Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

[Afgewezen]

De vrijspreking van schuld en straf - waaraan jij refereert - is dus niet meer onvoorwaardelijk daar de zondaar reeds de voorwaarde van geloof en bekering om niet is geschonken.

De vrijspreking wordt aan een ieder die het Evangelie hoort, aangeboden. Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak.
Laten we het niet ingewikkelder maken dan het is.

[Bert Mulder]

Het geloof, of genade, wordt ons niet aangeboden, maar wordt in ons door Hem gewerkt, zonder ons toedoen.

Helemaal mee eens. Als je genade op díe manier bedoelt, wordt ze ons niet aangeboden, maar dat heb ik al een paar posts eerder aangegeven.

Precies. De topictitel is dus ketters.

Nee, dat is hij niet en dat zeg ik ook niet. Je kunt genade nl. ook opvatten als de boodschap van de vrijspraak, de onverdiende genade, zoals die in het Evangelie wordt verkondigd.

zolang je 'genade' en 'boodschap van de vrijspraak' oftewel 'Evangelie' synoniem stelt, heb ik geen enkel probleem met 'onvoorwaardelijk aanbod van genade'. Het Evangelie MOET namelijk aan allen gepredikt worden, waar de Heere de prediking ook zendt.

[Willem]

Hoewel ik dat grotendeels met je eens ben, sluit dat het aanbod niet uit. Door de nodigingen van het Evangelie wordt onze verantwoordelijkheid groter. Er staat immers in de Bijbel: Wendt u naar Mij en wordt behouden en Ik raad u dat gij van Mij koopt, goud, beproeft, komende uit het vuur.

Uiteraard blijft dit volledig staan. Maar deze nodiging, of deze welmenende oproep, die tot allen komt, is een oproep om te komen. En daarvan zegt Hebreeen nu juist dat dit komen onmogelijk zonder geloof.
De nodiging van het Evangelie, de aanbieding van de beloften, komt niet in plaats van het bevel van bekering en geloof! Het is "Bekeert u en Leeft!"
De constatering kan derhalve niet anders zijn dat - en de ervaring wijst dit uiteraard ook uit - dat het "Wendt u naar Mij en wordt behouden" niet in tegenspraak kan zijn met de tekst uit Hebreeen "Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken." want de Schrift kan zichzelf niet tegenspreken.
En dan is de conclusie toch niet anders dan dat het geloof om niet geschonken wordt, dat het niet is degene die wil, noch degene die loopt maar de ontfermende God. De nodiging tot het heil maakt niet het bevel van geloof en bekering overbodig maar is er een voorwaarde van. Zoals de tekst uit de Hebreen toch duidelijk zegt.

ps. Dat is gelijk mijn bezwaar tegen de eenzijdige geciteerde citaten. Het valt niet mee om als net kerkmens te moeten leren dat al mijn bidden, mijn lezen en mijn kerkgang niets anders is dan het valse blaffen van een hond. Dat dit - behoudens een uiterlijke gehoorzaamheid aan het gebod - geen streepje voor oplevert - vergeleken met degenen die aan God nog gebod doen en leven voor het hier en nu in een hedonistische levensstijl.

[Willem]

De vrijspreking van schuld en straf - waaraan jij refereert - is dus niet meer onvoorwaardelijk daar de zondaar reeds de voorwaarde van geloof en bekering om niet is geschonken.

De vrijspreking wordt aan een ieder die het Evangelie hoort, aangeboden. Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak.
Laten we het niet ingewikkelder maken dan het is.

Nee, laten we het idd niet ingewikkelder maken en e.e.a goed blijven onderscheiden!

Volgens bovenstaande zinsnede "Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak." is het zinloos geworden om God om genade te bidden. Want om te kunnen bidden is volgens Paulus in de Hebreeenbrief het geloof noodzakelijk. En jij zegt hier dat dit geloof de vrijspraak al inhoudt. Deze redenering gaat dus niet op. Job deed, deze redenering volgend, overbodig werk toen hij zei in Job 9,15
Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden.

[huisman]

Hoewel ik dat grotendeels met je eens ben, sluit dat het aanbod niet uit. Door de nodigingen van het Evangelie wordt onze verantwoordelijkheid groter. Er staat immers in de Bijbel: Wendt u naar Mij en wordt behouden en Ik raad u dat gij van Mij koopt, goud, beproeft, komende uit het vuur.

