(de Christenreis naar de eeuwigheid)
Toen Christen op weg was naar de enge poort, zonk hij in de poel van moedeloosheid, hij dacht om te komen. Toch werd hij weer opgericht. Zo moeten we ook in de prediking degenen die zich als onmachtig hebben leren kennen bemoedigen en vertellen dat de Heilige Geest vaak op die manier leidt. En inderdaad, vervolgens wijzen op Hem.
'Open brief'
Op het inmiddels befaamde bandje over de Marrow-men (sorry hoor, het is gewoon een goed bandje!) hoorde ik het volgende stukje.
Spurgeon vertelde het volgende (staat ook in een van zijn boeken, dus als ik het ongelukkig vertaal, mijn excuses):
Er was een jonge man die zendeling wilde worden. Deze jonge man was niet dom, en dus besloot hij zendeling in zijn eigen stad te worden, zodat hij niet zo ver weg hoefde, en de nood was groot.
Dus begon hijmeteen. Hij liep op een vrouw af met een grote mand met vis op haar rug.Hij zei" ik zie dat u een last hebt, maar hebt u ook een andere klast, een geestelijke last?" "Ah" zei ze, " Bedoel je een last zoals de Christen in Christenreis? Well, jongeman, dan kan ik je dit vertellen: die last ben ik al jaren kwaijt, nog voor dat jij geboren was!" "Maar", ging ze verder " de predikant die ik had wasverstandiger dan de Evangelist in Bunyan's boek. Hij wees mij niet op de enge poort, maar regelrecht naar het kruis waar ik mijn last kwijtraakte." De jonge man vroeg, een beetje verschrikt:" Maar bent u dan niet door de poel van Wanhoop heen gekomen?" "Ah, zeker wel";, zei de vrouw "maar ik kan je dit vertellen dat het heel wat gemakkelijker is om door de modderpoel heen te komen ZONDER last... Als die Evangelist dat nu ook had gedaan had Christen niet zoveel moeilijkheden gehad!"
Spurgeons commentaar was, dat hij het met die vrouw eens was. We moeten wijzen op het kruis...Maar, zei hij, als Bunyan schreef wat MEESTAL de ervaring was, ja, dan had Bunyan gelijk... Maar als hij schreef wat de ervaring zou Moeten zijn...well, de Bijbel wijst ons op de Christus, moeten wij het dan anders doen, en wijzen op de weg..?
Spurgeon vertelde het volgende (staat ook in een van zijn boeken, dus als ik het ongelukkig vertaal, mijn excuses):
Er was een jonge man die zendeling wilde worden. Deze jonge man was niet dom, en dus besloot hij zendeling in zijn eigen stad te worden, zodat hij niet zo ver weg hoefde, en de nood was groot.
Dus begon hijmeteen. Hij liep op een vrouw af met een grote mand met vis op haar rug.Hij zei" ik zie dat u een last hebt, maar hebt u ook een andere klast, een geestelijke last?" "Ah" zei ze, " Bedoel je een last zoals de Christen in Christenreis? Well, jongeman, dan kan ik je dit vertellen: die last ben ik al jaren kwaijt, nog voor dat jij geboren was!" "Maar", ging ze verder " de predikant die ik had wasverstandiger dan de Evangelist in Bunyan's boek. Hij wees mij niet op de enge poort, maar regelrecht naar het kruis waar ik mijn last kwijtraakte." De jonge man vroeg, een beetje verschrikt:" Maar bent u dan niet door de poel van Wanhoop heen gekomen?" "Ah, zeker wel";, zei de vrouw "maar ik kan je dit vertellen dat het heel wat gemakkelijker is om door de modderpoel heen te komen ZONDER last... Als die Evangelist dat nu ook had gedaan had Christen niet zoveel moeilijkheden gehad!"
Spurgeons commentaar was, dat hij het met die vrouw eens was. We moeten wijzen op het kruis...Maar, zei hij, als Bunyan schreef wat MEESTAL de ervaring was, ja, dan had Bunyan gelijk... Maar als hij schreef wat de ervaring zou Moeten zijn...well, de Bijbel wijst ons op de Christus, moeten wij het dan anders doen, en wijzen op de weg..?
