De eerste zondag na Corona
Het verbod op evenementen en samenkomsten is opgegeven. Vandaag is het is weer zondag. De kerk- deuren staan weer wagenwijd open. De kerkklok roept: kom, kom, kom, .... De kerk zit afgeladen vol. Het maximaal aantal stoelen is bijgezet. Het orgel speelt een lofpsalm. Ik kijk even rond en zie dank- bare gezichten. Iedereen heeft er zichtbaar naar uitgekeken om weer op te mogen gaan naar Gods huis, om Zijn Woord te horen. Het orgel stopt met spelen. De kerkenraad komt binnen en schuift in de banken. Maar, hé, dat is vreemd. De dominee is er niet. Na een moment van stil gebed klinkt een stem. De stem van de dominee. Een kind stoot z’n vader aan, hoe kan dat papa? “Geliefde gemeente, voorafgaand aan deze dienst wil ik u het volgende mededelen. Na een lange periode dat de kerkdeu- ren gesloten moesten blijven vanwege de Coronapandemie mogen we vandaag weer samenkomen als gemeente in Gods huis. Toch mocht afgelopen periode Gods Woord nog verkondigd worden. We zijn dankbaar dat er tegenwoordig middelen zijn om overal mee te kunnen luisteren. In Romeinen 10 lezen we ‘hun geluid is over de hele aarde uitgegaan’. Tweeduizend jaar lang was dit plaatsgebonden, maar nu, nu is het overal live te volgen. Het geloof is uit het gehoor, en daarom, geliefde gemeente, hebben wij besloten om u voortaan toe te spreken vanuit de pastorie of consistorie. Het gaat niet om mij, u hoeft uw blikken niet anderhalf uur op mij te richten. Het kijken naar mijn persoon leidt alleen maar af. Het gaat om Gods Woord, dat u mag horen. (...)”
Achter me hoor ik een tiener vragen: “kijkt hij nu met ons mee?” “nee, natuurlijk niet” hoor ik dan.. Ik kijk nog eens om me heen en zie overal verwarring en verbazing.. wat heeft dit nu te betekenen? Ik begrijp er ook niets van. De kerk van alle eeuwen en plaatsen is samengekomen om Gods Woord te horen verkondigen. De kansel in onze protestantse kerken bevindt zich midden in het liturgisch cen- trum, goed zichtbaar voor iedereen. Niet zoals in de Roomse kerken, ergens in een hoekje. En mogen we nu de dominee, die tot ons spreekt, niet meer zien? Omgekeerde wereld volgens mij. De middelen waren beschikbaar om afgelopen tijd niet alleen mee te luisteren maar ook mee te kijken. Maar er werd voor gekozen om de mogelijkheid van meekijken niet te gebruiken, alleen meeluisteren. Nu kun- nen we eindelijk weer naar de kerk. En zien we nog steeds niks.. Het geloof is uit het gehoor. Moet ik dat dan zo letterlijk opvatten als een ‘alleen door het oor’, een nieuw soort sola? In de Bijbel lezen we toch ook over het oog des geloofs? In Hebreeën 11 staat toch “maar hebben dezelve van verre gezien en geloofd en omhelsd, en hebben beleden”. En in de eerste Korinthebrief “wij zien nu door een spie- gel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht;” Als wij wel de stem van de dominee mogen horen, als gezant van Christus, waarom mogen we hem, als gezant van Chris- tus, niet zien? Opdat we in de stem van de dominee de stem van Christus mogen horen. Opdat we in de dominee op Christus mogen zien? Natuurlijk, zien zonder horen kan niet. Maar waarom horen zon- der zien? Ik begrijp het niet, volgens mij kan dit de bedoeling niet zijn. Maar ja, wie ben ik om dat te beoordelen...
De dominee besluit “(...) dan willen we nu op gebruikelijke wijze deze dienst aanvangen met votum en zegengroet”.