Gelezen (geloofsopbouwend)

Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Het is geen gemakkelijke zaak om aan Gods rechtvaardigheid vanwege de zonde voldoening te geven, en om de wegneming van de toorn en vloek, die de mensen door de zonde over zichzelf heen gehaald hebben, tot stand te brengen. Offergaven van stieren en bokken, en duizenden van rammen en tienduizenden van oliebeken kunnen het niet tot stand brengen. (Micha 6:7). Daarom heeft de Heere in Zijn wijsheid het middel tot verzoening uitgevonden, en in Zijn afdalende liefde en genade heeft Hij bepaald dat Zijn Zoon, Zijn Metgezel, als een onbevlekt Lam een zondoffer zou zijn om de zonden van Zijn uitverkoren wereld weg te nemen. Dit is de grote zaak die wij moeten bedenken betreffende de dood van Christus, Die Zichzelf hierin tot een offer voor de zonde gesteld heeft, en Die tussengetreden is om aan de Goddelijke rechtvaardigheid te voldoen, opdat wij hierdoor vergeving van zonden ontvangen kunnen.

Redenen om aan mensen de noodzakelijkheid van de gebruikmaking van Christus’ offerande voor te houden:

Als mensen niet onder de zonden zouden liggen, en niet aan de toorn onderworpen waren, of als er nog een ander middel was om aan de vloek en de toorn van God te ontkomen, dan zou er zulk een noodzakelijkheid niet zijn. Maar aangezien dat er niets anders is dat de zonde kan wegnemen, zo is er een absolute noodzakelijkheid om ernstig gebruik te maken van, en om een aandeel te hebben in dit offer voor de zonde.

1. Het merendeel van de mensen in de wereld, en zelfs van degenen die dit Evangelie horen, maken geen gebruik van dit offer voor de zonde, hoewel zij op een zekere manier overtuigd zijn dat zij zondaars zijn. En toch zijn er onder deze mensen velen die nooit gebruikmaken van Christus en van Zijn offerande om hun zonden weg te nemen, om Gods toorn te stillen, en om zich met God te verzoenen. Velen gaan onder het Evangelie verloren, die met hun mond dit enige offer wel erkennen, en zeggen dat dit offer alleen de zonde wegneemt.

2. We zullen nauwelijks iemand vinden, die wil erkennen dat hij geen gebruik van Hem maakt. De mensen zullen er spoedig van overtuigd zijn dat overspel zonde is, dat dronkenschap en schending van de sabbat zonden zijn, dat afdwalende gedachten in de plichten van de godsdienst zonden zijn, en dat zij er schuldig aan staan. Maar het is niet gemakkelijk om hen ervan te overtuigen dat zij schuldig staan aan de zonde van niet gebruik te maken van Christus en Zijn offerande. Ja, zij zijn zo verwaand vanwege een goede mening over zichzelf, dat zij om zo’n beschuldiging zullen lachen.

3. Bedenk hoe droevig de teleurstelling voor zondaars op de dag des oordeels zal zijn, wanneer zij ertoe gebracht worden om te erkennen dat zij geweten hebben dat er geen andere naam onder de hemel gegeven was waardoor zondaars konden zalig worden, dan de Naam van Jezus, en dat zij Hem toch geminacht en verworpen hebben. Denkt u eraan dat het uitspreken van het vonnis op déze grond zal zijn, of u al dan niet tot Jezus Christus gevlucht bent en van Zijn offerande gebruikgemaakt hebt?

Wat is het om van Christus’ offerande gebruik te maken? (hierover in de volgende schatgraven).


Auteur: James Durham (1622-1658)
Titel: Christus gekruist of het merg van het Evangelie, Pg. 526-529
Uitg.: Den Hertog
ISBN: 9789033131783


Bron: Schatgraven Nieuwsbrief
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
refomart
Inactief
Berichten: 284
Lid geworden op: 17 dec 2022, 10:33

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door refomart »

Het licht in de duisternis

Maar al is het ook, dat de duisternis het schijnsel van het Licht gezien heeft, en derhalve van dit Licht spreken kan, moet ik mij daarom bij haar voegen?
Zo zou ik evenmin tot het Licht komen, als zij tot het Licht komt.
Moet ik, omdat de zon in de donkere woningen schijnt, haar in deze woningen zoeken?
Moet ik niet, om de zon te genieten, in het licht der zon, moet ik niet in de vrije lucht blijven?

Het gaat met de duisternis zoals met de bewoners van de huizen; als de zon helder schijnt, dan maken zij de luiken toe, opdat de zon hun schone meubelen niet bederve.
Zo doet de duisternis ook, zij sluit spoedig haar luiken toe, wanneer het Licht maar wat helder in haar schijnt, opdat het Licht hare goddeloze dingen niet als goddeloos bestraffe, niet aan den dag brenge, er niet een eind aan make. Aan het gedrag van de duisternis, al neemt zij ook veel schone woorden aangaande het Licht in de mond, kan men wel zien en horen, dat zij duisternis en dwaling is.

Evenzo kan men aan het Licht wel zien, dat het Licht en Waarheid is; want al wat openbaar maakt, is licht.
Al schijnt ook het Licht in de duisternis, zo heeft toch God het Licht van de duisternis gescheiden, en Hij noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Daarbij blijft het.
De werken der duisternis kunnen de stralen van de Zon der gerechtigheid niet in zich opnemen, kunnen ze niet vasthouden.

Dit is u nog eens gezegd:
- opdat gij in het Woord blijft, in het Woord, Hetwelk in den beginne was, in Christus, de Zon van uw gerechtigheid.

- opdat gij u niet voegt bij de duisternis, voorgevende, dat de duisternis toch ook van Christus, het Licht, spreekt; want zij zal, al spreekt zij er van, nooit een licht in de Heere worden; want zij wil van haar werken niet afstaan.


Dr. H.F. Kohlbrugge
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Wat het is om van Christus’ offerande gebruik te maken.

Een verklaring hiervan aan de hand van de zinnebeeldige offeranden die er onder de wet waren.

1. Een grondige overtuiging van ons onderworpen zijn aan Gods rechtvaardigheid vanwege de zonde en een volstrekte onbekwaamheid en onmacht in onszelf om voor de zonden te voldoen. Dus legden zij, die de offerande tot de priester brachten, hun hand op het hoofd van het offerdier, waardoor zij erkenden dat zij de dood verdiend hadden. Zo is dan tot een ware gebruikmaking van Christus’ offerande vereist, dat wij een levendig gevoel hebben van wat de zonden verdiend hebben en dat we een grondige overtuiging hebben van de leegheid van alle andere middelen.

2. Een gelovig zien op de instelling en ordinantie van God Die deze offerande heeft ingesteld tot het middel van verlossing van zondaars. Het zien op de instelling van deze offerande is de grond die ons leidt tot het ware verstaan van Christus’ lijden, en het is een rechtsgrond voor ons geloof in de gebruikmaking van deze enige offerande die de zonde wegneemt en de toorn afkeert.

3. Wanneer God hen vanwege hun schuld vervolgde, en tot hen als het ware zei: ‘Ik wil van u betaling hebben, of anders moet u sterven’, dan brachten zij de offerande tot de priester om God daarmee zinnebeeldig te behagen, daarbij opziende op Christus Die daardoor afgebeeld werd. Evenzeer betekent de gebruikmaking door zondaars van Christus’ lijden, dat zij een grondige overtuiging van zonde en van de verdiende toorn hebben, dat zij vluchten tot Jezus Christus en dat zij Hem in hun plaats stellen, tevreden zijnde en ernaar verlangend dat Hij hun Borg is om voor hen te voldoen en hun schuld te betalen. Ja, zij stellen Hem daadwerkelijk tot hun Borg om hun schuld te betalen, zodat zij op iedere aanklacht vanwege de zonde, geen ander antwoord hebben dan: ‘De Borg tot Wie ik mij begeven heb en Die ik gesteld heb in mijn plaats, zal deze schuld betalen en er rekenschap voor afleggen’. Want zoals dit te kennen gaf dat zij erkenden dat zij God niet door zichzelf, noch door een ander middel, konden behagen of voldoen, zo gaf dit ook te kennen dat zij volgens Gods verbond verwachtten dat Hij hun de schuld vanwege die offerande vergeven zou. Evenzo trekt ook de gelovige uit Christus’ offerande het besluit dat hij kwijtschelding van de schuld ontvangt volgens de voorwaarden van het verbond, en daar vertrouwt en rust hij op. En dit wordt een vertrouwen op Christus genoemd. Dit is gegrond op het verbond, waarin gezegd wordt dat Christus niemand die tot Hem komt, zal uitwerpen. Joh.6:37. En Zach. 13:1.

Kortom, gebruik te maken van dit enige offer voor de zonde, is zó van Christus gebruik te maken dat wij Hem in onze plaats stellen, en onszelf in zekere zin in Zijn plaats. We durven dan niet met Gods rechtvaardigheid in rekening te komen, ja zelfs niet met Christus; maar we laten Christus om zo te spreken in de strijd, en lopen weg van de rekening der rechtvaardigheid, en we verbergen ons onder Christus, die voor ons tot de laatste penning toe kan voldoen aan Gods rechtvaardigheid. Er is hier een wisseling van plaats met Christus, volgens dat liefelijke woord uit 2 Kor. 5:21: ‘Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij – die geen rechtvaardigheid hadden- zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem’.

Auteur: James Durham (1622-1658)
Titel: Christus gekruist of het merg van het Evangelie, Pg. 529-532
Uitg.: Den Hertog
ISBN: 9789033131783

Bron: Schatgraven Nieuwsbrief
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Bertiel
Berichten: 4556
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/30 ... DH4FeDqMfk

pastoraal antwoord van ds Vergunst mbt het Heilig Avondmaal!
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18661
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door helma »

Bertiel schreef:https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/30 ... DH4FeDqMfk

pastoraal antwoord van ds Vergunst mbt het Heilig Avondmaal!
Hij heeft onlangs het Avondmaal bediend en die preken zijn ook heel pastoraal.

https://tinysa.com/sermon/532397127526
Rebekah’s question, Why am I so?
Wed, 3 May - PM - Genesis 25:20-23; Psalm 35
Pastor A.T. Vergunst - Midweek Preparatory



https://tinysa.com/sermon/5723030451163
The Perfect Love of God
Sun, 7 May - AM - Romans 5:6-8
Pastor A.T. Vergunst - Lord's Supper
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Dat geeft ook een zoete vrede met God, wanneer we zo gerechtigheid mogen vinden. Gerechtigheid door de werking van de Heilige Geest in ons. Maar, al zouden we die gerechtigheid hebben, al mogen we die gerechtigheid beoefenen, o, geliefden, die gerechtigheid is zo wisselvallig. Want vandaag doe ik het, maar morgen doe ik het weer niet. En als ik dan niet anders heb, dan alleen die gerechtigheid, dan durf ik niet aan het Avondmaal te komen. Dan zeg ik: “Ja, ik ben wel eens aan gegaan, maar het is nu allemaal zo treurig en ellendig in mijn leven gesteld. En dan zegt u: ”Ja, nu kan het echt niet hoor. Deze keer zal ik maar overslaan. In deze toestand kan ik niet aan het Avondmaal gaan.”

