Arja schreef:Valcke schreef:Erskinees schreef:Herman schreef:
1. wetenschappers zijn het erover eens dat zingen geen extra risico meebrengt in het geval van de mogelijkheid tot besmetting
Onjuist. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan (en nog lopend). Begin deze maand hebben Amerikaanse onderzoekers nog benoemd dat zingen wel gevaarlijk kan zijn. Kortom: er is nog geen consensus in de wetenschap of zingen wel of niet gevaarlijk is. Jouw formulering hierover klopt dus niet.
Herman schreef:
Daarnaast is zingen een opdracht van de Heere zelf. Sinds wanneer kunnen wij mensen uitmaken of we dat wel of niet doen? Daar zit helemaal geen vrijblijvendheid in. Het staat een mens toch niet vrij om wel of niet te stelen? Waarom mogen we dan wel de zonde van nalatigheid goedpraten?
Er is eerder in een topic gesproken dat zingen zeker belangrijk is, maar niet dat er vanuit de Schrift een richtlijn of gebod is dat een eredienst zonder zingen geen eredienst is. In zekere zin is de Schrift daar dus
wel vrijblijvend over.
Erskinees, graag een link naar een dergelijk onderzoek. Veel onderzoeken gaan namelijk alleen over het bestaan van aerosolen (en natuurlijk bestaan die), maar niet over de vraag of de besmettelijke virusdeeltjes daarin kunnen blijven hangen. Ik heb een onderzoek dat dit bevestigt nog niet gezien, wel onderzoeken die het tegendeel aangeven.
Ik heb meerdere artikelen gezien.
Maar deze vind ik interessant omdat deze vergelijking trekt:
Onze resultaten geven aan dat aërosol- en fomietoverdracht van SARS-CoV-2 plausibel is, aangezien het virus urenlang en zelfs dagenlang levensvatbaar en besmettelijk kan blijven in aërosolen. Deze bevindingen komen overeen met die van de SARS-CoV-1, waarin deze vormen van overdracht al geassocieerd waren met nosocomiale verspreiding (infectie die op een bepaalde locatie onstaat, zoals een ziekenhuis of verzorgingstehuis) en superspread gebeurtenissen (kerkdiensten), ze bieden informatie voor ...
Uit een vergelijking SARS-CoV-2 met met SARS-CoV-1.
Voor alle duidelijkheid: corona virus heet officieel
SARS-CoV-2.
https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/nejmc2004973
Over superspread:
https://www.businessinsider.nl/super-sp ... =true&r=US
Dank je wel, Arja. Deze links kende ik niet.
Hierbij zijn echter een aantal kanttekeningen te plaatsen. Het onderzoek is uitgevoerd in een experimentele setting en vermoedelijk niet peer reviewed. Ik vond het volgende commentaar van het RIVM op diverse van dergelijke onderzoeken. Vermoedelijk is het door jouw genoemde onderzoek (je eerste link) daar ook bij.
RIVM 27 mei 2020 schreef:1. Wat is de bijdrage van aerogene transmissie voor de verspreiding van SARS-CoV-2?
We stellen dat op basis van de huidige inzichten niet is aangetoond dat aerogene transmissie een rol speelt in de verspreiding van SARS-CoV-2. Verschillende studies gebaseerd op epidemiologisch, virologisch en modelleringsonderzoeken waaruit deze inzichten naar voren komen, worden hieronder beschreven.
Het RIVM-CIb heeft van GGD’en geen signaal ontvangen dat er aerogene transmissie heeft plaatsgevonden. In Nederland zijn wel enkele COVID-19-clusters gerapporteerd waarbij aerogene transmissie als mogelijk route wordt genoemd, maar hier is nog geen onderzoek over gepubliceerd. Dit betreft met name uitbraken bij koren, waarover apart zal worden geadviseerd. Ook een R0 van 2-4 lijkt niet te wijzen op aerogene verspreiding en op een wezenlijke bijdrage aan de directe mens-op-menstransmissie van SARS-CoV-2 (ECDC rapid risk assessment 23 april 2020).
