GGBeroopingswerk schreef:Jongere schreef:GGBeroopingswerk schreef:Dan zou ik het boek er weer bij moeten pakken. Het ging mij bij het lezen niet om het vinden van enkele zinnen die makkelijk te weerleggen zijn - Wie in woorden niet struikelt is een volmaakt man - maar om de grote lijn. En daarom zie ik het als een zwaktebod om te concluderen dat ds. Kort niet onfeilbaar is, en dus ook wat hij bedoelt te zeggen niet zou kloppen.
Zou je dan het boek er weer bij willen pakken?
Ik heb helemaal geen verborgen agenda met mijn vraag. Ik lees een stelling over Plato en daar ben ik erg benieuwd naar. Omdat predikanten niet zo heel vaak iets over Plato en zijn invloed op de theologie zeggen. En al helemaal geen predikanten uit de rechterflank van de gezindte. Terwijl het absoluut een relevant punt is.
Het enige waar ik benieuwd naar ben is wat ds. Kort hier nu precies over zegt. Het lijkt me eerder een zwaktebod om dat niet gewoon te willen weergeven. We moeten elke zin en elke stelling weer op zijn merites beoordelen.
Zie overigens hier voor een uitgebreide discussie rond de rechtvaardiging van eeuwigheid.
http://www.refoforum.nl/forum/viewtopic.php?f=21&t=9987
Als ik hem goed begrijp: Het bovenaardse leid je af van wat hier op aarde is en gebeurt.
In één adem met deze door ds. De Heer gehekelde opmerking noemt ds. Kort ook de uitspraak van Comrie 'de eeuwige Man Christus'.
Ik twijfel absoluut niet aan je intenties, Jongere
(Ik heb helemaal geen verborgen agenda met mijn vraag.) Maar waar het mij om gaat is de
wijze van discussiëren:

1. Iemand op zijn woorden pakken is niet moeilijk, nogmaals: Wie in woorden niet struikelt is een volmaakt man. Heb zelf een keer een fors meningsverschil met onze ouderling gehad, hem een brief van bijna 2 A4-tjes gestuurd. Bij de bespreking hekelde hij twee woorden en een zin die in zijn optiek niet juist waren en aan de inhoud, de gedachte van de brief ging hij voorbij. En toen ik dat uiteindelijk aan de orde wilde stellen, was de tijd verstreken en werd ik verzocht op te stappen. Dit is de kerk onwaardig! En dat zie ik in deze discussie/recensies ook gebeuren. Een aantal woorden en zinnen veroordelen, en vervolgens wordt aan de gedachte achter het boek, de inhoud zelf, met grote stappen voorbijgegaan. Pak anders een boek als: De leer tegen het licht van Blauwendraad. En zoek de recensies terug. Dingen die bewijsbaar juist zijn, worden genegeerd in de recensies, tenzij men er zelf ook mee eens is. Want dat is goed voor een beeld van evenwichtigheid. De onjuiste punten worden er wel breedvoerig uit gehaald.

2. De manier waarop dingen worden uitgelegd. Zoals al eerder genoemd weet men de uitspraak van Brakel dat er
geen rechtvaardigmaking van eeuwigheid is te koppelen aan zijn strijd tegen de antinomianen, daarom legt hij de accenten anders en telt dit niet mee als argument tegen de rechtvaardigmaking van eeuwigheid. En dat terwijl men zich in de strijd tegen ds. Kort wel beroept op de Dortse Leerregels, H 3/4, VdD 4:
Die leren: Dat de onwedergeboren mens niet eigenlijk noch geheellijk dood is in de zonde, of ontbloot van alle krachten tot het geestelijk goed; maar dat hij nog kan hongeren en dorsten naar de gerechtigheid en het leven, en offeren een offerande van een verslagen en gebroken geest, die Gode aangenaam is.
Want deze dingen strijden tegen de klare getuigenissen der Schrift: Gij waart dood door de misdaden en de zonden (Ef. 2:1, 5); en: Het gedichtsel van des mensen hart is alleenlijk boos, te allen dage (Gen. 6:5 en 8:21). Daarenboven, hongeren en dorsten naar de verlossing uit de ellende, en naar het leven, en Gode een offerande van een gebroken geest opofferen, geldt eigenlijk van de wedergeborenen, en van degenen die zalig genaamd worden (Ps. 51:19 en Matth. 5:6).
Dan zien we dat dit duidelijk gesteld wordt tegen hen die leren dat de mens
van zichzelf zou kunnen hongeren en dorsten. Dit weerspreekt ds. Kort echter ten stelligste, hij noemt dit expliciet het werk van de Heilige Geest. Waarom zou dit verwijt richting ds. Kort wel recht van spreken hebben, maar de uitspraak van Brakel contra Comrie/Kersten niet?
Dit doet mij denken aan Mattheüs 7:
1 OORDEELT niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.
2 Want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke maat gij meet, zal u wedergemeten worden.
3 En wat ziet gij den splinter die in het oog uws broeders is, maar den balk die in uw oog is, merkt gij niet?
4 Of hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog?
5 Gij geveinsde, werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien om den splinter uit uws broeders oog uit te doen.