Je gaat niet in op mijn teksten, Refojongere.Origineel geplaatst door Refojongere
Kijk, nu begin je jezelf toch wel openbaar te maken.
Je zegt: Als wedergeboren mens mag je zeggen: Ik heb gezondigd, maar dat was voor mijn bekering. Daarna heb ik NOOIT meer gezondigd. Waarom dan nog vergeving vragen van de schuld elke dag?
Er is een evengroot verschil tussen 'zondigen' en 'datgene doen wat je niet wenst, het kwade' als tussen 'je aansluiten bij de vijand' en 'krijgsgevangen genomen worden door de vijand.' En er is een evengroot verschil tussen 'zondigen' en 'datgene doen wat je niet wenst, het kwade' als tussen 'een werker der wetteloosheid zijn' en 'je verlustigen in Gods wet'.
Elke soldaat die krijgsgevangen genomen wordt is een schuldenaar.
Maar die soldaat is niet de vijand, maar zijn Koning iets verschuldigd.
Derhalve ben ik een schuldenaar, maar niet van het vlees om naar het vlees te leven. Rom. 8:12.
Wat is een soldaat zijn Koning verschuldigd?
Ik ben mijn Koning verschuldigd om ten bloede toe weerstand te bieden tegen de zonde Heb. 12:4 en om hulp en kracht te vragen te gelegener tijd Heb. 4:16 zodat ik overwin. Dát ben ik mijn Heer verschuldigd. Dat is iedere soldaat zijn Koning verschuldigd in oorlogstijd.
Als ik onoplettend, onwaakzaam ben geweest, of iets heb geprobeerd in eigen kracht, dan word ik door zijn Geest getuchtigd als een kind van Hem - Heb. 12. En neem ik mij voor om méér waakzaam te zijn. En dan bid ik Hem om mij te reinigen van alles wat mij belemmert in die strijd. Dát ben ik God verschuldigd!
En ik ben héél vaak tekort geschoten in dat 'ten bloede toe weerstand bieden' - ik heb alles zo vaak in eigen kracht geprobeerd! En dat gebeurt elke dag. Ik vergeet zo vaak dat ik kon bidden om kracht. Ik ben zo vaak onoplettend waardoor de werking des lichaams al naar buiten treedt en ik achteraf denk: dat was niet goed. Dat was het kwade. MAAR: ik wens het niet. Ik heb er een afkeer van! Ik verlustig mij naar de inwendige mens immers in Gods wet! En dáár heeft Paulus het over in Romeinen 7!
Is dat de zonde doen? Paulus noemt het niet zo. De zonde in mijn vlees bewerkt het, maar het is géén zonde doen, dat is immers de wetteloosheid doen, dat is bewust toegeven aan mijn begeerte in de verzoeking tot zonde - terwijl ik mij er niet bewust van was dat er een verzoeking was, ik heb de vijand niet zien aankomen, bovendien verlustig ik mij in Gods wet, ik ben met mijn verstand/gemoed dienstbaar aan die wet - hoe zou ik dan de wetteloosheid kunnen doen?
Nogmaals:
Ik zeg: een ieder die zondigt, doet de wetteloosheid, en de zonde Ãs wetteloosheid - precies de bewoordingen die Johannes ook gebruikt.
Ik zeg: een uit God geboren mens doet geen zonde - precies de bewoordingen die Johannes ook gebruikt.
Ontkennen heeft dan weinig zin.
Nogmaals de vraag: Wat zegt de bijbel over het begrip 'zondaar'?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 14/11/02 door roseline]
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Beste voorbijganger,
Hoe mooi het stukje van Wisse ook kan wezen, ik blijf er moeite mee houden. Trouwens, van wie was dat laatste stuk?