Ach, wat bent u dan nog wettisch. U bent nog niet aan die eerste man gestorven. U leeft nog ten dele uit uw eigen gerechtigheid. En daar moet God schade bij lijden. “Doe dat,” zegt Hij, “tot Mijn gedachtenis.” Jezus Christus heeft het als het bevel Zijner liefde Zijn discipelen nagelaten. “Doe dat tot Mijn gedachtenis.” En u zegt: ”Ja maar, dan moet ik eerst meer gerechtigheid hebben. Meerben beter leven voor God. Meer gedood aan mijzelf.” En dan begint u weer bij de verkeerde kant.

Neen, geliefden, daar begint de vrede met God niet. Dat is de vrucht van de vrede met God. De vrede met God begint hier, waar u weer leert hongeren, weer opnieuw leert hongeren naar de gerechtigheid,die buiten u is aangebracht in het kruis van de Heere Jezus Christus. In het offer van Golgotha, waar Hij met Zijn lijden, met Zijn gehoorzaamheid een gerechtigheid aangebracht heeft, zobvlekkeloos en zo ongeschonden!

”Ja,” zegt u, ”maar de situatie van mijn leven is zo, dat ik daar nu juist niks van zie.” Nee, dat komt omdat u niet wilt sterven aan uw eigen gerechtigheid. En als u uw eigen gerechtigheid niet verliest, dan bent u de gerechtigheid van Christus niet onderworpen. Je kunt maar met één man tegelijk leven. Óf met Mozes, óf met Jezus. Óf onder de wet óf onder het Evangelie.

En nu weet ik wel, dat er mensen zijn, die waarachtig van staat veranderd zijn, die kinderen Gods geworden zijn, maar die toch in de oefeningen van hun leven niet van hun eerste man af zijn. Hij is niet gestorven. Ze zijn niet met Paulus “door de wet, aan de wet gestorven, opdat,” zegt hij, “ik Gode leven zou.” Hoe komt het, dat we niet Gode leven, of niet méér Gode leven? Omdat we niet genoeg door de wet aan de wet gestorven zijn!

Welnu, geliefden, er staat op een andere plaats, dat Paulus zegt, dat hij aan de wet gestorven is, door het lichaam van Christus. Ik wens u die sterfdag spoedig toe. O, God geve, dat u in deze week van voorbereiding sterven mocht aan uw eerste man. Opdat u die gerechtigheid zou mogen winnen, die “vreemde” gerechtigheid, die van een Ander komt.

Ds. L. Huisman
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
refomart
Inactief
Berichten: 284
Lid geworden op: 17 dec 2022, 10:33

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door refomart »

Hoe zal het met ons gesteld zijn, als Hij komt? Een gewichtige vraag!

Hoort wat de Heere zegt, niet van de wereld, maar van Zijn Kerk. Alsdan, zo zegt Hij; dat is: wanneer de Heere komen zal, zal het Koninkrijk der hemelen, dat is Zijn Kerk of de gehele schaar van Zijn onderdanen, van degenen, die Zijnen Naam belijden, gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, de bruidegom tegemoet. "Maagden" heten hier Zijn onderdanen, gelijk ook de Apostel Johannes in de Openbaring schrijft: "Dezen zijn het die met vrouwen niet bevlekt zijn, want zij zijn maagden; dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat". De Apostel geeft dit kenteken: dat zij niet afgeweken zijn van de ware leer, zij hebben zich niet besmet met de slappe, weke of wijfse godsdienstleer of religie, waaruit geen goede werken voortkomen.

Deze tien maagden hebben allen hun lampen, d. i. zij hebben allen de belijdenis van Christus, de belijdenis van het ware geloof; en overeenkomstig dit geloof leiden zij ook hun leven en hun wandel; zodat alles bij hen zich naar buiten openbaart en kenmerkt als goed en godzalig. Zij hebben allen brandende lampen of olie in de lampen, d. i. zij hebben allen meer of minder van de Geest Gods, van de zalving. En allen gaan tezamen de Bruidegom tegemoet; zo zijn dan allen wachtend op de komst en openbaring des Heeren Jesus Christus. Tot zover zijn zij aan elkander even gelijk: belijders van de Naam des Heeren Jesus, die in dit opzicht niet te onderscheiden zijn. Want zij zijn allen maagden; zo hebben zij allen hun deel gehad aan de hoon en smaad en spot der wereld ter wille van den Naam Jezus en van het Evangelie; standvastig zijn zij gebleven in hun belijdenis en hebben de vreugde en genieting van de wereld-godsdienst veracht. Zij nemen ook allen hun lampen, zo bezitten zij ook allen wat tot een godzalig leven behoort, zij hebben allen geloof met werken. Zij lezen allen de Schrift, zij kennen dezelve goed, zij bidden en zingen tezamen; zij hebben allen een doop, een geloof, een Heer, en hebben allen het leven ingericht naar Gods gebod.

