Marieke, als je dat hele artikel leest, en dat vergelijkt met die hele paragraaf van Calvijn, dan is het echt totaal anders.Marieke schreef: Zou ik niet nog eens openbaar komen als een Paulus in z'n eertijds?
Dat is niet om onzekerheid te zaaien. Ik ben ook geen pleitbezorger voor onzekerheid. Als het geloof aan Gods kinderen gegeven wordt, dan hebben ze die onzekerheid ook niet. Op dat moment ervaren ze de hulp ook van de Heere in het bidden. Maar het is ook zo vaak anders. Denk aan een Petrus op de golven. Wat was hij daar een kleingelovige.
En dat is wat ds. Roos zegt. Als je nou altijd denkt dat je bidden kunt en je hebt altijd de gaven om te bidden en je vraagt je nooit eens af of je gebed wel waar is, dan mag je je wel afvragen of het ware genade is.
Bijvoorbeeld dit stuk:
Zij klagen zich aan dat zij niet kunnen bidden zoals het behoort. Zij zien dat door hun zonde de hemel gesloten is. Toch kunnen zij zonder God niet leven en ze zoeken daarom Zijn aangezicht geduriglijk. Waarom? Omdat Gods Geest deze verzuchtingen in hen opwekt om genade af te smeken (Rom. 8:26).
Romeinen 8:26 gaat over gelovigen. En voor gelovigen is de hemel niet gesloten. Nee, ze ze zijn één geworden met de Heere Jezus Christus. Trouwens, ook voor ongelovigen is de hemel niet gesloten. De hemel is nooit gesloten.
Of hier wat ervoor staat:
Arme, geestelijke tobbers die op de leerschool van vrije genade het bidden leren, kunnen hun stamelen niet voor waar bidden houden en leren de grond uit hun bidden verliezen.
Mensen die op de leerschool van vrije genade het evangelie van de Heere Jezus hebben mogen ontvangen, kunnen hun stamelen juist wel voor waar houden. Ook al is er aanvechting en moeilijkheid. Ten diepste weten ze dat "hun Verlosser leeft" en dat de Heere een nieuw begin heeft gemaakt.
Of wordt er hier misschien iets bedoelt dat aan het geloof vooraf gaat? Dan zou er helemaal niets meer van kloppen. Kijk maar naar de citaten uit Romeinen 8. Dat gaat over gelovigen. (Ook de woorden 'weer eens gelovig mogen weten' op het eind duiden er toch op dat het over gelovigen gaat).