Nee, heel de Schrift, dat heb ik ook geschreven in een andere topic wijzen heen naar Christus. Nooit en te nimmer zal de Schrift wijzen op een weg, wel wijst de Waarheid op Zichzelf zeggende: Ik ben de Weg!
Hoe mooi het stukje van Wisse ook kan wezen, ik blijf er moeite mee houden. Trouwens, van wie was dat laatste stuk?
Nee, heel de Schrift, dat heb ik ook geschreven in een andere topic wijzen heen naar Christus. Nooit en te nimmer zal de Schrift wijzen op een weg, wel wijst de Waarheid op Zichzelf zeggende: Ik ben de Weg!
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Beste Voorbijganger,
Zelf heb ik de Al de Werken van R en E Erskine uitgegeven door de Banier. Ik kan dit citaat echter niet vinden. Welke uitgave heb jij?
Groeten
Zelf heb ik de Al de Werken van R en E Erskine uitgegeven door de Banier. Ik kan dit citaat echter niet vinden. Welke uitgave heb jij?
Groeten
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Voorbijganger, dit citaat kan ik wel vinden, echter mij ging het om het citaat van de drenkeling. Dit was toch zeer wezenlijk over onze discussie. Jij sprak namelijk over deweg terwijl ik wil wijzen naar De Weg."Hoe kan ik mij in zijnen naam beroemen, dewijl ik vrees, dat ik de naam van God in CHRISTUS niet ken; want ik ben onvernuftiger dan iemand, en ik heb geen menschenverstand; ik heb geene wijsheid geleerd, noch de wetenschap der heiligen gekend"?
Ik antwoord: Indien dit waarlijk de oefening van uwe ziel is, zoo is zulks een klaar bewijs, dat gij in de school van CHRISTUS zijt geweest; want de zelfverloochening is de eerste les, die Hij aan al zijne leerlingen leert. Zoodra de naam van CHRISTUS aan eene ziel geopenbaard wordt, dan verdwijnt haar eigen naam, hare eigene kennis, genietingen, geregtigheid, sterkte en alles uit haar gezigt, gelijk de blinkende sterren des hemels, wanneer de zon opgaat: het eigen ik verbergt zijn hoofd, wanneer CHRISTUS in de ziel komt. lndien dan het gevoel van deze uwe onkunde van den naam van CHRISTUS, gepaard gaat met eene ernstige begeerte en verlangen der ziel, om meerdere kennis van dezen naam te ontvangen, zoo is dat een teeken dat gij dien kent, en zoo zult gij vervolgen om Hem te kennen, want zijn uitgang is bereid als de dageraad ," Micha, 6: 3. En daarom zeg ik: verheugt en beroemt u in dezen naam."
Kun je dit verduidelijken?
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Gelukkig ben je wel eerlijk Voorbijganger. Nee zeker is ons 'probleem' niet opgelost.
Toch wil ik je eens wat vragen. Denk je dat de zondaar die bidt tegen een koperen hemel en die zichzelf moet mishagen vanwege zijn zonde, omdat hij door Gods Geest overtuigd is, denk je dat die zondaar er bij gebaat is om te zeggen 'je bent op de weg?' Komt de vervolgvraag is hij dan gebaat bij het wijzen op 'De Weg'. God heeft bepaald wanneer Hij de zondaar zal trekken tot Zijn lieve Zoon, maar doet dat meestal door het gebruiken van Zijn Zoon, zie bv. 'en terstond predikte hij de Christus'
Toch wil ik je eens wat vragen. Denk je dat de zondaar die bidt tegen een koperen hemel en die zichzelf moet mishagen vanwege zijn zonde, omdat hij door Gods Geest overtuigd is, denk je dat die zondaar er bij gebaat is om te zeggen 'je bent op de weg?' Komt de vervolgvraag is hij dan gebaat bij het wijzen op 'De Weg'. God heeft bepaald wanneer Hij de zondaar zal trekken tot Zijn lieve Zoon, maar doet dat meestal door het gebruiken van Zijn Zoon, zie bv. 'en terstond predikte hij de Christus'
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini