De theologie van de evangelischen

[roseline]

'Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.' Joh. 6:37.

Één harde 'leerstelling' durf ik wel te doen. Mensen zoals omschreven in Heb. 6:4-8 en Heb. 10:26-31 zijn dusdanig verhard dat zij niet meer tot Hem zullen en willen komen. Waarom ik dit kan zeggen? Omdat anders de bijbel in tegenspraak met zichzelf is. Immers, wie tot Hem komt, zal geenszins uitgeworpen worden. Echter, het is onmogelijk om hen, die afgevallen zijn (zoals beschreven in Heb. 6), weder opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij wat hun betreft, zelfs de Christus opnieuw kruisigen! Het gaat hier om een verhard hart, zodanig, dat zelfs het offer van Jezus niet meer voor hen geldt (Heb. 10.). Zij zullen niet meer tot Hem komen, ze verachten in feite het offer.

En wie zegt dat deze mensen, die de Geest van Christus gesmaakt hebben, geheiligd waren door het verbond van het bloed van Jezus, en daarna afgevallen zijn, of die werkelijk behoorden tot de schapen van de goede Herder? Dat kunnen wij pas achteraf zeggen en niet vooruit speculeren. Pas in de hemel zal blijken wie wèrkelijk de schapen waren die aan de goede Herder waren toevertrouwd. Niemand rooft hen uit zijn hand.

Groeten, Rose.