Bij luchtmetingen in een ziekenhuis werd RNA van SARS-CoV-2 aangetoond (Liu et al., 2020, Ong et al., 2020). In de studie van Ong et al, was een ventilatierooster PCR-positief voor SARS-CoV-2. Omdat er geen viruskweek heeft plaatsgevonden, is het niet duidelijk of het infectieus virus betrof. In één studie (nog niet peer reviewed) lijkt infectieus virus aangetoond in een luchtmonster dat is genomen op de ziekenhuisgang van kamers met COVID-19-patiënten (Santarpia et al., 2020,). Twee andere studies detecteren geen RNA, ook niet tot op 10 cm afstand van de kin van een patiënt (Cheng et al., 2020; Faridi et al., 2020). Er zijn geen studies bekend waarbij infectieuze SARS-CoV-2- virusdeeltjes gemeten zijn in de lucht van publieke plekken zoals supermarkten of openbaar vervoer. Hierbij moet opgemerkt worden dat het in vitro aantonen van infectieus virus in keel-neus swabs met een lage virale load erg lastig is (Wölfel et al., RIVM ongepubliceerde bevindingen).
Er is een aantal publicaties verschenen over locaties buiten het ziekenhuis waarbij niet uit te sluiten was dat een persoon met COVID-19 via aerogene transmissie andere personen heeft besmet (Brurberg, 2020; Wang et al, 2020; Lu et al., 2020). Op die beschreven locaties is echter transmissie via druppel of indirect via contact met besmette voorwerpen/oppervlaken ook een mogelijke route geweest. Onderzoek naar de verspreiding van SARS-CoV-2 op het cruiseschip Diamond Princess wijst uit dat verspreiding op het schip heeft plaatsgevonden via direct contact en oppervlakken en dat de airconditioning geen rol heeft gespeeld in de verspreiding (Xu et al., 2020, niet peer reviewed).
Het is aangetoond dat aerosolen worden gevormd door mensen bij niezen, hoesten en praten (Lee et al., 2019; Asadi et al., 2020). In experimentele settings is vastgesteld dat SARS-CoV-2-virusdeeltjes meerdere uren infectieus kunnen blijven in de luchtdruppeltjes (Van Doremalen et al., 2020; Fears et al., 2020, niet peer reviewed). Echter, is er in maar één studie die niet peer reviewed is, waaruit zou blijken dat infectieus virus is aangetoond in luchtmonsters buiten experimentele settings (middels viruskweken). Verder zijn er twee studies met fretten waar aerogene transmissie als mogelijke route wordt genoemd (Kim et al., 2020; Richard et al., 2020, niet peer reviewed). In beide studies was de afstand tussen de fretten echter klein, waardoor niet met zekerheid kan worden vastgesteld of de verspreiding via aerosolen of druppels heeft plaatsgevonden. Concluderend is er op dit moment nog onvoldoende bewijs of het virus over langere afstand verspreid kan worden, dan daadwerkelijk infectieus is en tot besmettingen kan leiden. Hiermee is er op dit moment onvoldoende bewijs dat aerogene transmissie van SARS-CoV-2 relevant is in de verspreiding van SARS-CoV-2. Aerosolen zou mogelijk relevant kunnen zijn bij verspreiding van SARS-CoV-2 bij zingen en sporten. Over deze settings zal separaat geadviseerd worden.
Het tweede artikel gaat over super spread events. In het artikel staat deze belangrijke opmerking: "
Coronavirus superspreader events have shared a few key characteristics: They’ve involved indoor gatherings in which a lot of people from different households were
in close, extended contact."
Dus bij de beschreven events werd er géén 1,5 meter distancing aangehouden. De oorzaak van deze events kan dus ook volstrekt niet bij het zingen worden neergelegd. Deze events zijn dus ook niet relevant voor de situatie waar we op dit moment over spreken.