En toch, er is tussen vijf en vijf van deze maagden een onderscheid ; er is verschil, als tussen dag en nacht.
Horen wij wat de Heere zegt; want immers: wie zou het anders kunnen geloven! "En vijf van haar waren dwazen en vijf waren wijzen". Dat is ontzettend! Door de Heere Zelf een "maagd" te worden geheten, dus: van Hem Zelf het getuigenis te hebben van de ware belijdenis, het rechte geloof te bezitten, vanwege die trouw door Hem geprezen te zijn, ook veel geleden te hebben om des Naams van Jezus wil; werkelijk brandende lampen te hebben, en ja, met olie er in, de Heere Jezus tegemoet te gaan, en nochtans, ten spijt van dat alles, door Hem als dwazen getekend te worden, niettegenstaande men den naam heeft van te leven!

En waarin bestond dan de dwaasheid van het eerste vijftal? waarin de wijsheid van de andere vijf?
En nu zegt onze Heere hier: Die dwaas waren, hare lampen nemende, namen geen olie met zich; maar de wijzen namen olie in haar vaten met haar lampen. Dat de vaten de harten beduiden, behoef ik u wel niet te zeggen. Ook is het wel duidelijk, dat de dwaze maagden hun hart niet meenamen op de weg, de Bruidegom te gemoet; dat de wijze maagden daarentegen met haar lampen, d. i. met hare belijdenis en de werken, ook hun hart meenamen. De dwaasheid van de dwazen bestond dus daarin, dat zij wel olie hadden in hun lampen, maar niet genoeg olie; zij brachten hun hart niet mee: daarentegen hadden de wijzen niet slechts olie in hun lampen, maar ook olie in hun vaten, d. i. in hun harten, waaruit zij de lampen konden vullen, opdat dezelve niet uitgingen.

Er volgt echter een schrikkelijke ontdekking. De Bruidegom is in aantocht, de maagden ijlen Hem te gemoet; maar ziet, daar ontwaren de dwazen, dat hun lampen uitgaan; zij erkennen nu eerst, dat zij vergeten hebben in hun vaten olie mede te nemen. Als zij nu heengingen om te kopen, zo heet het in ons Evangelie, kwam de Bruidegom, en die gereed waren gingen met Hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. Dat deze woorden "en de deur werd gesloten" u mogen doen opschrikken, opdat gij gereed zijt te dier tijd en ure, welke wij niet weten.

Er staat hier niet: en de wijzen gingen met Hem in tot de bruiloft, maar: en die gereed waren. Wie zich dus gereed zal hebben gemaakt, zal tot de wijze maagden behoren. Heden is de welaangename tijd, heden is de dag der zaligheid! heden heeft men zich gereed te maken! Veronachtzaamt men de vermaning, dan denkt men, gelijk de dwaze maagden dachten: dat men met de Heere kan doen naar men wil, immers: onze Heere is wel goed en barmhartig!

Wat is nu de olie, die de dwaze maagden te weinig hadden, die zij niet hadden meegenomen in hun vaten?
Alzó schrijft echter de Apostel Paulus: "De liefde vergaat nimmermeer" en wederom: "En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de Iiefde". (1 Cor. 13: 8 en 13.)"
Nu weten wij het", zullen de meesten uwer denken, en .... "de liefde heb ik!" - Niet te ras aldus gesproken, mijn vriend! Hoor wat de Heere bedoeld heeft: Van degenen, die al de uitwendige kentekenen hebben dergenen, die levende leden geacht zijn van Mijn Gemeente, die dus hierbeneden niet gemakkelijk zijn te onderscheiden van hen, die het werkelijk en in waarheid zijn, zal het ene deel zich bezighouden met Mij, met Mijne toekomst, met de bruiloft, met de vreugde en met de eer, die zij met Mij zullen hebben; maar dit deel zal er volstrekt niet aan denken, hoe Ik moet worden ontvangen. Dat komt daarvandaan, dat hun hart geheel van vervuld is, dat zij mede op de bruiloft komen.
Het andere deel daarentegen zal er niet veel aan denken, dat zij mede op de bruiloft komen; zij houden zich bezig niet zozeer met Mij, met Mijn toekomst, niet met de bruiloft op zichzelve, en het allerminst met hun eigen persoon. Het gaat dezen daarom, dat, als Ik kom, Ik datgene heb, wat Mij toekomt.

Opdat echter de dwazen openbaar worden, die niet Mijn eer zoeken, maar hun eigen genot dat hun door Mij zal ten deel vallen, en opdat ook de anderen openbaar worden, die geen gelukzaligheid kennen en geen andere begeerte dan deze, dat men Mij diene, dat Ik Mijn eer heb, zal Ik vertoeven. Plotseling echter zal lk komen. Dan zal het openbaar worden, wie zichzelf hebben lief gehad en zichzelf hebben gezocht, en wie Mijn dienst en Mijn eer hebben lief gehad en gezocht.

Dr. H.F. Kohlbrugge
Gebruikersavatar
Ad Anker
Moderator
Berichten: 10571
Lid geworden op: 28 feb 2012, 11:11

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Ad Anker »

