Valcke schreef:
Ik kan je hierin ten dele volgen. Toch valt m.i. niet te ontkennen dat juist vanaf het eerste begin van de crisis binnen de reformatorische gezindte reeds de stelling ingenomen was dat wanneer de overheid iets gebood, de overheid hierin gevolgd diende te worden. Dit werd in opiniestukken en commentaren ook breed uitgemeten. Zelfs hebben predikanten uit de reformatorische kerken dit gezegd ten aanzien van een zangverbod (een verbod dat overigens nooit bestaan heeft). Een recht zicht op de verhouding van overheid, kerk en het private domein - ieder domein met eigen verantwoordelijkheden - leek daarmee in de reformatorische gezindte al vanaf het begin nagenoeg geheel te ontbreken. M.i. mag daar zeker de vinger bij worden gelegd zoals bv. dr. Op 't Hof doet. Ook uit het buitenland kwamen enkele principiële geluiden (zoals door John MacArthur), waarvoor ik in NL nauwelijks of geen bijval bespeurd heb. Zulke zaken zijn toch wel opmerkelijk!
Echt met je oneens. Ja, kerk en staat zijn gescheiden, hebben eigen verantwoordelijkheden, maar als de overheid van ons vraagt om maatregelen te nemen, die zijn gericht op de volksgezondheid, ook die van eigen kerkleden, dan dient ook de kerk het gezag van de overheid daarin te respecteren. De godsdienstvrijheid is niet aangetast, de overheid heeft alleen gevraagd om deze anders in te richten met het oog op een dodelijk virus dat rondging /-gaat. Dus het gaat niet aan om de overheid per definitie als een tegenover te kwalificeren. Ja, als het gaat over onbijbelse wetgeving, maar zowel Paulus als ook onze belijdenis spreken ook hoge woorden over de plaats van de overheid.
Ik merk een geest van verzet tegen de overheid die ik in het licht van het vijfde gebod niet goed kan plaatsen. Het zou de kerken juist sieren dat ze in alles wat redelijk en billijk is, de overheid meer zou gehoorzamen dan anderen, en niet direct de kaart van de godsdienstvrijheid zouden trekken.
(Overigens geldt dat m.i. ook voor het dringende appèl m.b.t. privé-bijeenkomsten, of ontvangst in huiselijke sfeer. In dat opzicht zijn de foto’s van de bruiloft van minister Grapperhaus onbestaanbaar. De maatregelen zijn helemaal niet zo ingewikkeld, dat geldt ook voor de kerken, voor thuis of waar dan ook: 1,5 meter afstand houden tot iedereen (!) die niet tot je huishouden behoort. Dus ook ten opzichte van je schoonmoeder, je schoondochter, een buurman, etc. En dus ook in de kerk.)
Gelukkig zijn er technische middelen om de kerkdienst op een andere plaats mee te kunnen beleven. Daardoor is het Woord doorgegaan, en heeft het gedaan wat de Heere behaagt. Ja, er is ook eeuwige zegen gevallen door camerapreken. De verantwoordelijkheid van kerkenraden was: hoe kunnen we in de gegeven omstandigheden de eredienst zo dicht mogelijk bij de mensen thuis brengen? Met een camera is dat mogelijk. Is dat ideaal? Nee, want je mist heel wat. Je mist nog meer met alleen een geluidsverbinding. En zonder dat laatste is zelfs elke vorm van gemeenschappelijkheid weg. Maar ik vind het verdrietig dat kerkenraden die hebben gekozen voor een beeldverbinding, om er maar alles aan te doen om het Woord bij de mensen te brengen, weggezet worden als mensen die hun oor bij de duivel te luisteren hebben gelegd.
Ik zie corona zeker als een oordeel over ons leven, over deze wereld, maar ook over de kerk. En je merkt dat het gemeente-zijn kraakt in z’n voegen. Wat dat betreft is het vooral de vraag, wat de blijvende schade is voor de kerk. Maar dat ligt niet aan onze overheid die in de verantwoordelijkheid voor de bestrijding van een pandemie maatregelen oplegt die ook in de kerk en de privésfeer gelden, maar aan de lauwheid van het geestelijk leven. Dat heeft erg weinig te maken met wel of geen camera (want die laat slechts zien wat je in de kerk ook ziet), maar met de plaats van het gebed, het lezen van de Schrift en de vraag of het christen-zijn een laagje vernis is, of een levende zaak van het hart.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)