Dit deed me denken aan iets wat ik nog niet zo lang geleden gelezen had. Na even zoeken vond ik het. In een artikel van het RD van 14 nov. 2015 stond de volgende zin.... En... de kerk slaapt, met de dwaze maagden. Al is er onderscheid, het wordt
niet meer zo gezien. De felle tegenkanting aangaande de bevindelijke leer,
dat merkte de dominee ook op, is een bewijs dat we te vrezen hebben dat God de
kandelaar uit dit land gaat wegnemen. [...] En dat zien we niet alleen hier maar over het gehele land en in vele kerken, ook daar waar de bevindelijke prediking nog van de kansel mag klinken. ...
Drs. Arie van der Knijff presenteert een poster over zijn onderzoek naar bevindelijke preken.
Even los van de GG (dus GG Bashers wegblijven alsjeblieft) denk ik dat hier inderdaad een probleem is die heel breed in de reformatorische gezindte aanwezig is. Dat in de preken zaken juridisch worden uitgewerkt. Dus stelselmatig verklaard. Terwijl in het ene kerkverband de afstand in de beleving tussen wedergeboorte en rechtvaardiging steeds breder wordt gemaakt, wordt in andere kerkverbanden het aspect wedergeboorte en rechtvaardiging compleet niet meer genoemd en behandeld en draait het daarom alleen maar 'je moet het geloven'. Ook zie je meer en meer het aspect van vertrouwen op je gevoel en ervaring terug komen.Van der Knijff doet promotieonderzoek bij prof. Immink over gedrukte preken in de Gereformeerde Gemeenten na het jaar 2000.
Enkele van zijn resultaten: de focus in deze preken ligt sterk op de gevallen staat van de mens; de verzoening wordt juridisch uitgewerkt; predikanten benaderen de Vredesraad niet als metafoor maar als –juridische– realiteit; er is een afstand in de beleving tussen wedergeboorte en rechtvaardiging en er ligt een sterk accent op zelfonderzoek.
De overeenkomst tussen beide zaken zit er in dat de mens centraal komt te staan en de Heere op de tweede plaats komt. Is mijn waarneming t.a.v de ontwikkeling in de HELE reformatorische gezindte correct?