De Heere geve u een diep gevoeld heimwee naar het heerlijk vaderland, waar de bergen der specerijen zijn, en waar wij eten van de boom des levens en drinken uit de kristallijne stroom, voortkomende uit de troon van God en van het Lam. Daarboven in de hemel is Jezus! En geen zonde, geen dood, geen tranen zijn daarboven. In de hemel is Jezus, boven in de derde hemel, in het Paradijs, met allen die het moordenaarsgeloof bewaard hebben. Onze geliefden, die in de Heere zijn ontslapen, zijn daar om Hem heen, zingen en spelen, juichen en zijn vrolijk in Zijn tegenwoordigheid, slaan de harpen aan en wachten op ons, die nog voleindigd moeten worden. Maran-Atha! Indien iemand de Heere Jezus niet liefheeft, die zij een vervloeking! Maran-Atha! De hoofden omhoog, gij, die door de duivel, Wet en wereld veroordeeld zijt, en naar de hemel ziet, of de regen voor u niet haast zal neerdalen. De Heere, die, terwijl Hij Zijn discipelen zegende, in heerlijkheid werd opgenomen, hebbe u gezegend met een genadige regen, met een Pinksterfeest, waarop gij juicht en gedruis maakt en vol wordt als het bekken aan het altaar! (Zach. 9:15) Laat ons Zijn dwaasheid dragen, volharden wij bij Zijn Naam, volharden wij, terwijl wij ons in het vlees bevinden, volharden wij bij het geloof: God opgenomen in heerlijkheid. En – waar blijft deze, waar geen broeder, - deze, gene zuster, die niet meer in ons midden gevonden wordt en in de Heere ontsliep?... O houdt vast aan genade, aan gerechtigheid, en het antwoord zal ook voor mij, voor u zijn: Hij, zij – werd opgenomen in heerlijkheid. Amen. Dr. H.F. Kohlbrugge
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4763
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Psalm 25 vers 4-5

Heere leid mij in uw waarheid

Nadat David de onuitsprekelijke veiligheid der gelovigen en het schikkelijk oordeel over de goddelozen heeft uitgesproken, gaat hij voort en bidt: Heere, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. Met die "wegen" en "paden" bedoelt hij: Gods waarheid. Dat leren wij zowel uit de onmiddellijk-volgende woorden: "Leid mij in Uw Waarheid" als uit menig andere plaats. Zo zegt hij elders: Wijs mij, mij Heere, Uw weg, opdat ik wandele in Uw waarheid (Psalm 86 vers 11)
In deze bede ligt daarom allereerst een gewichtige les besloten: dat een mens niet door zijn eigen onderzoek en oefening: maar alleen door Gods openbaring de waarheid vinden kan. Dat leert ook de ervaring aller tijden. Want men ziet soms geleerde, scherpzinnige theologen en leraars in de dikste geestelijke duisternis daarheen gaan, in een duisternis zó zwaar, dat zij soms menen dat de waarheid... een dwaasheid is, wanneer zij met geest en leven optreedt. De natuurlijke - ongeestelijke- mens neemt niet aan wat van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid. (1 Kor 2 vers 14) Al kent hij ook de gehele Schrift van buiten, toch vermeent hij niets van de waarheid. Er zijn velen van wie men verteld dat zij vergrijsd zijn in de dienst der waarheid - en toch hebben zij niets van de waarheid vernomen! In tegenstelling met deze ziet men vaak dat de allereenvoudigste zielen de waarheid wel verstaan en daaruit leven, hoewel zij alles missen wat geleerdheid, kunst of scherpzinnigheid genoemd wordt. Ja, overal waar de waarheid van het Evangelie doordringt, zijn het juist de niet-geleerden en on-geletterden, die haar het eerst verstaan en aannemen. Dat zegt de Heere Jezus dan ook Zelf: Ik dank u Vader, Heere des hemels en der aarde dat U deze dingen verborgen hebt voor de wijze en verstandigen en hebt ze aan kinderkens geopenbaard (Matt 11 vers 25). Zeker is daar ook bij hen onkunde, zodat knappe lieden hen met hun vragen kunnen verschrikken en verwarren, maar in hun hart leven zij uit de waarheid en dat is de hoofdzaak. Met hun hart hebben zij de waarheid beter verstaan dan met hun hoofd. Zo was het ook in de dagen van Christus. Het waren niet de Schriftgeleerden dezer wereld, de geestelijke leiders van het volk, die de waarheid verstonden. Die waren er blind voor, terwijl tollenaars, lichtekooien, vissers en eenvoudige landlieden haar zagen en aannamen. (...)
Op Gods openbaring rust het dus alléén, willen wij Gods waarheid en wegen leren kennen. Dat wordt ook beleden in Luthers kleine Catechismus: 'Ik geloof, dat ik niet door mijn eigen wijsheid of kracht in Jezus geloven of tot Hem komen kan". Door de scherpzinnigheid van zijn verstand heeft de mens de meest verborgen dingen van de natuur weten uit te vorsen, maar de weg ten leven heeft nooit iemand zonder openbaring gevonden. EN toch is die weg zó eenvoudig dat, wanneer deze hem eenmaal geopenbaard is geworden, hij zich niet genoeg verbazen kan die weg vroeger niet gezien te hebben. De menselijke rede heeft nooit een andere weg kunnen ontdekken dan deze: goede werken te doen en vroom te zijn, opdat God over ons tevreden kan wezen. Dat ziet u overal in de wereld, want hoe slecht zij ook leve, haar enige troost rust op haar eigen braafheid en werken en goede gezindheid. Maar hoe onbetrouwbaar is dit alles!
Wilt u derhalve de waarheid vinden, dan weet ik geen andere raad dan dat u met uw blindheid u tot de Heere wendt, net als David, en bidt, dat Hij u de waarheid moge tonen. En zodat de waarheid weer donker wordt, moet u datzelfde opnieuw doen. Verwacht nooit dat u de waarheid ten allen tijde even helder voor ogen zal staan. Nee, indien u eerlijk in de waarheid wandelt, zal de duivel u zeker nu en dan in zulk een duisternis en verwarring brengen dat u geen uitweg ziet, en het gevoel hebt of de grond onder uw voeten bezwijkt. En dat niet alleen ten opzichte van dingen van minder betekenis, nee, zelfs bij de allergewichtigste hoofdzaken. Als u dan door uw eigen verstand licht wilt verschaffen, raakt u de kluts kwijt. Dan is er geen andere raad voor u dan uw nood aan de Heere aan te bevelen door te zeggen: "Heere God, wijs u mij Uw weg en Uw waarheid! U ziet hoe vol mijn hart met twijfel zit en geen uitweg weet. Ik zou Uw waarheid wel willen verstaan, maar ik kan het niet; hoe meer ik mijn best doe, hoe donkerder wordt het voor mij, Heere, ontferm U over mij en verlicht U mijn ogen". Dat is zijn haar voor de Heere openen. EN al begrijpt u er ook niets van, op Zijn tijd zal Hij uw hart weder vastmaken en dan zult u de zaak ook beter verstaan. Want het is de duisternis van het hart, die maakt dat ook het verstand de waarheid niet ontdekken kan. Eerst wanneer de nevelen van het hart wijken, kan ons verstand de waarheid zien. (...)
In de waarheid wandelen is alleen mogelijk, wanneer het hart in dagelijkse ervaring en beoefening van de waarheid in alle stukken leven mag, zodat ik dus niet alleen naar Gods woord en de bevinding van anderen of mijn eigen ervaringen-van-vroeger over zonde en nood weet mee te praten, maar dagelijks uit de ervaring leef dat ik een arm, zondige mens ben, die elke dag weer heeft te bedenken dat alleen het bloed van Jezus, Gods Zoon, ons reinigt van alle zonde. Van die ondervindingen van Gods kinderen het een en ander te weten of zelf zich iets daarvan te kunnen herinneren uit vorige dagen, toen men voor zijn zonden Jezus' bloed zo nodig had, dat is toch nog wel iets heel anders dan voortdurend in die ervaring leven. Altijd hebben wij ons te voeden met een gestorven Jezus. (Joh 6 vers 56). God opene onze ogen, opdat niemand zonder het te beseffen in de geestelijke doodslaap kome! Want als de Heere ons geweten niet voortdurend wakker houdt, duurt het niet lang of wij zijn helemaal versuft. O Heere, doe ons de waarheid over onszelf kennen! Heere Jezus, houd ons wakende!
Ook dit behoort tot het wandelen in de waarheid dat u niet alleen weet wat het is in Jezus te geloven tot behoudenis, maar dagelijks uw leven hebt in Hem, zodat u eenvoudig op Hem steunt en in uw hart verzekerd bent dat Hij, die God opgewekt heeft uit de doden en tot uw Verlosser gesteld heeft, uw alles is; aan Wie u u houden kunt, buiten uw verdienste, alléén in Zijn bloed door het geloof. Zo kunt u elke dag een gerust geweten hebben en vrede met God zo kunt u eenvoudig steunen op en rusten bij Jezus' kruis. Dit is de ware beoefening van het geloof: dit is het rechte wandelen in de waarheid. Want daarom is de Heere Jezus onze Heiland geworden, niet opdat wij dit alles zouden moeten weten en verloren gaan, maar opdat wij zouden geloven en leven in Zijn naam. Daaraan moeten voor de angstige en bevende zielen goed denken, zij, die voortdurend in vrees verkeren, alsof het een dwaling en iets verkeerds ware, wanneer zij dagelijks vertrouwen op de reiniging van al hun zonden in Jezus' bloed. Het is er verre, verre van af, dat dit een dwaling zou zijn dat is juist het wandelen in de waarheid! En even ernstig als u begeert in de waarheid te wandelen, even ernstig verlangt God dat u u in zulk eenvoudig geloof oefent, zodat u elke dag en elk uur ondanks alles u bewust bent dat Jezus Christus uw Verlosser is, die u van Godswege verlost heeft en u rein gemaakt heeft van al uw zonden. Want het ware geloof is niets anders dan een eenvoudig vertrouwen op God dat de zonden u door Jezus' bloed vergeven zijn.


