Daarom denk ik niet dat we ons moeten aanpassen aan de personen in de kerk met de minste spanningsboog. Op deze manier beletten we namelijk mensen met een goede spanningsboog om meer te ontvangen.Zeeuw schreef:Ik denk dat dat laatste, menselijk gezien, zeker klopt. Toch heb ik, en velen vermoed ik hier, ook preken meegemaakt waar de Geest zo in meekwam, dat de preek de hele dag had mogen duren.Ditbenik schreef:Dat kan aan de interesse van sommige hoorders liggen maar wie gezond en geïnteresseerd is veegt met zo'n opmerking ook heel makkelijk allerlei mensen aan de kant voor wie het niet mogelijk is lange tijd geconcentreerd te zijn. Dat is pijnlijk. Daarnaast vind ik dat een voorganger wel erg overtuigd is van zijn gaven als hij niet kan accepteren dat er ook mensen zijn voor wie het te lang is. Nog los van het gegeven dat ik er niet geloof dat er veel mensen zin die een lange preek geheel in zich kunnen opnemen. Een oud spreekwoord zegt 'Niet het vele is goed, maar het goede is veel'. Dat vraagt voor de voorganger wel veel studie. Alleen dan kun m.i. je veel onnodige dingen weglaten en snel tot de kern komen, maar dan nog blijft het lastig om van lang, korter te maken. Zelf denk ik dat je tussen een half uur en drie kwartier echt wel aan de max van de spanningsboog van de meeste hoorders bent.
Overigens gold dat dan weer niet voor anderen in de kerk. En andersom zal het ook zeker gebeurd zijn.
Het is zaak de belangrijke punten al snel in de preek te maken (zodat iedereen het meekrijgt), en daarna verder uit te werken. Op die manier krijgen mensen met een kleine spanningsboog de belangrijkste zaken mee, en is het niet erg als ze op een bepaald moment afhaken. Mensen die hier geen last van hebben, kunnen de verdere uitwerking dan toch nog meekrijgen.
Uiteraard geldt dit voor reguliere kerkdiensten (die voor een breed scala aan mensen bedoeld zijn). Diensten voor speciale doelgroepen (bijvoorbeeld buitenkerkelijken of verstandelijk gehandicapten) zijn een ander verhaal.