Uiteraard blijft dit volledig staan. Maar deze nodiging, of deze welmenende oproep, die tot allen komt, is een oproep om te komen. En daarvan zegt Hebreeen nu juist dat dit komen onmogelijk zonder geloof.
De nodiging van het Evangelie, de aanbieding van de beloften, komt niet in plaats van het bevel van bekering en geloof! Het is "Bekeert u en Leeft!"
De constatering kan derhalve niet anders zijn dat - en de ervaring wijst dit uiteraard ook uit - dat het "Wendt u naar Mij en wordt behouden" niet in tegenspraak kan zijn met de tekst uit Hebreeen "Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken." want de Schrift kan zichzelf niet tegenspreken.
En dan is de conclusie toch niet anders dan dat het geloof om niet geschonken wordt, dat het niet is degene die wil, noch degene die loopt maar de ontfermende God. De nodiging tot het heil maakt niet het bevel van geloof en bekering overbodig maar is er een voorwaarde van. Zoals de tekst uit de Hebreen toch duidelijk zegt.

ps. Dat is gelijk mijn bezwaar tegen de eenzijdige geciteerde citaten. Het valt niet mee om als net kerkmens te moeten leren dat al mijn bidden, mijn lezen en mijn kerkgang niets anders is dan het valse blaffen van een hond. Dat dit - behoudens een uiterlijke gehoorzaamheid aan het gebod - geen streepje voor oplevert - vergeleken met degenen die aan God nog gebod doen en leven voor het hier en nu in een hedonistische levensstijl.

@Willem als jij het niet eens bent met citaten kun je ze eenzijdig blijven noemen maar de vele citaten in dit topic maken duidelijk dat verreweg de meeste reformatoren,nadere reformatoren en puriteinen het onvoorwaardelijk aanbod van genade voorstonden. Echte aanbodontkenners zijn er eigenlijk pas vanaf de negentiende eeuw.

[Willem]

@Willem als jij het niet eens bent met citaten kun je ze eenzijdig blijven noemen maar de vele citaten in dit topic maken duidelijk dat verreweg de meeste reformatoren,nadere reformatoren en puriteinen het onvoorwaardelijk aanbod van genade voorstonden. Echte aanbodontkenners zijn er eigenlijk pas vanaf de negentiende eeuw.

Met het uitoefenen van wat verbaal geweld kan men nu wel pogen e.e.a. de kop in te drukken maar het lijkt me beter om inhoudelijk te reageren. Als met de hier gegeven citaten van Erskine zijn volledige opvattingen zijn verwoord dan zijn deze opvattingen lijnrecht in tegenspraak met de Institutie van Calvijn, boek 1, laatste hoofdstukken over de voorzieningheid en over de wil van God. Vandaar dat dit soort van citatensmijterij niet zo zinnig is.

Ik heb in dit topic niets anders gedaan dan te stellen dat het "aanbod van genade" niet in plaats van het bevel tot bekering en geloof is gekomen, integendeel, dat opvolging van dit bevel juist de voorwaarde is tot de verkrijging van de evangeliebeloften. En hierbij heb ik de Hebreen brief aangehaald. En de opvolging van dit bevel geschiedt door de levendmaking die de Heiligen Geest zonder ons in ons werkt.

[huisman]

Een paar teksten die de kanttekenaars verbonden aan het aanbod van genade aan onbekeerden.

Lukas 19 vers 44
41) den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.

Namelijk in welke u door de predikatie des Evangelies de genade Gods nu wordt aangeboden.

Openbaring 16 vers 9

13) om Hem heerlijkheid

Namelijk in het bekennen van zijn rechtvaardigheid en aannemen van zijn barmhartigheid en genade, die hun wordt aangeboden.

Jesaja 8 vers 15
58) vallen,

Te weten aanlopende en zich stotende aan dien steen. Want dewijl zij de aangeboden genade des Heeren door ongeloof zouden verwerpen, zo zou hun dezelve tot grotere verdoemenis strekken.

Lees en overdenk deze teksten in hun verband maar eens. Onze kanttekenaars waren niet zo bang om te spreken over aanbod van genade aan mensen die onbekeerd waren en zijn gebleven.

[Willem]

Een paar teksten die de kanttekenaars verbonden aan het aanbod van genade aan onbekeerden.

Lukas 19 vers 44
41) den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.
Namelijk in welke u door de predikatie des Evangelies de genade Gods nu wordt aangeboden.
Openbaring 16 vers 9
13) om Hem heerlijkheid
Namelijk in het bekennen van zijn rechtvaardigheid en aannemen van zijn barmhartigheid en genade, die hun wordt aangeboden.
Jesaja 8 vers 15
58) vallen,
Te weten aanlopende en zich stotende aan dien steen. Want dewijl zij de aangeboden genade des Heeren door ongeloof zouden verwerpen, zo zou hun dezelve tot grotere verdoemenis strekken.