Paul Peter Waldenström (1838 - 1917)
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Rom.8:26

Is het niet heel vertroostend wat de apostel hier schrijft? Hij zegt niet: ‘nu moeten jullie allemaal maar op het niveau van de Geest zien te komen’. Nee, de Geest daalt af tot ons lage niveau. De Geest zucht in, door en voor de gelovigen. Hij weet dat ze nooit uit zichzelf kunnen opstijgen tot in de hoogte. Helpt Hij ons dan van onze zwakheden af? Nee, maar Hij doet wel boven bidden en denken. Want Hij schiet te hulp. Zo treft de Geest ons aan in onze gebedsnood. Hoe zal je je hart opheffen tot God, terwijl er duizenden zorgen en noden zijn die je angstvallig hart kwellen? Hoe vind je vrijmoedigheid om -als je op je zonden en je schuld ziet- toch op te zien tot God? Dan schiet de Geest van God je te hulp. Tot verwondering. Je ervaart verlichting op je gebed. Je kunt je nood kwijt bij de Heere. De Geest opent het oog voor de Heere Jezus, de gewillige Kruisdrager, Die het kruis van de verzoening gedragen heeft. Als je dat ziet, gaat het weer. Ook onder het kruis van de navolging. En als we helemaal niet meer verder kunnen, draagt Hij ons.

