Als DDD alleen dit gezegd heeft, dan kunnen we er snel overheen stappen. Het gaat er echter om dat DDD de suggestie doet dat de erkenning van erfzonde in Psalm 51 ontstaan is vanuit de cultuur waarin de dichter leefde. Daarmee wordt Gods Woord en het gezag van zo'n Schriftplaats wel degelijk ontkracht. Je kunt deze passage van DDD plaatsen in een hele reeks soortgelijke uitspraken over de invloed van de cultuur op de Bijbel, bv. als het gaat om de vrouw in het ambt, homoseksualiteit, enzovoort. Daarbij wordt de normativiteit en het gezag van de Schrift wel degelijk geweld aangedaan. Deze uitspraak van DDD valt in dezelfde categorie. Niet dat DDD de leer van de erfzonde ontkent, zo ver gaat hij niet, maar hij houdt wel rekening met de mogelijkheid dat bepaalde uitspraken in de Schrift toe te rekenen zijn aan de cultuur. Wat mij betreft gaat hij hier al een grens over.Floppy schreef:Ik verbaas me er serieus over dat hier zo over DDD's uitspraak gevallen wordt. Valcke gebruikt het woord 'fundering'; dat is veel te zwaar aangezet en suggestief. Vooral omdat DDD notabene de Schrift aanhaalt. Als we elkaar hier op het forum niet meer mogen vertellen dat de Bijbelschrijvers leefden in een tijd waarbij de groep belangrijker was dan nu, dan zijn we toch wel flink van het pad af.Valcke schreef:De zorgen die je hierover kunt hebben is dat DDD (aanvankelijk primair) verwijst naar de toenmalige cultuur. Dat is wel een heel zwakke fundering; dat staat niet gelijk aan het spreken en het recht Gods.
...
(Het ging om de onderstreepte woorden in deze zin: "Al moeten we er rekening mee houden dat de Bijbel is ontstaan in een cultuur waarin veel meer groepsgewijs/ verbondsgewijs geredeneerd werd dan nu.")