Aan de ene kant handhaven ze zeer streng de bijbel en aan de andere kant staan ze open voor versoepeling?
Het standpunt van de vrouwen is pas in de jaren 90 toegevoegd aan de partijgedachte ?
Weet deze partij eigenlijk zelf wel wat ze wil ?
De Burgemeester vind ik niet rechtlijnig want zoals ie zegt komt ie uit een SGP "nest" maar dan moet je mijninziens ook geen dodenherdenking houden op Zondag (sorry maar ik heb altijd als standpunt vwb geloofszaken ...of het een of het ander en mak er geen "vlees noch vis van "
In mijn ogen en vat dit niet op als beledigend ! Maar ik zie de SGP inderdaad als een zeer "stoffige" partij
waar ik me afvraag of ze er wel eens lachen ?
Kortom zeer zwaar op de hand maar wel open staand voor veranderingen die het gedachte goed een omzwaai geeft
Wel wil ik benadrukken dat ik respect heb voor hun die deze partij steunen en dit doen op grond van hun geloof (hetzij in mijn ogen te streng opgezet) Tzal mijn partij niet worden dat lijkt me duidelijk (maar ook het CDA heb ik aan de kant gezet)
tv uitzending over sgp om 17.05uur
Dus het is ook haar eigen schuld dat een baggerlading aan kritiek - vergeef me het woord - over haar is uitgestort?
De liefde die men als christen zou moeten hebben voor de naaste gold op dat moment niet voor mevr. Grabijn.
Ik hoop dat het kort geding de SGP aan het denken zet, ik hoop dus ook dat de rechter het Clara Wichmann-instituut in het gelijk stelt, en dat dit zal leiden tot een volwaardig lidmaatschap van de vrouw.
Net als Noordergraaf ben ik van mening dat de exegetische onderbouwing uitermate zwak is. Persoonlijk vind ik het zelfs verdraaiing van de woorden van Paulus, het is duidelijk dat het hier om de gemeente gaat, niet over de overheid. Hiermee zou de SGP zich dus schuldig maken aan het verdraaiien van het Woord van God.
[Aangepast op 5/9/05 door Sabra]
De liefde die men als christen zou moeten hebben voor de naaste gold op dat moment niet voor mevr. Grabijn.
Ik hoop dat het kort geding de SGP aan het denken zet, ik hoop dus ook dat de rechter het Clara Wichmann-instituut in het gelijk stelt, en dat dit zal leiden tot een volwaardig lidmaatschap van de vrouw.
Net als Noordergraaf ben ik van mening dat de exegetische onderbouwing uitermate zwak is. Persoonlijk vind ik het zelfs verdraaiing van de woorden van Paulus, het is duidelijk dat het hier om de gemeente gaat, niet over de overheid. Hiermee zou de SGP zich dus schuldig maken aan het verdraaiien van het Woord van God.
[Aangepast op 5/9/05 door Sabra]
Ik ken haar idd niet persoonlijk, maar baseer dit o.a. op ingezonden brieven van haar in het RD. De toon die ze daarin aansloeg, deed niet vermoeden dat ze het beste voorhad met de SGP.Oorspronkelijk gepost door Sabra
Ik vond het een uitzending waarin de drie mensen van de SGP - dhr. Noordergraaf, dhr. Kloosterman en mevr. Grabijn - de kans kregen om hun standpunten duidelijk weer te geven, en de karikatuur wat veel mensen hebben van de SGP, te onkrachten.
Daarnaast vind ik opmerkingen over het feit dat mevr. Grabijn nogal kwetsend ten opzichte van haar. Ik zou mij volledig willen aansluiten bij dhr. Noordergraaf, vrouwen hebben een wezenlijke inbreng, benaderen problemen anders dan mannen. Vooral zijn laatste opmerking tegen Kloosterman was prachtig, Kloosterman beweerde dat vrouwen wel degelijk inbreng hebben en dat die niet wordt gemist: Men weet niet wat er gemist wordt, omdat vrouwen nu geen inbreng hebben, althans niet formeel.
