Valcke schreef:Vervolgde schreef:Alle werken Gods zijn teer, en persoonlijk en aanbiddingwaardig! De eerste alinea van Eilander wil ik onderstrepen. Zouden deze werken meer openbaar komen, dan is er ook de ruimte om te komen tot een inzicht wat te delen is en hoe dat te delen is. Dan is er de lering wat tot stichting en opbouw van de gemeente is.
In deze tijd is elk goed gerucht toch welkom? Of zijn we al zover dat we alles liever bedekt houden om de vrees voor de schare?
Ik ben het ook van harte eens met wat Eilander schreef. Met vrees voor de schare heeft dit helemaal niets van doen.
Nogmaals: het geloof in het eeuwig wel van een overleden persoon die zelf geen getuigenis tijdens zijn leven gegeven heeft, is een persoonlijke zaak, geen zaak die aan de Gemeente van Christus breed verkondigd dient te worden. Een persoonlijk woord tot de meest betrokkenen is voldoende. Geen bijzondere openbaringen, maar alleen Gods Woord, het Evangelie, moet verkondigd worden! (Brede verkondiging van bijzondere openbaringen vind ik eerlijk gezegd ook geen goed teken.)
(Opnieuw: ik spreek helemaal niet over een specifieke situatie, want daar weet ik niets van.)
Ik wil ook helemaal niet spreken over de specifieke situatie. Ook ik ben van mening dat zeer terughoudend omgegaan moet worden met bijzondere openbaringen. Als het gaat om voorzichtigheid en een vaste basis verwijs ik naar mijn eerdere bijdrage waarin een tekst uit de synopsis is opgenomen.
Maar de grote winst van de bijdrage van Eilander zit hierin, met name het onderstreepte deel:
Eilander schreef:
Mijn inziens is deze discussie ook een uitvloeisel van een donkere tijd waarin we leven, dat veel werk van God verborgen blijft. Anders gezegd: dat er niet vrijmoedig getuigd wordt van hoe de Heere ook in deze tijd werkt. Of, misschien beter gezegd: dat er weinig doorbrekend werk is.
Deze openlijke vaststelling is heel wat!! Er zijn getuigenissen en belevingen zat. De belijdenis dat de Here doorgaat met zijn werk ligt voorin de mond. Nagenoeg alles moet kunnen en christelijk heten. Daarom is de vaststelling van Eilander van belang. Er is een beweging in die tegen de algemene stroom ingaat. Die blijkt geeft van behoefte aan een goede tijding. In deze tijden van geestelijke armoede en onkunde is dat een moedige belijdenis. Het is een ingaan tegen de stem van de schare.
Als alleen deze constatering door een ieder getrokken zou worden, wat zou dat kunnen betekenen?