Marijn_M schreef: ↑12 aug 2025, 16:32
Valcke schreef: ↑09 aug 2025, 18:18
Een paar eenvoudig berijmde verzen uit Psalm 25:
12 Wie is de man die in eenvoud
de HEERE vreest in al?
Hij zal hem leren van de weg
die hij verkiezen zal.
15 Mijn ogen zijn gedurig op
de HEER', op Hem ik let,
want Hij is het Die zeker voert
mijn voeten uit het net.
20 Bewaar mijn ziel, red mij, verlos,
laat mij niet zijn beschaamd;
want ik, o HEER', vertrouw op U,
Die mij toch nooit verlaat.
Mooi. Ook dat het woordje gedurig er in staat. Mijn blik is onafgebroken gericht op Gd, net zoals het vuur op het altaar nooit mocht uitgaan.
Dank je wel, Marijn_M. Ik ben blij dat je deze erg letterlijke berijming kan waarderen.
Het lukt niet altijd om de 2e en 4e regel te laten rijmen (volledig of op basis van binnenrijm), maar dat is ook niet per se erg.
Het doel voor mij is om zo dicht mogelijk bij de onberijmde tekst te blijven en dan toch de psalm te kunnen zingen (op basis van de melodieën van het Schots psalter).
Mogelijk dat ik later (D.V.) nog tot online publicatie van een reeks psalmen overga, dat laat ik nu even open.
Hieronder alle verzen vanaf vers 11:
11 Omwille van Uw Naam, o HEER’,
zo smeek ik U alleen,
vergeef mijn ongerechtigheid,
want die is groot en veel.
12 Wie is de man die in eenvoud,
de HEERE vreest in al?
Hij zal hem leren van de weg
die hij verkiezen zal.
13 Zijn ziel verblijft en overnacht
in ’t goed dat Gij hem geeft,
en ook zijn zaad na hem beërft
de aard’ en wat zij heeft.
14 Voor ieder die de HEERE vreest,
is Zijn verborgenheid,
en Zijn getuig’nis en verbond,
die maakt Hij hun bekend.
15 Mijn ogen zijn gedurig op
de HEER’, op Hem ik let,
want Hij is het Die zeker voert
mijn voeten uit het net.
16 O wend U toch tot mij, o God,
zie op mij in genâ,
want ik ben eenzaam en alleen,
ellendig hoe ik sta.
17 Benauwdheên van mijn hart zijn groot,
o voer mij uit mijn nood,
18 zie mijn ellende en mijn moeit’,
neem al mijn zonden weg.
19 Zie toch mijn vijanden, zij zijn
vermeerderd en zo veel,
zij haten mij ook met een haat
van boosheid en geweld.
20 Bewaar mijn ziel, red mij, verlos,
laat mij niet zijn beschaamd;
want ik, o HEER’, vertrouw op U,
Die mij toch nooit verlaat.
21 Laat mij behoên d’ oprechtheid zeer,
want U ik steeds verwacht.
22 O God, verlos uit al b’nauwdheên
Uw Isrel door Uw kracht.