En Cordyras, jij bent typisch zo'n persoon die mevr. Grabijn, en velen met haar, typeert als iemand die de feiten niet, noch haar persoonlijk kent.
[Aangepast op 5/9/05 door Sabra]
Maar ik zal het vanavond bekijken, 'k ben benieuwd.
Dat zou kunnen, echter hij was wel een waardig vertegenwoordiger van de SGP. Beter dan Kloosterman, die deed nogal denigrerend over de hele kwestie. Zoiets van: 'hoezo een kwestie, vrouwen hebben toch invloed'. Die man heeft dus niet in de gaten wat voor een invloed vrouwen kunnen hebben.
Overigens, als God niet zou willen dat vrouwen op dit terrein actief zijn, waarom heeft Hij dan Debora aangesteld?
Overigens, als God niet zou willen dat vrouwen op dit terrein actief zijn, waarom heeft Hij dan Debora aangesteld?
-
- Berichten: 1276
- Lid geworden op: 10 mar 2004, 11:54
Richteren 4 & 5.Oorspronkelijk gepost door Lambertus
Mijn Bijbelkennis schiet tekort ! :i
Graag wat uitleg over Debora en waar ik het in de bijbel kan vinden
grazie
Deborah was de enige vrouwelijk richter.
Debora en Barak
4
1 Na de dood van Ehud deden de Israëlieten weer wat slecht is in de ogen van de HEER. 2 Daarom leverde de HEER hen uit aan koning Jabin van Kanaän, die regeerde in Hasor. Diens legeraanvoerder heette Sisera; hij had zijn legerkamp in Charoset-Haggojim. 3 Jabin beschikte over negenhonderd ijzeren strijdwagens en heerste met harde hand over Israël, wel twintig jaar lang. Daarom riepen de Israëlieten de HEER te hulp.
4 In die tijd was een zekere Debora rechter over Israël. Deze Debora, de vrouw van Lappidot, was profetes. 5 Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten haar hun rechtsgeschillen voorleggen. 6 Debora liet Barak, de zoon van Abinoam, afkomstig uit Kedes in Naftali, bij zich komen en zei tegen hem: ‘De HEER, de God van Israël, gebiedt u: “Trek met tienduizend man uit de stammen Naftali en Zebulon op naar de Tabor. 7 Dan zal ik Jabins legeraanvoerder Sisera met al zijn strijdwagens en soldaten laten optrekken tot in het dal van de Kison en hem aan je uitleveren.”’ 8 ‘Als u meegaat, zal ik gaan,’ antwoordde Barak, ‘maar als u niet meegaat, ga ik niet.’ 9 ‘Goed,’ zei Debora, ‘ik zal met u meegaan. Maar let wel, u zult geen eer behalen aan deze veldtocht, want de HEER zal Sisera uitleveren aan een vrouw.’ Zo besloot Debora met Barak mee te gaan op zijn veldtocht naar Kedes. 10 Barak riep de mannen van Zebulon en Naftali onder de wapenen en trok aan het hoofd van tienduizend man naar Kedes op. Debora ging met hem mee.
11 In de buurt van Kedes had een zekere Cheber zijn tenten opgeslagen bij de eik in Saänannim. Deze Cheber was een Keniet die zich had afgescheiden van zijn stamgenoten, nakomelingen van Mozes’ schoonvader Chobab.
12 Sisera kreeg bericht dat Barak de Tabor was opgegaan. 13 Daarom riep hij zijn soldaten onder de wapenen en trok met al zijn negenhonderd ijzeren strijdwagens en zijn hele leger vanuit Charoset-Haggojim op naar het dal van de Kison. 14 Debora spoorde Barak aan: ‘Vooruit! Vandaag levert de HEER Sisera aan u uit. Hij zal voor u uit gaan.’ Toen kwam Barak de Tabor af met tienduizend man achter zich aan. 15 Op het moment dat de manschappen van Sisera Barak zagen verschijnen, zaaide de HEER paniek onder hen en ontstond er grote verwarring. Sisera sprong van zijn wagen en maakte zich uit de voeten. 16 Barak achtervolgde de strijdwagens en de soldaten tot in Charoset-Haggojim. Alle soldaten van Sisera sneuvelden; niet een bleef er in leven.
17 Sisera vluchtte te voet naar de tent van Jaël, de vrouw van de Keniet Cheber, want hij wist dat er een bondgenootschap bestond tussen de familie van Cheber en koning Jabin van Hasor. 18 Jaël kwam hem tegemoet en zei: ‘Kom binnen, heer, kom binnen. Wees niet bevreesd.’ Hij ging bij haar de tent binnen en zij verborg hem onder een deken. 19 ‘Geef me wat water te drinken,’ vroeg hij, ‘ik heb zo’n dorst.’ Jaël opende een melkzak, gaf hem te drinken en dekte hem weer toe. 20 Toen zei hij: ‘Ga in de tentopening staan. Als er dan iemand komt vragen of er een man bij u is, moet u zeggen: “Nee, er is hier niemand.”’ 21 Jaël nam een tentpin en een hamer en sloop de tent binnen. Ze sloeg, terwijl hij daar uitgeput in slaap lag, de tentpin dwars door zijn hoofd de grond in, zodat hij stierf. 22 Op dat moment kwam Barak eraan, op jacht naar Sisera. Jaël ging hem tegemoet en zei: ‘Kom, ik zal u de man laten zien die u zoekt.’ Barak ging met haar naar binnen – en daar lag Sisera, dood, met de tentpin door zijn hoofd.
23 Zo bracht God koning Jabin van Kanaän in zijn strijd met de Israëlieten een zware nederlaag toe. 24 Daarna wist Israël koning Jabin steeds verder terug te dringen, totdat ze hem hadden vernietigd.
5
1 Die dag zongen Debora en Barak, de zoon van Abinoam, dit lied:
2 ‘Loof de HEER, omdat Israël zijn haren dreigend loswierp,
loof de HEER, omdat Israël zich meldde voor de strijd.
3 Koningen en vorsten, luister en hoor toe hoe ik de HEER bezing,
een lied zing voor de HEER, de God van Israël.
4 HEER, de aarde beefde toen u voortschreed vanuit Seïr;
toen u optrok vanuit Edom stortte water uit de hemel en de wolken neer.
5 Voor de heerser van de Sinai wankelden de bergen,
voor u, HEER, u, de God van Israël.
6 Onder Samgar, de zoon van Anat, in de tijd van Jaël,
begaf geen karavaan zich nog op weg.
Wie toch op reis moest, nam de kronkelpaden.
7 Aanvoerders ontbraken, het land kende geen leiding
totdat jij, Debora, kwam en Israël tot leidsvrouw werd.
8 Verkoos men andere goden, dan stond de vijand voor de poorten;
ons leger telde veertigduizend man, maar van schild of speer geen spoor.
9 Loof de HEER!
Ik dank hen die niet aarzelden de strijders aan te voeren.
10 Reizigers, gezeten op gezadelde ezelinnen,
en ook jullie die te voet moeten gaan,
11 overstem met je verhalen het geklets bij de bronnen
en laat ieder bij het drenken zingen van de HEER die overwon,
van de overwinning door zijn aanvoerders voor Israël behaald.
Daar trok het volk van de HEER ten strijde, voorwaarts vanuit de steden.
12 Ga voorop, Debora, vuur ons aan en zing een lied!
Barak, val aan! Grijp de vijand, jij zoon van Abinoam!
