Brakel leert niet hetzelfde als Kuyper. Dat zeggen andere theologen met mij. Het moet toch te denken geven dat jij daar alleen in staat.DDD schreef: ↑06 nov 2024, 00:10De leer van de veronderstelde wedergeboorte gaat ervan uit dat je wel veronderstelt dat alle gedoopten wedergeboren zijn, maar zonder de mening toegedaan te zijn dat het ook zo is. Het gaat erom dat je doet alsof, (bijvoorbeeld) omdat je het mag verwachten.Refojongere schreef: ↑05 nov 2024, 23:43 DDD,
Goed, nu hebben we het niet meer over Brakel, maar over wat Kuyper leerde. Men zou vanuit de GB en CGK tegen een karikatuur hebben gevochten. Je komt met een wiki citaat over de synode van 1905 die enerzijds de veronderstelde wedergeboorte onderschrijft en het tegelijkertijd ontkracht doordat we juist niet moeten veronderstellen dat alle kinderen wedergeboren zijn. Vreemd.
Ad fontes. Kuyper leerde dit:
"Doop dus waar wedergeboorte is; en wedergeboorte is denkbaar zowel in een pasgeboren baby als in een grijsaard van tachtig jaren. En aan deze twee nu voegen we als derde stelling dit toe: Noch bij de volwassene, noch bij het kind heeft de kerk, die de heilige Doop moet toedienen, ooit wiskundige zekerheid, dat de zich aanbiedende of aangeboden persoon metterdaad wedergeboren zij. Verder dan tot vermoeden, gissing of veronderstelling komt de kerk nooit."
We weten het niet, dus we veronderstellen het. Hoe voed je dan een kind op?
Je stelt dat Kuyper niet echt geloofde in wedergeboren kinderen, maar dat het slechts theoretisch was. Maar die theorie heeft ervoor gezorgd dat iedereen maar moest geloven dat als een verondersteld wedergeboren kind netjes in het spoor liep dat het dan wel goed kwam. In bijna geen enkele gereformeerde kerk wordt nog verteld dat mensen wederom geboren moeten worden, nu niet maar ook 50 jaar geleden niet. Levensgevaarlijke leer dus.
Het bovenstaande citaat van Kuyper had Brakel mijns inziens zo kunnen schrijven. En alle stichtelijke bevindelijkheden van prof. Van de Schuit, die óók prima bij Brakel passen, zijn voor Brakel daarmee niet in tegenspraak, voor zover ik nu kan beoordelen.
Je laatste alinea is nog suggestiever dan de artikelen van prof. Van der Schuit. Het is ook onzin. Dat is nooit de leer van Kuyper of de Gereformeerde Kerken geweest. En wat betreft de Gereformeerde Kerken nu, ook dat is niet waar. Er zijn heel wat gereformeerde kerken binnen de PKN waar wedergeboorte wel aan de orde komt, maar ik geef onmiddellijk toe dat het niet zo geproblematiseerd wordt als in bevindelijk gereformeerde kringen. Dat staat los van de veronderstelde wedergeboorte, dat zie je duidelijk bij Brakel. En trouwens ook in evangelische kringen, waar men ook niets van een veronderstelde wedergeboorte moet hebben, voor zover ze enig idee hebben wat het inhoudt.
Daarnaast noem je het suggestieve onzin wat ik zeg over de prediking in de Geref kerken. Ik haal een citaat aan uit nota bene 1957:
https://www.digibron.nl/viewer/collecti ... ced7d88e37Bij ons zegt men: In de Geref. Kerken wordt iedereen zalig. Zo wordt het gepredikt ook. Als men maar in de Geref. kerk gedoopt is en meegenomen naar de kerk en geen bijzonder kwaad heeft gedaan en wel belijdenis gedaan op de gepaste leeftijd, dan is men een christen en als men jong of oud sterft heet het steevast: in de hope des eeuwigen levens. De advertenties in de kranten vertellen het iedereen, dat het haast niet mogelijk is om als lid der Geref. Kerken verloren te gaan. Men houdt daar dan ook een historisch geloof voor een waar zaligmakend geloof. Wat het is een verloren zondaar voor God gemaakt te worden, daar weet men niet van. Over ellende wordt niet gepreekt. Het zijn allemaal gelovige, bekeerde wedergeboren mensen. De ouders moeten het er zelfs voor houden, dat hun kinderen wedergeboren zijn. Het is daar alles maar een ingebeelde hemel.
En:
Dienaangaande schreef mij een ander lid der Gereformeerde Kerk. Hij schreef: , , In de Geref. Kerken wordt gemist de prediking der rechte bekering; de rechte waarschuwing voor de eeuwigheid; de noodzakelijkheid van de vereniging met Christus; de onmisbaarheid van de kennis der ellende; dat ieder mens van dood levend gemaakt moet worden