Martijn schreef: Lees Handelingen 7 eens. De toespraak van Stefanus waar hij zeg:
51 Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet u ook.
- See more at: http://herzienestatenvertaling.nl/tekst ... Hv0xv.dpuf
De HSV spreekt van verzet, de SV van: gij wederstaat altijd den Heiligen Geest
Of in Hebreeën 3:
7 Daarom, zoals de Heilige Geest zegt: Heden, indien u Zijn stem hoort,
8 verhard dan uw hart niet, zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn.
- See more at: http://herzienestatenvertaling.nl/tekst ... 0Mgsn.dpuf
BetreftMartijn schreef: Dus met andere woorden de aangehaalde teksten van mij gaan over de algemene werkingen?
Geeft Calvijn het volgende weer:Lees Handelingen 7 eens. De toespraak van Stefanus waar hij zeg:
51 Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet u ook.
- See more at: http://herzienestatenvertaling.nl/tekst ... Hv0xv.dpuf
Patrick Polus en Wels geeft het volgende weer:Verder wordt van het gezegd dat zij den Heligen Geest wederstaan, omdat zij Hem, wanneer Hij in de profeten tot hen spreekt, halsstarrig verwerpen. Want her gaat het niet over de verborgene openbaring, welke God een ieder in het harte geeft, maar over den uitweindigen dienst. Hierop moeten wij wel letten. Stefanus wil den Joden allen schijn van verontschuldiging ontnemen. Daarom verwijt hij hun dat zij willens en wetens, en niet uit onkunde tegen God opstonden.
Matthew geeft het volgende weer:Gij wederstaat altijd den heiligen geest, geluk uwe vaders, alzoo gy
Niets is barblykelyker, dan dat gy altyd den heiligen Geest tegenstaat, en u zelven aankant tegens zyne genadige pogingen om u te recht te brengen en te behouden. En gelyk uwe vaders dit eertyds deden, zoo doet gy het nog ten huidigen dage.
Zy wederstonden Gods Geest niet, die in hun was; want daarvan waren ze ontbloot: maar den Geest, welke door zijn bedienaars en apostelen en thans door stefanus tot hen sprak. Get woord, hier door wederstaan overgezet, betekent met geweld stuiten, en ergens tegenvallen om het te beletten, op een vyadelyke wijze en dus drukt het zeerwel uuit de mishandelingen, welde de joden onzen Heiland en zynen dicipelen andeden.
1. Ik heb het vermoeden dat het hier gaat over de algemene werken en niet het zaligmakend.II. Zij waren, evenals hun vaderen, niet alleen niet onder de invloed van de methodes, die
God aanwendde, om hen te verbeteren, maar zij waren er in woede tegen ontstoken: Gij
wederstaat altijd de Heilige Geest.
1. Zij weerstonden de Heilige Geest, die tot hen sprak door de profeten, die zij
tegenstonden en tegenspraken, haatten en bespotten. Dit schijnt naar de daarop volgende
verklaring, inzonderheid hier bedoeld: Wie van de profeten hebben uw vaderen niet
vervolgd? In hun vervolgen en tot zwijgen brengen van hen, die door de ingeving des
Heilige Geestes hebben gesproken, hebben zij de Heilige Geest weerstaan. Hun vaderen
weerstonden de Heilige Geest in de profeten, die God hun verwekt had, en hetzelfde
deden zij in Christus’ apostelen en dienstknechten, die spraken door dezelfden Geest, en
een grotere mate van zijn gaven hadden ontvangen dan de profeten van het Oude
Testament, en nog meer weerstaan werden.
2. Zij weerstonden de Heilige Geest, die met hen twistte door hun eigen geweten, aan
welks overtuiging en vermaningen zij zich niet wilden onderwerpen. Gods Geest twistte
met hen zoals met de oude wereld, maar te vergeefs, zij weerstonden Hem, hielden het
met hun bederf tegen hun overtuigingen, en rebelleerden tegen het licht. Er is in onze
zondige harten datgene, hetwelk altijd de Heilige Geest wederstaat, een vlees, dat begeert
tegen de Geest, en strijdt tegen zijn bewegingen, maar in de harten van Gods
uitverkorenen is, als de volheid des tijds gekomen is, deze weerstand overwonnen, en, na
een worsteling is de troon van Christus opgericht in de ziel, en alle overlegging, die zich
verheft tegen de kennis van God, is gevangen geleid tot de gehoorzaamheid van Christus,
2 Corinthiërs 10:4, 5. Die genade dus, welke deze verandering teweegbreng
2. Het is zelfs mogelijk dat wij hier een teken zien van de zonde tegen de Heiligen Geest zoals Calvijn weergeeft met de woorden willens en wetens zondigen.