13 Daar trokken toen de ware aanvoerders ten strijde,
het volk van de HEER trok met zijn helden op. (5:13) Daar trokken toen de ware aanvoerders ten strijde,/ het volk van de HEER trok met zijn helden op – Volgens sommige handschriften van de Septuaginta. MT (betekenis van het Hebreeuws onzeker): ‘Mogen dan de ware aanvoerders heersen, het volk,/ moge de HEER over zijn helden heersen’.14 Uit Efraïm kwamen zij die in Amalek wonen
en voegden zich bij jou en je verwanten, Benjamin.
Uit Machir kwamen aanvoerders, uit Zebulon de leiders van het leger.
15 Uit Issachar sloten de vorsten (5:15) de vorsten – Volgens de oudste vertalingen. MT: ‘mijn vorsten’.zich bij Debora aan.
Na Issachar kwam Barak; hij ging het volk voor in de vlakte.
Maar de stam Ruben bleef steeds maar overleggen.
16 Wat hield je bij je schaapskooi en het fluitspel van je herders?
Ruben bleef maar overleggen,
17 Gilead kwam de Jordaan niet over, Dan bleef bij zijn schepen,
Aser bleef aan zee en verliet zijn havens niet,
18 maar Zebulon en Naftali waagden hun leven op de heuvels.
19 Daar kwamen de koningen, de stadsvorsten van Kanaän.
Zij streden bij Taänach, bij Megiddo, aan de oever van de stroom,
maar er viel voor hen geen zilver buit te maken.
20 De sterren aan de hemel streden mee tegen de vijand,
zij hadden in hun baan zich tegen Sisera gekeerd.
21 Vorsten werden meegesleurd door het water van de Kison,
de Kison, die aloude en snelstromende rivier.
Ga voort, mijn ziel, ga voort!
22 Dreunend klonk de hoefslag van zijn wegstormende paarden,
van zijn schitterende paarden, in onstuimige galop.
23 Vervloekt zij Meroz, dat de HEER geen hulp bood,
vervloekt! – zo spreekt de engel van de HEER –,
vervloekt zijn inwoners, zij sloten zich niet bij de helden aan.
24 Geloofd zij Jaël, de beste aller vrouwen,
Jaël, de vrouw van Cheber, de Keniet.
Was ooit een tent gezegend met een vrouw als zij?
25 Sisera vroeg om water en zij gaf hem melk te drinken,
room bracht ze hem te drinken, in een rijk versierde schaal.
26 Met één hand vatte ze een tentpin, met de andere een hamer.
Ze dreef de tentpin door zijn slaap, spleet met een hamerslag zijn hoofd.
27 Aan haar voeten viel hij neer, bezweek hij en bleef liggen.
Aan haar voeten bezweek hij, daar viel hij neer.
Waar hij bezweek, daar bleef hij liggen, verpletterend verslagen.
28 Aan haar venster stond zijn moeder, ze tuurde en ze klaagde:
“Waar blijft zijn wagen toch? Klinkt het geratel van de wielen al?”
29 De wijste van haar vrouwen gaf haar antwoord
en zei haar wat zij zelf reeds had bedacht:
30 “Wellicht zijn ze nog bezig om hun schatten te verdelen:
elke man een meisje, of misschien wel twee.
En voor Sisera gekleurde stoffen met borduursel,
stoffen met borduursel waarmee hij zijn schatjes tooit.”
31 HEER, laat zo al uw vijanden ten onder gaan,
en maak wie u liefhebben onstuitbaar als de opgaande zon.’
Veertig jaar had het land rust.
Met je gedachten ergens anders, ben je altijd overal.
Nou, ik denk het niet!! De SGP'ers zijn VEELVULDIG op radio en televisie te zien en te horen. Dat is overigens niets iets nieuws, maar is is iets vanaf midden jaren negentig.... Tja, en alle predikanten toch ongevraagde stemadviezen geven om toch op de SGP te stemmen, de enige partij die bijbelgetrouw zou zijn, terwijl ze wel op tv komen.... Nogal kromOorspronkelijk gepost door Barryvrouw
Sowieso bijzonder dat de SGP meedoet aan een uitzending! Jacobine Geel heeft de primeur!!!

Gr.,