Er kunnen tijden in je leven zijn waarin alles donker is. Je gevoelens en gedachten zijn verward, zodat je niet meer weet wat je zeggen en denken moet. Je kunt geen twee zinnen meer bij elkaar bidden. Je kunt je gedachten en gevoelens niet onder woorden brengen. Soms word je neergedrukt door de last van de zonde en aangevallen door allerlei vijanden, waaronder de aanvechting. Je kunt alleen nog maar zuchten. Je voelt dat God het kruis zou kunnen gebruiken om je leven te heiligen. Dan komt de Geest. De Geest komt te hulp en bidt Zelf. Ons woordeloos zuchten wordt Zijn onuitsprekelijk zuchten. Hij bidt voor ons, zegt Paulus. Ook als je denkt dat je gebeden niet verder komen dan het plafond. Hij brengt het gebed bij de Vader. Zo heeft een gelovige twee Voorbidders: een Voorspraak in de hemel en een Voorbidder in het hart, Die hun gebeden reinigt en corrigeert en op de meest kritieke momenten het gebed zelfs van hen overneemt. Is dat niet rijk?

Durven we zo voor Gods aangezicht te zeggen: ‘Heere, al mijn zuchten en mijn begeerte is voor U niet verborgen’? Dat betekent niet dat je denkt dat je zelf wel voor God kunt bestaan. Als Gods kinderen zichzelf onderzoeken zien ze hun gebrek maar al te goed. Door het ontdekkende werk van de Geest schrik je ervan als je ziet wat er allemaal kan leven in je hart. Vreselijk. Wie kan voor God bestaan, voor God, Die zo heilig is?

Maar weet je wat de Heere ook vindt in de harten van Zijn kinderen? Zijn eigen werk! Het werk van de Heilige Geest, dat in overeenstemming is met Zijn bedoeling. Hij vindt er de Geest Die uitgestort is om er te wonen en te werken, te bidden en te zuchten. Hij vindt er ook de vrucht van de Geest: liefde, blijdschap, vrede, geloof, zachtmoedigheid… Hij vindt er de liefde tot Christus! In al onze nood, in al ons tekortschieten mogen we schuilen bij de Heere Jezus.

Wat je niet onder woorden kunt brengen, waar je innerlijk door overstelpt wordt, dat neemt de Geest biddend over. Dat gebed wordt door God in zijn diepste bedoeling verstaan. In alle verwarring weet God wat de mening van de Geest is. De Geest zuivert en reinigt onze gebeden. Dat heeft maar één doel, namelijk dat we God zullen verheerlijken. Die leert ons ‘bidden naar God’, en daarom zal God ook horen. Wat een heerlijke troost!


Auteur: ds. C.G. Vreugdenhil
Titel: Leven door de Geest, pg. 87-96
Uitg.: Groen
ISBN: 9789058299147

Bron: Schatgraven GG Terneuzen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Zeeuw
Berichten: 11545
Lid geworden op: 19 sep 2018, 08:28

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Zeeuw »

J.C. Philpot schreef: 31 mei 2023, 07:18 En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Rom.8:26

Is het niet heel vertroostend wat de apostel hier schrijft? Hij zegt niet: ‘nu moeten jullie allemaal maar op het niveau van de Geest zien te komen’. Nee, de Geest daalt af tot ons lage niveau. De Geest zucht in, door en voor de gelovigen. Hij weet dat ze nooit uit zichzelf kunnen opstijgen tot in de hoogte. Helpt Hij ons dan van onze zwakheden af? Nee, maar Hij doet wel boven bidden en denken. Want Hij schiet te hulp. Zo treft de Geest ons aan in onze gebedsnood. Hoe zal je je hart opheffen tot God, terwijl er duizenden zorgen en noden zijn die je angstvallig hart kwellen? Hoe vind je vrijmoedigheid om -als je op je zonden en je schuld ziet- toch op te zien tot God? Dan schiet de Geest van God je te hulp. Tot verwondering. Je ervaart verlichting op je gebed. Je kunt je nood kwijt bij de Heere. De Geest opent het oog voor de Heere Jezus, de gewillige Kruisdrager, Die het kruis van de verzoening gedragen heeft. Als je dat ziet, gaat het weer. Ook onder het kruis van de navolging. En als we helemaal niet meer verder kunnen, draagt Hij ons.

Er kunnen tijden in je leven zijn waarin alles donker is. Je gevoelens en gedachten zijn verward, zodat je niet meer weet wat je zeggen en denken moet. Je kunt geen twee zinnen meer bij elkaar bidden. Je kunt je gedachten en gevoelens niet onder woorden brengen. Soms word je neergedrukt door de last van de zonde en aangevallen door allerlei vijanden, waaronder de aanvechting. Je kunt alleen nog maar zuchten. Je voelt dat God het kruis zou kunnen gebruiken om je leven te heiligen. Dan komt de Geest. De Geest komt te hulp en bidt Zelf. Ons woordeloos zuchten wordt Zijn onuitsprekelijk zuchten. Hij bidt voor ons, zegt Paulus. Ook als je denkt dat je gebeden niet verder komen dan het plafond. Hij brengt het gebed bij de Vader. Zo heeft een gelovige twee Voorbidders: een Voorspraak in de hemel en een Voorbidder in het hart, Die hun gebeden reinigt en corrigeert en op de meest kritieke momenten het gebed zelfs van hen overneemt. Is dat niet rijk?

Durven we zo voor Gods aangezicht te zeggen: ‘Heere, al mijn zuchten en mijn begeerte is voor U niet verborgen’? Dat betekent niet dat je denkt dat je zelf wel voor God kunt bestaan. Als Gods kinderen zichzelf onderzoeken zien ze hun gebrek maar al te goed. Door het ontdekkende werk van de Geest schrik je ervan als je ziet wat er allemaal kan leven in je hart. Vreselijk. Wie kan voor God bestaan, voor God, Die zo heilig is?

