het is een aanstoot voor anderen, het bedroefd Gods kinderen en het doet afbreuk aan de reinheid van het heiligdom. Hoe kunnen we een zegen verwachten als dergelijke zaken naarbinnen sluipen?

De beste kleding
Het zou kunnen zijn dat sommige lezers zich intussen wat wrevelig gaan voelen. Waarom moeten we zo precies zijn in al die dingen? Is het niet genoeg dat er af en toe gewaarschuwd wordt tegen het dragen van een lange broek door vrouwen en meisjes? Waarom moet er nu ook al worden gewaarschuwd tegen de korte rok? Misschien haalt deze of gene zijn schouders op. “Allemaal wetticisme! Laat die zaken toch aan de mensen zelf over! Iedereen heeft toch zijn eigen verantwoordelijkheid?’ Anderen zullen pleiten voor een christelijke of evangelische vrijheid, waarbij het eigen geweten beslist. Wat moeten we daarop antwoorden? Er is een verschil tussen wettisch en wettig. We moeten nooit wettisch zijn in onze wandel, maar die wandel moet wel wettig zijn. Anders gezegd, ze moet in overeenstemming zijn met Gods Wet. Zou een waarlijk evangelische gezindheid geen rekening houden met de eisen van Gods Wet? Dan vrees ik dat ze niet voortvloeit uit de bron van het Evangelie! Inmiddels wordt het er niet gemakkelijker op voor onze gezinnen. Het valt niet mee om nette kleding te kopen in de winkels vandaag. Mensen die er moeite mee hebben de eindjes aan elkaar te knopen, kunnen zich niet veroorloven de gang naar duurdere kledingzaken te maken. Moeders van grote gezinnen zijn bijna wel gedwongen zelf kleren te naaien voor hun kinderen en voor zichzelf. We onderschatten dit alles niet en schrijven dan ook niet vanuit de hoog te, maar we begeren te waarschuwen vanuit de liefde.
Bovenal willen we wijzen op de beste kleding die te krijgen is. Het is het kleed van Jezus’ gerechtigheid. Toen Adam en Eva na hun diepe val een kleed ontvingen tot bedekking van hun naaktheid, gebruikte de Heere daar dierenhuiden voor. Het bloed van een dier dat nooit gezondigd had moest vloeien voor de mens! Dat wees heen naar het bloed van Hem Die in de wereld zou komen als het vlekkenloze Gods De kleding van de mens getuigde niet alleen van Gods algemene goedheid en een tijdelijke bescherming: ze getuigt ook van Zijn bijzondere gunst en een eeuwig behoud. Wij allen hebben die klederen des heils zo nodig. We mogen aan de buitenkant een nette, godsdienstige indruk maken, maar van binnen zijn we ellendig, arm, jammerlijk, blind en naakt. Zijn we daar reeds aan ontdekt? Zijn we ooit dat kleed van eigengerechtigheid kwijtgeraakt? Leerden we verlangen naar die witte klederen, gewassen in het bloed des Lams (Openb. 7:14)? Van de bruid van Christus lezen we dat ze geheel verheerlijkt is inwendig (Psalm 45:13). 0, laat er geen rust wezen totdat u deze kleding hebt ontvangen uit vrije, soevereine genade! Dat is de beste kleding. Zoek die gerechtigheid van Christus, “en zijt met ootmoedigheid bekleed” (1 Petrus 5:5). Want ootmoed is een kleed dat een ieder past!

Lethbridge (Canada), ds. C. Sonnevelt

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:14
door Gian
Bedankt voor het inscannen.

Wat is de toegevoegde waarde eigenlijk van dergelijke stukken?
Niets.

Ik dacht als kind; alle vrouwen met een broek zijn niet bekeerd.

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:19
door jakobmarin
Ik sluit me maar aan bij Calvijn: 'Hoe men gekleed is, is op zichzelf niet een zaak van zo groot gewicht', die dit aantekend bij de gewraakte tekst uit deut 22:5.

Mannen moeten niet verwijfd worden, en vrouwen niet vermand. Punt uit.

Het verbaast me trouwens hoe gemakkelijk die tekst naar de hand wordt gezet, zo er persoonlijk gedacht wordt.
Honderden mensen lezen dit, en slikken het voor zoete koek. Ik heb al veel lovende reacties op het stuk gehoord, hier en daar....

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:31
door Miscanthus
Dit is het nieuwe evangelie...

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:39
door Pim
Mensen,

Ook met betrekking tot dit onderwerp moet de discussie inhoudelijk blijven.

Groeten,
OSW Moderator.

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:45
door jakobmarin
Oorspronkelijk gepost door Miscanthus
Dit is het nieuwe evangelie...
Wat bedoel je met 'dit'?

Geplaatst: 13 sep 2005, 20:56
door Kaw
Oorspronkelijk gepost door Miscanthus
Dit is het nieuwe evangelie...
Ik denk dat Jaap bedoelt dat het gat van de verlossing en dankbaarheid wordt opgevult met praten over randzaken zoals dit.
Oorspronkelijk gepost door Miscanthus
Mensen die er moeite mee hebben de eindjes aan elkaar te knopen, kunnen zich niet veroorloven de gang naar duurdere kledingzaken te maken.
Net alsof netheid begint vanaf 60 euro. Ik weet dat ik weer op de verkeerde plek zit qua gemeente, maar netheid wordt maar al te vaak met sjiekheid verward. Dit is een verkapt goedpraten van materialisme. De zonde van die jongeman die Jezus niet kon volgen.