14 Ende Gode zy danck, die ons alle tijt doet triumpheren in Christo: ende den reuck Sijner kennisse door ons openbaer maeckt in alle plaetsen.
15 Want wy zijn Gode eenen goeden reuck Christi. (2 Kor. 2: 14-15a)
Uit: 'Verzameling van Predikatien' (1681)Ds. P. van der Hagen schreef:'Jezus heeft een reuk van Zich gegeven, daardoor is Hij bekend geworden. In Hooglied 1 vers 13 zegt de bruid dat Hij is een bundelken mirre, dat tussen haar borsten vernacht: namelijk, wanneer Hij met Zijn vertroosting in het midden van alle bitterheden een goede reuk geeft aan de ziel. Zo ook Hoogl. 5:13: De wangen van mijn Liefste zijn als een beddeken specerij, als welriekende torentjes, Zijn lippen als lelien, druppende van vloeiende mirre. Maar nog hier-en-boven Jezus geeft een reuk van Zich, waardoor Hij bekend wordt. 't Is dat dode lichaam, dat door zijn reuk de arenden gelijk tezamen roept, en tot hem doet vergaderen, als dat getoond wordt in Matth. 24:28. Gij weet hoe de arenden op de lucht en reuke van een dood aas komen toevliegen, om daardoor gevoed te worden. Zo ook de Heere Jezus, bijzonder in Zijn vernedering en dood, die ons in Zijn Woord wordt voorgedragen, geeft zulken reuk aan de wereld, dat Hij daardoor bekend wordt als de spijze en voedsel van onze liel, dat wij als geestelijke arenden moeten op die reuk van Zijn lijden en welriekende offeranden komen toevliegen, om door Hem gevoed en gespijzigd te worden.
Maar Paulus noemt de kennis van Christus een reuk, niet alleen omdat Jezus door de reuk bekend wordt, maar omdat daar grote gelijkheid is tussen de reuk en de kennis van Christus in haar werking: Niet dat meer doordringt als de reuk, en minder kan worden uitgesloten. Zo gaat ook de kennis van Christus door tot de verdeling der ziel, en de samenvoegselen des mergs, en oordeelt de gedachten en overleggingen des harten, Hebr. 4:12.
Maakt zich in weerwil van de mensen, openbaar aan de conscientie, en vervult de ziel. De reuk is om het hart te sterken, de mens te verkwikken; riekende dingen gebruikt men om flauwte te voorkomen en te verdrijven. Deze reuk kan een dode levend maken.
....
En die reuk weten wij, is goed, en Gode aangenaam. Wij mogen stinkende zijn bij hen die buiten zijn, onze woorden mogen dikmaals onaangenaam zijn, 't is ons genoeg dat die reuk Gode behaagt, en wij kreunen ons weinig met het oordeel der mensen, waarvan toch hun neus bedorven is.
Gij dankt den Heere uwe God, dat Jezus nog riekt onder ons, dat Hij zulke dienaren geeft, die een goeden reuk Christi zijn. Tracht die reuk te behouden, arbeidt daar naar, dat uwe huizen en uwe harten met dezelve vervuld zijn.
Gij wereldlingen die uwe klederen, uw haar, uw lichaam welriekende maakt, gij stinkt dikmaal in Gods neusgaten: hier is de rechte reuk waarmede gij geheel en al moet geparfumeert zijn. Kent gij Jezus, gij riekt genoeg, weg met wereldse parfumen. Kent gij hem niet, gij moogt van buiten welriekende zijn, van binnen zijt gij stinkende graven vol van verrotting en doodsbeenderen.
Zal die reuk bij ons blijven, laat ons weg doen die stinkende zonden.
Die goede reuk en deze vuile stank die willen niet te samen gaan, zal de kennis van Christus wonen in een hart dat vol is van een vuile stank, van onreine begeerlijkheden? Wil die welriekende Jezus wonen in een stinkend hart? Reinigt, zuivert de ziel, doet weg de stank der zonde, en zo zal deze reuk blijven, en kracht hebben onder ons.
Bidt ook God, dat Hij die meer openbaar wil maken, dat Hij eens de stinkende afgoderij des Pausdoms, de vuile blindheid van het Heidendom, de walgelijke drekgod van de vrije wil, en eigengerechtigheid doet ruimen voor de reuk der kennisse Christi. Dat Hij eens de ganse aarde parfumere, en de gehele wereld met die reuk vervulle.
Bijzonder laat Jezus rieken in u, toon dat gij ook een portie van Zijn welriekende olie hebt, anders draagt gij tevergeefs de naam van Christenen. Laat Zijn Woord en de belijdenis van de waarheid gedurig in uw mond zijn. Dat riekt zo aangenaam al gij bij elkander zijt, en Jezus met eerbiedigheid en devotie in uw mond is, als gij elkander sticht, hoe veel beter past u dat, als de stank van zotternij, achterklap en vuile propoosten. Dan riekt Jezus door u. Anders wordt Zijn Naam en leer stinkende gemaakt.
Laat Hij ook rieken in uwen wandel. Leeft als die door Zijn waarheid geheiligd zijt, en de waarheid zal welriekende zijn. Dat gij zonder woord door uwen goeden wandel die buiten zijt overtuigt, dan riekt Jezus zo krachtig in u, dan toont gij u van de bruid van Christus te zijn, en dat zal Gode zeer aangenaam zijn: de wereld mag u bespotten, de mensen voor vies-hoofden en dwazen aanzien, gij zult Gode welriekende zijn, en wat is dat een grote zaak! Hij zal een behagen nemen in u, Hij zal hoe langer hoe meer vervullen met Zijn Geest en hier na zalig maken.
Amen'