Maar weet je wat de Heere ook vindt in de harten van Zijn kinderen? Zijn eigen werk! Het werk van de Heilige Geest, dat in overeenstemming is met Zijn bedoeling. Hij vindt er de Geest Die uitgestort is om er te wonen en te werken, te bidden en te zuchten. Hij vindt er ook de vrucht van de Geest: liefde, blijdschap, vrede, geloof, zachtmoedigheid… Hij vindt er de liefde tot Christus! In al onze nood, in al ons tekortschieten mogen we schuilen bij de Heere Jezus.

Wat je niet onder woorden kunt brengen, waar je innerlijk door overstelpt wordt, dat neemt de Geest biddend over. Dat gebed wordt door God in zijn diepste bedoeling verstaan. In alle verwarring weet God wat de mening van de Geest is. De Geest zuivert en reinigt onze gebeden. Dat heeft maar één doel, namelijk dat we God zullen verheerlijken. Die leert ons ‘bidden naar God’, en daarom zal God ook horen. Wat een heerlijke troost!


Auteur: ds. C.G. Vreugdenhil
Titel: Leven door de Geest, pg. 87-96
Uitg.: Groen
ISBN: 9789058299147

Bron: Schatgraven GG Terneuzen
Mooi dat er een topic is over het opmerken van Gods leiding in je leven en dat jij dan juist dit post Philpot!
KDD
Berichten: 1503
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door KDD »

ds. P. Honkoop schreef: (...)
Er is nog wel volk onder ons, maar het is in onze dagen zo vroeg klaar, te vroeg klaar, te vroeg rijp, te vroeg groot, te vroeg wijs, Als de zaligheid maar ontsloten is, dan is het voor de meesten genoeg,
Als de zonden bedekt zijn, dan eigenen ze zich toe met Sion door recht verlost te zijn. Schuld is er niet meer en een Borg is er niet van node. Een vastgevaren Christendom! Waar zit dat in? Omdat de Geest zo weinig werkt. Want waar de Geest werkt, daar wordt men in het gemis teruggebracht. Waar de Geest werkt, wordt men geleid in de valleien des doods. Maar als wij werken, dan klimmen wij zelf de ellende uit. Daar worden wij vastgevaren schepen. Want wij willen altijd de hoogte in en altijd de lucht in. Wij zijn niets anders dan hoogheid. Voor een veer is nog wat wind nodig om de lucht in te gaan, maar dat is voor u niet nodig en voor mij niet.
Kijk maar eens naar Petrus en de discipelen! Wat was het een aangenaam leven en wat kregen zij een Goddelijke lessen, maar ze werden er zo groot mee, dat ze dachten met Jezus te kunnen sterven. En ze begrepen er niets van, dat ze straks nog aan Hem geërgerd zouden worden bij Zijn dood en zouden dolen als schapen over de bergen. En zo is het nog! God mocht eens werken door Zijn lieve Geest. Die mocht de doden nog eens doen opstaan, Die mocht Zijn volk nog eens ontdekken en ontgronden en uitbranden, opdat zij uit alles uitgebrand en in alles de dood zouden vinden en aan alles mochten sterven, opdat er plaats gemaakt wordt voor het Goddelijke rechtsgeding om de hele erfenis verloren in het paradijs in Christus terug te ontvangen tot de glorie van Zijn naam, tot de eeuwige aanbidding van de Goddelijke Personen en dat alleen, omdat God het wil. AMEN.
CvdW
Berichten: 2928
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door CvdW »

Ik ben toch wel nieuwsgierig welke tekst deze dominee behandeld heeft.
KDD
Berichten: 1503
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door KDD »

CvdW schreef: 02 jun 2023, 15:09 Ik ben toch wel nieuwsgierig welke tekst deze dominee behandeld heeft.
De tekstwoorden voor dit uur vindt u opgetekend in Hand. 2 het vierde vers, het eerste gedeelte, waar de Godsspraak luidt:

"En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest."

Wij gaan dus spreken over de vervulling met de Heilige Geest en bepalen u bij:

1. het ontvangen van die Heilige Geest
2. de werking van die Heilige Geest
3. de openbaring van die Heilige Geest


https://theologienet.nl/bestanden/honko ... toffen.pdf
Hoopvol
Berichten: 1296
Lid geworden op: 20 mar 2020, 07:36

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Hoopvol »

Wat betreft de wijze waarop het verbond volbracht is - het is precies volgens de afspraken van het verbond volbracht, namelijk zoals overeengekomen was, dat Hij voor zovelen zou lijden en het eeuwige leven verwerven. En zo is het gebeurd. Het eeuwige leven wordt aan zovelen gegeven, volgens de voorwaarden van dit verbond en verdrag. Zoals het een verbond is, waarin aan de gerechtigheid voldaan moest worden, zo is ook precies ten volle voldaan. Christus Jezus heeft van de prijs niets kunnen afdoen, Hem is geen penning kwijtgescholden, maar Hij heeft alles volkomen voldaan en Hij heeft de volle prijs betaald. Hij heeft de toorn, die in de beker ingeschonken was, volkomen uitgedronken, totdat Hij als één van Zijn laatste woorden aan het kruis dat liefelijke woord uitgeroepen heeft: Het is volbracht.

James Durham, Christus gekruist, of het merg van het Evangelie pag. 334, 335.
Plaats reactie