Maar... zijn we niet allemaal (van nature) zulke rijken? Ik dacht het wel. Dit gaat niet over natuurlijke rijkdom.
Nu zou ik toch denken dat u het hier ook mee eens bent.
Maar... zijn we niet allemaal (van nature) zulke rijken? Ik dacht het wel. Dit gaat niet over natuurlijke rijkdom.
Lees Markus 10 : 24 over welke rijken het gaat (die op het goed hun betrouwen zetten) en nog belangrijker lees Mattheüs 19 : 26
Een Mercedes A140GG links schreef: ↑23 dec 2024, 20:03Van mij niet hoor. Ik rij zelf 15.000 km per jaar in een nieuwe Mercedes. En ik ga een heerlijk 7 gangen diner nuttigen in een goed restaurant op 1e kerstdag. Dus een ieder moet lekker doen waar hijzelf zin in heeft.
Zonder voorruitverwarming?MGG schreef: ↑23 dec 2024, 22:33Een Mercedes A140GG links schreef: ↑23 dec 2024, 20:03Van mij niet hoor. Ik rij zelf 15.000 km per jaar in een nieuwe Mercedes. En ik ga een heerlijk 7 gangen diner nuttigen in een goed restaurant op 1e kerstdag. Dus een ieder moet lekker doen waar hijzelf zin in heeft.?
Nee, daar ben ik het in ieder geval in het geheel niet mee eens. Dat gaat echt over natuurlijke rijkdom. Die tekst is mijns inziens op geen enkele manier anders uit te leggen zonder dat je de Bijbel laat buikspreken.
Het gaat erover dat we van nature allemaal meer aan het aardse verkleefd zijn, wat de mens kan verhinderen om door dar nauwe oog te gaan. Onze verkleefdheid aan het aardse is immers niet zelden een verhindering. En niet van Gods kant vanzelf, maar het is wel vaak de praktijk, en juist uit de alledaagse praktijk leerde de Heere Jezus dit. Hoe bedoelt u dan dat ik nu de Bijbel laat buikspreken? Of beter gezegd, u zegt in feite dat ik de Heere Jezus (nota bene!) laat buikspreken? Want wat was Zijn doel en de betekenis van deze gelijkenis? Van dit exempel, van dit voorbeeld?DDD schreef: ↑23 dec 2024, 22:49Nee, daar ben ik het in ieder geval in het geheel niet mee eens. Dat gaat echt over natuurlijke rijkdom. Die tekst is mijns inziens op geen enkele manier anders uit te leggen zonder dat je de Bijbel laat buikspreken.
Wat het is weet ik niet, maar hier klopt toch iets niet.DDD schreef: ↑23 dec 2024, 23:10 Dat zeg ik inderdaad. Daarom reageer ik er ook op.
Zijn doel was om aan de discipelen uit te leggen dat aardse rijkdom in de wereld wel voornaamheid geeft, maar in het koninkrijk van God alleen maar ballast is. Omdat het eenvoudig afleidt van waar het in het leven werkelijk om gaat.
Het gaat om mensen die bezit hebben. En inderdaad kan dat bij wijze van spreken ook over intellectueel bezit gelden, of bij andere talenten ook opgaan. Maar het staat in de bijbeltekst zelf heel duidelijk in het verband van materiele rijkdommen.
Dit is u al uitstekend gelukt! Niemand kan dat beter dan u! Dank u voor uw compliment
Ik vind overigens dat mensen die op zo'n essentieel onderdeel de boodschap van Jezus figuurlijk nemen, ook geen recht van spreken hebben als ze vinden dat dr. Huijgen de bijbelteksten over andere, minder veelvoorkomende onderwerpen, wat minder letterlijk toepast.27 Overmits God ook des rijken hart van het vertrouwen op de rijkdommen kan aftrekken, en met het geloof in Christus en met een nederig hart begiftigen.
Maar mijn lieve kind, begrijp je nu nog niet dat ik niets anders bedoel. Oké u kunt vallen over de manier van uitdrukken, maar wellicht bent u nog wat te jong om dit te begrijpen. Vraag het maar eens aan wat oudere mensen.DDD schreef: ↑23 dec 2024, 23:24 Dat lijkt me ook.
Behalve dan dat je wellicht nog de kanttekeningen bij de Statenvertaling zou kunnen citeren, die dezelfde uitleg geven als ik, namelijk dat het gaat om mensen die vertrouwen op hun aardse rijkdommen, en zeggen:
27 Overmits God ook des rijken hart van het vertrouwen op de rijkdommen kan aftrekken, en met het geloof in Christus en met een nederig hart begiftigen.
Lieve vriend,DDD schreef: ↑23 dec 2024, 23:30 Nee. Dat begrijp ik zeker niet.
Je schreef:
"Dit gaat niet over natuurlijke rijkdom."
Dat is overduidelijk onjuist.
Jezus heeft het hier uitdrukkelijk en in de eerste plaats over natuurlijke rijkdom. Want dat was namelijk de zonde van de rijke jongeman, dat hij meer hechtte aan zijn bezittingen dan aan het dienen van God.