De kerken van de Reformatie schreef:Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onze Heere.
Bron: Nederlandse Geloofsbelijdenis
Vanmorgen besprak ik met mijn vrouw, welke predikanten zeer regelmatig de nadruk leggen op de aanstaande wederkomst van Christus. We kwamen slechts op drie namen (Ds. Simons / Koppelaar / Herwig). Gelukkig komt het aan de zijlijn af en toe nog wel aan de orde in veel gemeentes, maar dat is het dan meestal ook wel.
Ik zie mezelf als een Reformatorische jongen die volledig achter de schriftuurlijk-bevindelijke prediking staat, en kritiek daarop moeilijk kan verdragen. Maar toch denk ik dat we hier een hiaat hebben in ons kerkelijk leven. Ik vraag me af wat daar de oorzaak van is. Zijn we zo ver beinvloed door het materialisme, rationalisme en introspectionisme, en is het geestelijk leven in onze gezindte zo ingezonken dat we niet meer uit deze verwachting leven?
Ook ik moet niks moet hebben van allerlei Left-behind achtige gedetailleerde inkleuringen van de eindtijd, en gedetailleerde jaartalvoorspellingen. Maar het lijkt erop dat we uit angst voor deze doperse praktijken, wel erg bang zijn geworden om de wederkomstverachting concreet voor ons te zien. Het kan zijn dat we door de brokken die er in de afgelopen 20 eeuwen zijn gemaakt, veel wijzer, nederiger en verstandiger zijn geworden. Maar het kan ook zijn dat dit heilsfeit erg ver van ons vandaan staat.
De Reformatorische theologie is bij uitstek gericht op de eer en de heerlijkheid van de Heere. Ik denk dat Eilander een goed punt aansnijd, dat de wederkomstverwachting juist daarop gericht is. En mijns inziens past ze daarom ook juist goed in een Reformatorische beschouwing. Bij de wederkomst van de Koning Jezus zal Hij zichtbaar voor heel de wereld aan Zijn eer komen, en zal Zijn heerlijkheid door een ieder erkend moeten worden.
Zouden wij elkaar naar de opdracht van de schrift in deze tijd nog kunnen vertroosten met deze wetenschap? (1 Tessalonicensen 4:18 Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.)