Lees en overdenk deze teksten in hun verband maar eens. Onze kanttekenaars waren niet zo bang om te spreken over aanbod van genade aan mensen die onbekeerd waren en zijn gebleven.

Het wordt wel een moeizame discussie zo, want ik ontken het "aanbod van genade" helemaal niet. Zoals je weet ben ik begonnen vanochtend met de tekst uit Hebreen dat het zonder geloof onmogelijk is Gode te behagen. Zie nu het onderstreepte gedeelte in de door jouw geciteerde bovenstaande kanttekening. De aangeboden genade is verworpen - door de genoemden in de kanttekening - omdat de voorwaarde, het geschonken geloof, niet door de Heiligen Geest in hun harten is gewerkt en zij daardoor niet uit de doodstaat - waarin zij zichzelf om eigen schuld hadden gebracht - niet waren levend gemaakt en in hun ongeloof de genade hebben verworpen.

[huisman]

Een paar teksten die de kanttekenaars verbonden aan het aanbod van genade aan onbekeerden.

Lukas 19 vers 44
41) den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.
Namelijk in welke u door de predikatie des Evangelies de genade Gods nu wordt aangeboden.
Openbaring 16 vers 9
13) om Hem heerlijkheid
Namelijk in het bekennen van zijn rechtvaardigheid en aannemen van zijn barmhartigheid en genade, die hun wordt aangeboden.
Jesaja 8 vers 15
58) vallen,
Te weten aanlopende en zich stotende aan dien steen. Want dewijl zij de aangeboden genade des Heeren door ongeloof zouden verwerpen, zo zou hun dezelve tot grotere verdoemenis strekken.

Lees en overdenk deze teksten in hun verband maar eens. Onze kanttekenaars waren niet zo bang om te spreken over aanbod van genade aan mensen die onbekeerd waren en zijn gebleven.

Het wordt wel een moeizame discussie zo, want ik ontken het "aanbod van genade" helemaal niet. Zoals je weet ben ik begonnen vanochtend met de tekst uit Hebreen dat het zonder geloof onmogelijk is Gode te behagen. Zie nu het onderstreepte gedeelte in de door jouw geciteerde bovenstaande kanttekening. De aangeboden genade is verworpen - door de genoemden in de kanttekening - omdat de voorwaarde, het geschonken geloof, niet door de Heiligen Geest in hun harten is gewerkt en zij daardoor niet uit de doodstaat - waarin zij zichzelf om eigen schuld hadden gebracht - niet waren levend gemaakt en in hun ongeloof de genade hebben verworpen.

Dat maakt het aanbod dus niet voorwaardelijk. Het aanbod komt-zoals uit deze kanttekeningen duidelijk blijkt-ook tot onbekeerde en onbekeerd blijvende zondaren. Natuurlijk is het aanbod op zich niet zaligmakend, dat zegt hier ook niemand.
Maar het aanbod van genade mag niet beperkt worden tot b.v. ontdekte zondaren en het aanbod van genade is niet afhankelijk van de vrucht (Zie de gelijkenis van het zaad en de viererlei uitwerking)
Natuurlijk mag een prediking niet bestaan uit alleen het aanbod van genade,ook de weg waarlangs deze aangeboden genade ons deel kan worden moet worden gepreekt .(Wedergeboorte,geloof en bekering) Het werk van de Heilige Geest moet zeker genoemd worden. Hij is het immers die levendmaakt en de zondaar Godskennis ,zelfkennis en Christuskennis leert.
Mij ging het in dit topic over de kramp die sommigen voelen als het over "aanbod van genade" gaat. Wees dankbaar dat dit aanbod er is, onverdiend maar onmisbaar.

[Afgewezen]

De vrijspreking wordt aan een ieder die het Evangelie hoort, aangeboden. Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak.
Laten we het niet ingewikkelder maken dan het is.

Nee, laten we het idd niet ingewikkelder maken en e.e.a goed blijven onderscheiden!

Volgens bovenstaande zinsnede "Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak." is het zinloos geworden om God om genade te bidden. Want om te kunnen bidden is volgens Paulus in de Hebreeenbrief het geloof noodzakelijk. En jij zegt hier dat dit geloof de vrijspraak al inhoudt. Deze redenering gaat dus niet op. Job deed, deze redenering volgend, overbodig werk toen hij zei in Job 9,15
Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden.

En toch is dat de leer van de Reformatie: wie gelooft, die heeft het. Wie op de koperen slang zag, was behouden. Zo eenvoudig is het geloof. Wie gelooft, wéét dat God genadig is. Dus als hij God om genade bidt, is dat een gelovig gebed, waarvan de uitslag niet onzeker is.
Ik geloof trouwens niet dat je de tekst uit Job bij dit onderwerp kunt betrekken. Job wás een gelovige en hier is sprake van een heel specifieke situatie.

[Willem]

Dat maakt het aanbod dus niet voorwaardelijk. Het aanbod komt-zoals uit deze kanttekeningen duidelijk blijkt-ook tot onbekeerde en onbekeerd blijvende zondaren. Natuurlijk is het aanbod op zich niet zaligmakend, dat zegt hier ook niemand.
Maar het aanbod van genade mag niet beperkt worden tot b.v. ontdekte zondaren en het aanbod van genade is niet afhankelijk van de vrucht (Zie de gelijkenis van het zaad en de viererlei uitwerking)
Natuurlijk mag een prediking niet bestaan uit alleen het aanbod van genade,ook de weg waarlangs deze aangeboden genade ons deel kan worden moet worden gepreekt .(Wedergeboorte,geloof en bekering) Het werk van de Heilige Geest moet zeker genoemd worden. Hij is het immers die levendmaakt en de zondaar Godskennis ,zelfkennis en Christuskennis leert.
Mij ging het in dit topic over de kramp die sommigen voelen als het over "aanbod van genade" gaat. Wees dankbaar dat dit aanbod er is, onverdiend maar onmisbaar.

Het aanbod van genade is beperkt tot degenen die geloof hebben. Zoals Paulus in de Hebreeen zegt. Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. En alle andere opvattingen zijn dus onbijbels.

[Willem]

De vrijspreking wordt aan een ieder die het Evangelie hoort, aangeboden. Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak.
Laten we het niet ingewikkelder maken dan het is.

Nee, laten we het idd niet ingewikkelder maken en e.e.a goed blijven onderscheiden!

Volgens bovenstaande zinsnede "Wie gelooft en zich bekeert, heeft de vrijspraak." is het zinloos geworden om God om genade te bidden. Want om te kunnen bidden is volgens Paulus in de Hebreeenbrief het geloof noodzakelijk. En jij zegt hier dat dit geloof de vrijspraak al inhoudt. Deze redenering gaat dus niet op. Job deed, deze redenering volgend, overbodig werk toen hij zei in Job 9,15
Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden.

En toch is dat de leer van de Reformatie: wie gelooft, die heeft het. Wie op de koperen slang zag, was behouden. Zo eenvoudig is het geloof. Wie gelooft, wéét dat God genadig is. Dus als hij God om genade bidt, is dat een gelovig gebed, waarvan de uitslag niet onzeker is.
Ik geloof trouwens niet dat je de tekst uit Job bij dit onderwerp kunt betrekken. Job wás een gelovige en hier is sprake van een heel specifieke situatie.

Dat Job een gelovige was lijkt me idd duidelijk, want de Hebreeen zegt nu juist dat alleen gelovigen tot God kunnen komen. Zoals reeds eerder gesteld is deze hele topic titel dus een onzinnige, totaal misplaatste stelling die gewoon ketters te noemen is. Met allerlei logisch geredeneer leidt dit enkel tot dwalingen en onbijbelse gedachten.
De leer van de Reformatie is dat het geloof rechtvaardigd. Wie op de koperen slang zag was behouden en zonder geloof was het onmogelijk op de koperen slang te zien. Dat geloof en genade onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn wil volgens de Schrift niet zeggen dat ze aan elkaar gelijk zijn.

[huisman]

Dat maakt het aanbod dus niet voorwaardelijk. Het aanbod komt-zoals uit deze kanttekeningen duidelijk blijkt-ook tot onbekeerde en onbekeerd blijvende zondaren. Natuurlijk is het aanbod op zich niet zaligmakend, dat zegt hier ook niemand.
Maar het aanbod van genade mag niet beperkt worden tot b.v. ontdekte zondaren en het aanbod van genade is niet afhankelijk van de vrucht (Zie de gelijkenis van het zaad en de viererlei uitwerking)
Natuurlijk mag een prediking niet bestaan uit alleen het aanbod van genade,ook de weg waarlangs deze aangeboden genade ons deel kan worden moet worden gepreekt .(Wedergeboorte,geloof en bekering) Het werk van de Heilige Geest moet zeker genoemd worden. Hij is het immers die levendmaakt en de zondaar Godskennis ,zelfkennis en Christuskennis leert.
Mij ging het in dit topic over de kramp die sommigen voelen als het over "aanbod van genade" gaat. Wees dankbaar dat dit aanbod er is, onverdiend maar onmisbaar.

Het aanbod van genade is beperkt tot degenen die geloof hebben. Zoals Paulus in de Hebreeen zegt. Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. En alle andere opvattingen zijn dus onbijbels.

Dus onze kanttekenaren zaten er naast. Herhaling van zetten maar je kunt niet blijven volhouden dat het aanbod van genade beprekt is tot diegene die geloof hebben. Het aanbod vraagt wel om geloof maar zelfs als dat geloof uitblijft mag het aanbod niet worden ingeperkt.

Lukas 19 vers 44
41) den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.

Namelijk in welke u door de predikatie des Evangelies de genade Gods nu wordt aangeboden.

Openbaring 16 vers 9

13) om Hem heerlijkheid

Namelijk in het bekennen van zijn rechtvaardigheid en aannemen van zijn barmhartigheid en genade, die hun wordt aangeboden.

Jesaja 8 vers 15
58) vallen,

Te weten aanlopende en zich stotende aan dien steen. Want dewijl zij de aangeboden genade des Heeren door ongeloof zouden verwerpen, zo zou hun dezelve tot grotere verdoemenis strekken.

[Willem]

Dus onze kanttekenaren zaten er naast. Herhaling van zetten maar je kunt niet blijven volhouden dat het aanbod van genade beprekt is tot diegene die geloof hebben. Het aanbod vraagt wel om geloof maar zelfs als dat geloof uitblijft mag het aanbod niet worden ingeperkt.

Het aanbod vraag idd om geloof. Dus het is voorwaardelijk. Het aanbod geld op voorwaarde van geloof. Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden staat er. er staat niet: gij zult zalig worden.

Jesaja 8 vers 15
58) vallen,
Te weten aanlopende en zich stotende aan dien steen. Want dewijl zij de aangeboden genade des Heeren door ongeloof zouden verwerpen, zo zou hun dezelve tot grotere verdoemenis strekken.

Neem dan vers 16 en kantekening 59 ook even mee.
Alleen wanneer beide worden geciteerd doet men het bijbelse evenwicht recht.

"Dit is een vervolg of aanhangsel der woorden Gods, Jes. 8:11, en wat hier staat, dat beveelt God, te weten Christus, de Zoon Gods, den profeet Jesaja. De zin is: Dat de getuigenis en de leer, die God liet verkondigen, aangaande zijne genade en bij name van den Messias, allen goddelozen en ongelovigen als een toegebonden, verzegeld en gesloten boek of brief zou zijn, en alleen van die zou verstaan en aangenomen worden, die als zijn ware discipelen, van Hem inwendig geleerd en verlicht zouden zijn door de kracht des Heiligen Geestes. Zie Jes. 29:11, en Jes. 54:13; Jer. 31:34; Joh. 6:45."

Het aanbod is dus enkel welmenend en onvoorwaardelijk voor degenen die geloof hebben. Voor degenen die het geloof niet bezitten is er geen aanbod. Alleen een bevel! Bekeert u en gelooft het evangelie!

[Johann Gottfried Walther]

Dat maakt het aanbod dus niet voorwaardelijk. Het aanbod komt-zoals uit deze kanttekeningen duidelijk blijkt-ook tot onbekeerde en onbekeerd blijvende zondaren. Natuurlijk is het aanbod op zich niet zaligmakend, dat zegt hier ook niemand.
Maar het aanbod van genade mag niet beperkt worden tot b.v. ontdekte zondaren en het aanbod van genade is niet afhankelijk van de vrucht (Zie de gelijkenis van het zaad en de viererlei uitwerking)
Natuurlijk mag een prediking niet bestaan uit alleen het aanbod van genade,ook de weg waarlangs deze aangeboden genade ons deel kan worden moet worden gepreekt .(Wedergeboorte,geloof en bekering) Het werk van de Heilige Geest moet zeker genoemd worden. Hij is het immers die levendmaakt en de zondaar Godskennis ,zelfkennis en Christuskennis leert.
Mij ging het in dit topic over de kramp die sommigen voelen als het over "aanbod van genade" gaat. Wees dankbaar dat dit aanbod er is, onverdiend maar onmisbaar.

Het aanbod van genade is beperkt tot degenen die geloof hebben. Zoals Paulus in de Hebreeen zegt. Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. En alle andere opvattingen zijn dus onbijbels.

En alle door mij geciteerde oudvaders zijn ook onbijbels?